Euronext Amsterdam
14 May 2003 Nieuw beleid Euronext Amsterdam t.a.v. Noteringsmaatregel
Persbericht 2003.047
Nieuw beleid Euronext Amsterdam t.a.v. Noteringsmaatregelen:
"Verhoogde publicatie-eisen bij negatief eigen vermogen"
Euronext Amsterdam maakt een wijziging bekend van haar procedure tot
het opleggen van een noterings-maatregel 'schorsing van de officiële
notering' (het `strafbankje') ingeval een uitgevende instelling een
negatief eigen vermogen heeft. De wijziging houdt in dat de uitgevende
instelling het treffen van een noteringsmaatregel in het vervolg kan
voorkomen indien de onderneming voldoet aan verhoogde publicatie-eisen
zoals genoemd in de appendix. Deze eisen betreffen onder meer
publicatie van:
* de oorzaken en achtergrond van het negatief eigen vermogen;
* de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van de onderneming;
* de mogelijke gevolgen voor de continuïteit van de onderneming;
* de voorgenomen maatregelen ter verbetering van de solvabiliteit en
liquiditeit;
* de continuïteit van eventuele kredietfaciliteiten en de
belangrijkste modaliteiten daarvan.
Ook zal de uitgevende instelling door middel van kwartaalrapportages
nadere informatie aan het beleggend publiek dienen te verstrekken.
De wijziging heeft tot doel het beleggend publiek een beter inzicht te
verschaffen in de financiële positie van de uitgevende instelling met
een negatief eigen vermogen. Daarnaast beoogt de wijziging om de
kansen van de betreffende onderneming om zich financieel te herstellen
te vergroten.
De noteringsmaatregel blijft gehandhaafd ingeval van surseance of
faillissement van een uitgevende instelling. In deze gevallen beperkt
Euronext Amsterdam de duur van deze noteringsmaatregel tot maximaal 12
maanden, met een mogelijkheid tot verlenging van 6 maanden in geval
van een ingezette herstructurering. Ook blijft het bestaande beleid
gehandhaafd dat een uitgevende instelling die wenst terug te keren
naar de officiële notering opnieuw aan de dan geldende
toelatingsvoorwaarden voldoet en een prospectus publiceert.
De maatregelen treden met onmiddellijke ingang in werking en zonder
terugwerkende kracht. Dit betekent dat deze maatregelen niet van
toepassing zijn voor uitgevende instellingen waarvoor op dit moment
een noteringsmaatregel van kracht is.
Euronext Mededeling
Beleid Euronext Amsterdam inzake noteringsmaatrgelen
Op basis van artikel 65 van het Fondsenreglement is Euronext Amsterdam bevoegd tot het nemen van maatregelen de officiële notering betreffende, waaronder schorsing van de officiële notering (het `strafbankje'). In deze mededeling wordt aangegeven op welke wijze Euronext Amsterdam deze bevoegdheid hanteert in het geval van een negatief eigen vermogen, surseance van betaling en faillissement van een uitgevende instelling die is genoteerd aan Euronext Amsterdam.
1. Noteringsmaatregel in geval van surseance en faillissement.
Euronext Amsterdam zal ten aanzien van een uitgevende instelling
waaraan (voorlopige) surseance van betaling is verleend of waarvoor op
eigen aangifte danwel op verzoek van een of meer schuldeisers het
faillissement is aangevraagd of ten aanzien waarvan een vergelijkbare
procedure van toepassing is die wordt beheerst door een buitenlands
rechtsstelsel, overgaan tot het opleggen van de noteringsmaatregel
schorsing van de officiële notering ex artikel 65 lid 2 sub a
Fondsenreglement (`de noteringsmaatregel').
2. Gevolgen en duur van de noteringsmaatregel.
Het opleggen van de noteringsmaatregel heeft tot gevolg dat de
uitgevende instelling met inachtneming van de termijnen en de
voorwaarden zoals die zijn opgenomen in de van toepassing zijnde
indexreglementen, zal worden verwijderd uit de index waarin de
uitgevende instelling mogelijk is opgenomen. Dit is doorgaans na drie
maanden het geval.
Euronext Amsterdam beperkt de duur van de noteringsmaatregel tot
maximaal 12 maanden. Indien voor het aflopen van deze termijn de
noteringsmaatregel niet is opgeheven, zal Euronext Amsterdam overgaan
tot het laten vervallen van het fonds of de fondsen uit de notering op
basis van artikel 65 lid 2 sub b Fondsenreglement. Indien de
uitgevende instelling naar het oordeel van Euronext Amsterdam
genoegzaam kan aantonen dat een herstructurering van de uitgevende
instelling binnen deze termijn van 12 maanden is ingezet met als doel
de noteringsmaatregel ongedaan te maken en deze herstructurering niet
binnen deze termijn kan worden afgerond, dan komt de uitgevende
instelling in aanmerking voor een additionele periode van maximaal 6
maanden om de herstructurering en het herkrijgen van de officiële
notering te effectueren. Gedurende deze periode blijft de
noteringsmaatregel van kracht totdat zal zijn voldaan aan de
voorwaarden voor het herkrijgen van een officiële notering. Indien na
afloop van deze termijn van maximaal 6 maanden de noteringsmaatregel
nog steeds van kracht is, zal Euronext Amsterdam alsnog overgaan tot
het laten vervallen van het fonds of de fondsen uit de notering
ingevolge artikel 65 lid 2 sub b Fondsenreglement.
