Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2003/1480
datum
14-05-2003

onderwerp
Stand van zaken Aviaire Influenza
TRC 2003/3839

bijlagen
3

Geachte Voorzitter,

Graag wil ik u mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeren over de stand van zaken van de bestrijding van Aviaire Influenza in Nederland.

In de periode vanaf 1 mei is het aantal nieuwe verdenkingen en besmettingen beperkt gebleven tot 4, in Heesch (1 mei), Beringe (2 mei) en Wernhout (9 mei) en Roggel (12 mei). Deze laatste verdenking was bij een hobbydierhouder. Ook in België en Duitsland is de situatie rustig. De laatste uitbraak in België dateert van 27 april. In Duitsland is de uitbraak van het virus tot op heden beperkt gebleven tot het bedrijf in Schwalmtal.

Afgelopen weekend is gestart met het ruimen van hobbydieren met kratten in Nederweert en Neerkant. De uitvoering hiervan is goed verlopen, mede door de goede samenwerking met de betrokken gemeenten. Met deze actie is het overgrote deel van de hobbydieren in deze plaatsen geruimd. Dit weekend zal eenzelfde ruimingsactie plaatsvinden in 9 andere gemeenten.

Hoewel het aantal uitbraken afneemt is het veterinaire risico van nieuwe uitbraken nog altijd niet geweken. Dit neemt niet weg dat ik toch een aantal aanpassingen op de maatregelen zal gaan doorvoeren. Hieronder volgt een overzicht van de aanpassingen in de maatregelen.

datum
14-05-2003

kenmerk
VVA. 2003/1480

bijlage

Aanpassingen van het regime
Sinds vorige week is het voor gemengde bedrijven in Nederland onder strikte voor-waarden toegestaan de mest van de niet AI-gevoelige dieren te vervoeren en aan te wenden. Daarmee is het probleem van overvolle mestkelders en extra noodopslagen verholpen.

Voorts heb ik het verbod op het organiseren van evenementen in de niet besmette delen van het land grotendeels opgeheven. