ADVIESCOMMISSIE VREEMDELINGENZ
Persbericht Vreemdelingenbeleid en terrorismebestrijding
De Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (ACVZ) vindt dat bij de
preventie en bestrijding van terrorisme, het vreemdelingenbeleid
nadrukkelijker en vooral systematischer dan nu moet worden ingezet.
Het nationale actieplan 'Terrorismebestrijding en Veiligheid' van de
regering laat daar, naar de mening van de ACVZ, een kans onbenut.
De Commissie heeft dat vermeld in haar advies 'Vreemdelingenbeleid en
terrorismebestrijding' waarin 21 concrete aanbevelingen zijn
opgenomen.
'Vreemdelingenbeleid en terrorismebestrijding': het is een delicate
verbinding van begrippen, waarbij de dilemma's levensgroot kunnen
zijn. Maatregelen ter preventie en bestrijding van terrorisme mogen
nooit resulteren in een maatschappij die vijandig staat tegenover
vreemdelingen in het algemeen of een overheid die 'alles mag'. Dat
vraagt om het vinden van een balans tussen veiligheid,
rechtvaardigheid en vrijheid, ook op het terrein van het
vreemdelingenbeleid. Die afweging is de ACVZ niet uit de weg gegaan.
Er zijn vele actuele aanknopingspunten voor discussie: recent heeft
waar het vluchtelingen betreft (de ACVZ heeft naar alle soorten
aanvragen gekeken, vooral ook de reguliere aanvragen die in het
buitenland worden ingediend) de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen
bij de Verenigde Naties, Lubbers zijn mening gegeven over de praktijk
in de Verenigde Staten van Amerika. Bij ons is deze week actueel de
rechtszaak tegen de mogelijke ronselaars in de zaak van de Eindhovense
jongeren.
De ACVZ is -onder meer- van mening dat screening en preventie meer en
effectief moeten worden uitgevoerd in zogenoemde risicolanden dan aan
de niet waterdicht te maken landsgrenzen van Nederland. Al in de
herkomstlanden van de aanvragers moet de achtergrond van de aanvrager
worden onderzocht. In dit kader beveelt de ACVZ aan om -zoals het in
Canada gehanteerde veiligheidsbeleid voor vreemdelingen-
veiligheidschecks uit te voeren bij aanvragen van vreemdelingen die
voor een kort bezoek of permanent verblijf in Nederland in aanmerking
willen komen. Deze check dient te worden uitgevoerd op de plaats van
aanvraag, aan de hand van te ontwikkelen risicoprofielen. De groep
reguliere vreemdelingen (werken, studeren, gezinshereniging etc.) is
aanmerkelijk groter dan de groep asielzoekers. Voor de asielprocedure
bestaan dergelijke profielen al, zij het in beperkte mate, bij de
behandeling van aanvragen van asielzoekers die mogelijk
oorlogsmisdaden hebben begaan.
Relevante gegevens over vreemdelingen die mogelijk een gevaar zouden
kunnen vormen voor de Nederlandse Staat en haar samenleving zouden in
een databank gecombineerd moeten kunnen worden met gegevens van de
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze informatie
moet aan de AIVD worden aangeleverd door organisaties die met de
uitvoering van de vreemdelingenwet- en regelgeving zijn belast. De
informatieverstrekking en koppeling van gegevens dient aan wettelijke
regels over bevoegdheden en gebruik te worden gebonden. Ambtenaren die
met deze gevoelige materie moeten omgaan dienen een goed en zorgvuldig
opleidingstraject te krijgen.
Via aanpassing van wet- en regelgeving moet worden zeker gesteld dat
ernstige redenen voor het bestaan van gevaar voor de nationale
veiligheid kunnen leiden tot verblijfsweigering of
verblijfsbeëindiging van vreemdelingen. Deze formulering moet
aansluiten bij de formulering van de uitsluitingsclausule in het
Vluchtelingenverdrag.
In haar advies heeft de ACVZ aandacht besteed aan de bijzondere rol
van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bij de bestrijding van
terrorisme. De Verenigde Naties kennen zogenoemde Sanctielijsten van
personen, groepen en landen die worden verdacht van terroristische
activiteiten. Lidstaten zijn verplicht hun saldo's te blokkeren,
reisverboden op te leggen en in sommige gevallen personen uit- of over
te leveren. Voor personen, groeperingen of landen op die lijsten
bestaan geen directe juridische mogelijkheden tot verweer. De ACVZ wil
niet alleen dat de Sanctielijsten -die bindend zijn- worden nageleefd
maar ook dat er een procedure wordt ontwikkeld hoe te handelen als een
zich in Nederland bevindende persoon of groep stelt ten onrechte op
een Sanctielijst te zijn terechtgekomen.
Tenslotte benadrukt de ACVZ dat verruiming van de mogelijkheden voor
veiligheidsdiensten en de invoering van een consequente 'profiling'
van risicogroepen altijd dient te blijven binnen de grenzen van het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele
vrijheden. Inperkingen van de individuele vrijheden: altijd op een
wettelijke basis, toetsbaar en in verhouding tot het doel.
HET ADVIES IS OPENBAAR GEMAAKT IN EEN PRESENTATIE AAN DE PERS IN
NIEUWSPOORT IN DEN HAAG OM 10.30 UUR.
Noot voor redactie,