Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Antwoorden op schriftelijke vragen inzake het verstrekken van noodreisdocumenten op Schiphol

09-05-2003

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Mastwijk inzake het verstrekken van noodreisdocumenten op Schiphol door de Koninklijke Marechaussee.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Antwoorden op de vragen van het lid Mastwijk (CDA) aan de ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het verstrekken van noodreisdocumenten op Schiphol. (Ingezonden 27 maart 2003).

1. Bent u van mening dat de relatief sterke stijging van het aantal noodreisdocumenten dat op Schiphol door de Koninklijke Marechaussee (KMar) wordt verstrekt voor een belangrijk deel zou kunnen worden verklaard door gemakzucht bij reizigers die weten dat ze op Schiphol voor een relatief laag tarief een nooddocument kunnen krijgen ?

Er is geen sprake van een relatief sterke stijging. Zoals in de antwoorden op de vragen van de leden Mastwijk en Smilde van 8 november 2002 is aangegeven, neemt het aantal door de KMar verstrekte noodreisdocumenten jaarlijks met ongeveer 1000 documenten toe. De stijging die er tijdelijk is geweest in het begin van 2002 is sterk afgenomen en heeft zich inmiddels gestabiliseerd. Er zijn geen empirische gegevens voorhanden met betrekking tot de door de aanvrager opgegeven redenen om een nooddocument aan te vragen, evenmin kan worden vastgesteld of er sprake is van gemakzucht bij de reizigers.

2. Deelt u de mening dat het in de rede ligt om maatregelen te nemen die ertoe kunnen bijdragen dat de door u gesignaleerde druk op de KMar wordt verminderd, zodat die zich volledig aan de eigenlijke taken kan wijden? Zo neen, welke redenen verzetten zich daartegen?

In de eerste plaats wordt opgemerkt dat het verstrekken van nooddocumenten ook tot de wettelijk geregelde taken van de KMar behoort. Zoals is geantwoord op de vragen van de leden Mastwijk en Smilde van 8 november 2002 is de KMar ook tijdens het hoogseizoen, vooralsnog in staat haar overige taken op Schiphol uit te voeren. Waarschijnlijk heeft een grotere bekendheid bij het publiek met de nieuwe regelgeving inzake de centrale personalisering, en de daaraan verbonden langere wachttijd voor reisdocumenten, bijgedragen aan de stabilisatie van het aantal aanvragen van nooddocumenten bij de KMar. Ook dit jaar zal de nodige voorlichting aan burgers en gemeenten worden gegeven. Zo zullen de gemeenten onder meer verzocht worden hun inwoners in de zogenoemde piekperiode(mei, juni, juli) vervroegd aan te schrijven voor de aanvraag van een reisdocument. Met de invoering van het nieuwe reisdocument is de verplichting van gemeenten ingegaan om burgers aan te schrijven voordat de geldigheidsduur van hun reisdocument afloopt.

3. Bent u bereid het Besluit paspoortgelden te wijzigen in die zin, dat het tarief voor het verstrekken van een noodreisdocument wordt vastgesteld op een substantieel hoger bedrag (minimaal kostendekkend) dan nu het geval is? Zo neen, waarom niet?

Neen. Er bestaat geen directe relatie tussen de hoogte van het tarief voor nooddocumenten en de kosten die met de verstrekking daarvan zijn gemoeid. In de nota van toelichting bij het Besluit paspoortgelden is uiteengezet dat het tarief is vastgesteld op het bedrag dat in Nederland ten hoogste in rekening kan worden gebracht voor een nationaal paspoort. De reden hiervoor is onder meer gelegen in de omstandigheid dat het een bijzondere voorziening betreft ter vervanging van een regulier reisdocument. Hierbij speelt een rol dat het reisdocument beperkte geldigheid heeft, namelijk in principe voor één reis en voor beperkte duur. Het zonder meer vaststellen van een aanzienlijk hoger tarief zou nadelig kunnen uitwerken voor reizigers met beperkte financiële middelen. Daarnaast zou het een aanzienlijke financiële belasting kunnen vormen voor families met kinderen, omdat voor ieder persoon een apart nooddocument moet worden aangeschaft.

Nieuws