Verbond van Verzekeraars

Roel Wijmenga: Zwaar weer dwingt tot ingrijpen in arbeidsvoorwaarden

We moeten toe naar marktconformiteit. De verzekeringsbranche kent zeer goede arbeidsvoorwaarden. Dat mag en dat blijft zo, maar de gouden twintigste eeuw is definitief voorbij. Het wordt tijd dat dat besef goed doordringt. Om die reden hebben verzekeringswerkgevers vorige week tijdens de CAO-onderhandelingen ingezet op slechts één procent loonsverhoging en een eigen werknemersbijdrage voor de pensioenopbouw. Het is niet niks, maar we moeten als bedrijfstak inzien dat een pas op de plaats absoluut noodzakelijk is, stelt Roel Wijmenga, die als sectorvoorzitter Arbeidsvoorwaarden van het Verbond verantwoordelijk is voor de onderhandelingen.

De onderhandelingen voor de nieuwe CAO voor de verzekeringsbedrijfstak staan dit jaar meer dan ooit in de belangstelling van de media. Niet geheel onbegrijpelijk, want de voorstellen die verzekeraars hebben gedaan, liegen er bepaald niet om: de loonsverhogingen moeten een stuk bescheidener én er wordt gesneden in het premievrije pensioen, dat jaren als een soort verworvenheid in de bedrijfstak gold. Volgens het voorstel moeten werknemers voor hun pensioenopbouw zelf eenderde van de pensioenpremie gaan bijdragen, met een maximum van 5 procent van de pensioengrondslag.

De vakbonden vinden de voorstellen onbegrijpelijk en komen medio mei met een tegenvoorstel, maar volgens Wijmenga komen verzekeraars er in vergelijking met het gemiddelde Nederlandse arbeidsvoorwaardenpakket nog goed af. Het is algemeen bekend dat verzekeraars jarenlang een zeer luxe arbeidsvoorwaardenpakket hebben gehad. Uit onderzoek van Hay Consultants blijkt dat de lonen 15 procent hoger liggen dan het gemiddelde in de Nederlandse markt. Daarnaast gelden er vaak aanzienlijke kortingen op hypotheekrente en verzekeringen én hebben werknemers een premievrij pensioen. Met name dat laatste is uitzonderlijk: 92 procent van de Nederlandse werknemers in de marktsector betaalt al een eigen bijdrage voor zijn pensioen. Het is dus niet zo gek dat we van de medewerkers een eigen bijdrage vragen. We moeten ons luxe arbeidsvoorwaardenpakket langzaam maar zeker ombuigen naar een pakket dat in Nederland normaal is.

Van een luxe naar een normaal pakket

Een luxe pakket of niet, feit blijft wel dat de voorstellen ingrijpend zijn in vergelijking met voorgaande jaren. De verzekeringsbedrijfstak heeft jarenlang zeer goede tijden gekend, verklaart Wijmenga. We kwamen uit wat ik noem een geordende markt. Er was relatief weinig concurrentie. Die tijd is nu echter definitief voorbij. Er is een moordende concurrentie ontstaan, wat natuurlijk alles te maken heeft met de toegenomen regelgeving en het toegenomen toezicht. Er bestaat grote druk van aandeelhouders op onze prestaties. De administratieve lasten zijn enorm toegenomen.

Daarnaast weet iedereen dat de rendementen op beleggingen dramatisch zijn geweest de afgelopen jaren. Veel verzekeraars hebben daardoor grote verliezen geleden, zoals ook blijkt uit de gepubliceerde jaarcijfers die iedereen in de kranten heeft kunnen lezen. Iedereen weet dat het bij Schade al jarenlang niet luxueus is, maar ook Leven heeft nu een flinke terugslag te verduren gekregen bij de nieuwe productie en winstcapaciteit. Daar komt nog bij dat de fiscale stimulansen en voordelen voor levensverzekeringen steeds verder worden afgebouwd. Kortom: het is zwaar weer in de branche. Al die elementen samen hebben tot gevolg dat we ons niet meer het luxe arbeidsvoorwaardenpakket kunnen permitteren dat we tot nu toe altijd hebben gehad.

Dat het arbeidsvoorwaardenpakket van verzekeraars luxe is, blijkt wel uit het eerder genoemde onderzoek. Werknemers zijn verwend, zei Verbondsvoorzitter Carlo de Swart onlangs nog in een interview. En ze weten dat verduveld goed, voegt Wijmenga eraan toe, zeker wat betreft de secundaire arbeidsvoorwaarden. Dat het salaris 15 procent hoger ligt, realiseren ze zich niet altijd. Ik heb daarom wel eens met medewerkers afgesproken dat als ze bij personeelsadvertenties in de krant een soortgelijke functie zouden tegenkomen die meer betaalt, ze bij mij aan de bel moesten trekken. Nou, vrijwel allemaal kwamen ze tot de conclusie dat het nog niet meevalt om elders hetzelfde te verdienen.

Verantwoordelijkheid leidinggevenden

Volgens Wijmenga zijn de voorstellen dus ingrijpend, maar helaas noodzakelijk, gelet op de economische realiteit. We moeten langzaam maar zeker ombuigen naar marktconforme beloningsvoorwaarden. Het is kiezen: of we gaan nú een flauwe bocht maken, maar als we nog vijf jaar wachten, dan wordt het een haarspeldbocht. Ik denk niet dat we dat moeten willen. Hij benadrukt overigens dat het zware weer in de hele bedrijfstak moet worden gevoeld, van hoog tot laag. Wel mag wat hem betreft van bovenaf nog wat meer worden benadrukt dát de voorgestelde maatregelen nodig zijn. Het is vaak lastig uit te leggen, omdat het slechte klimaat met enige vertraging zichtbaar wordt. Leidinggevenden hebben daarom een grote verantwoordelijkheid om uit te leggen hoe het in elkaar zit.

Bondig, 14 mei 2003