Een uitgevende instelling ten aanzien waarvan de noteringsmaatregel van kracht is zal voor het herkrijgen van een officiële notering dienen te voldoen aan toelatingsvoorwaarden met betrekking tot o.m. eigen vermogen en winst zoals die van toepassing zijn ten tijde van de nieuwe toelating waarbij tevens een prospectus zal worden vereist.
De uitgevende instelling is gedurende de noteringsmaatregel verplicht
te voldoen aan de regelgeving waar de uitgevende instelling door de
noteringsovereenkomst aan is gebonden. De noteringsmaatregel heeft
niet automatisch tot gevolg dat de handel in het fonds wordt
onderbroken.
3. Onder voorwaarden geen noteringsmaatregel in geval van een negatief
eigen vermogen.
Wanneer het eigen vermogen van de uitgevende instelling negatief is,
zal worden overgegaan tot het opleggen van de noteringsmaatregel,
tenzij de uitgevende instelling per datum van het vaststellen van een
negatief eigen vermogen voldoet aan de publicatieverplichtingen zoals
die zijn opgenomen onder 3a, 3b en 3c. Indien de uitgevende instelling
voldoet, en, voor zover het de doorlopende publicatieverplichting
genoemd onder 3c. betreft, blijft voldoen aan deze
publicatieverplichtingen, zal door Euronext Amsterdam geen
noteringsmaatregel in verband met een negatief eigen vermogen worden
opgelegd. In dat geval blijft de uitgevende instelling officieel
genoteerd en regulier opgenomen in de index waarin het fonds mogelijk
is opgenomen.
3a. Melding en Persbericht.
De uitgevende instelling die een negatief eigen vermogen heeft, meldt
dit terstond aan Euronext Amsterdam, ongeacht of het negatief eigen
vermogen kwalificeert als een koersgevoelig feit in de zin van artikel
28h Fondsenreglement. Verder publiceert de uitgevende instelling
onverwijld door middel van een persbericht dat zij een negatief eigen
vermogen heeft. Dit persbericht heeft alleen het negatief eigen
vermogen van de uitgevende instelling tot onderwerp, tenzij het
bericht is gecombineerd met de informatie waarvan de publicatie
ingevolge sub 3b. is vereist. In dat geval kan de tweede publicatie
zoals bedoeld onder 3b. achterwege blijven.
3b. Tweede publicatie
Binnen vijf handelsdagen na bovengenoemd persbericht, dient de
uitgevende instelling een persbericht te publiceren waarin het
management van de uitgevende instelling gemotiveerd ingaat op de
financiële situatie van de uitgevende instelling. In dit persbericht,
waarin de financiële situatie van de uitgevende instelling centraal
staat, wordt tenminste ingegaan op de volgende onderwerpen:
-de oorzaken en achtergrond van het negatief eigen vermogen;
-de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van de uitgevende
instelling;
-de vooruitzichten op zowel korte als lange termijn voor de
continuïteit van de uitgevende instelling;
-(voorgenomen) maatregelen ter verbetering van de solvabiliteits- en,
indien relevant, de liquiditeitspositie;
-de (continuïteit van) eventuele kredietfaciliteiten en de
belangrijkste modaliteiten daarvan.
3c. Publicatie cijfers
De uitgevende instelling zal binnen twee maanden na afloop van ieder
kwartaal een kwartaalrapportage publiceren die tenminste voldoet aan
IAS 34 of de accountancy standaarden die daarvoor in de plaats treden
en waarin tenminste het volgende zal zijn opgenomen:
-een (verkorte) balans;
-een mutatieoverzicht van het eigen vermogen;
-een (verkorte) resultatenrekening;
-een kasstroomoverzicht; alsmede
-een adequate toelichting op de kwartaalcijfers.
Verder besteedt de uitgevende instelling in een aparte paragraaf
expliciet aandacht aan het negatieve eigen vermogen, waarbij eerdere
uitingen omtrent de solvabiliteits- en liquiditeitspositie, de
(mogelijke) gevolgen voor de continuïteit van de onderneming en de
(voorgenomen) maatregelen ter verbetering van de solvabiliteits- en
liquiditeitspositie worden geactualiseerd. Deze verplichting geldt
zolang de uitgevende instelling een negatief eigen vermogen heeft,
doch voor tenminste het kwartaal waarin bij de uitgevende instelling
een negatief eigen vermogen is ontstaan en het kwartaal volgend op dat
waarin een positief eigen vermogen is ontstaan.
4. Noteringsmaatregelen in andere gevallen.
Deze mededeling laat de bevoegdheid van Euronext Amsterdam onverlet om
in andere dan de in deze mededeling genoemde gevallen een
noteringsmaatregel op te leggen indien zich naar het oordeel van
Euronext Amsterdam met betrekking tot een fonds feiten of
ontwikkelingen voordoen of hebben voorgedaan, die aan het zonder meer
voortduren van de officiële notering in de weg staan zoals bedoeld in
artikel 65 lid 3 van het Fondsenreglement. In dat geval is het
gestelde onder 2. van overeenkomstige toepassing.
5. Inwerkingtreding.
Deze mededeling treedt met onmiddellijke ingang in werking. De
mededeling heeft geen terugwerkende kracht en is derhalve niet van
toepassing op fondsen waarvoor een noteringsmaatregel van kracht is
ten tijde van publicatie van deze mededeling.
© Euronext Amsterdam / Pers en Public Affairs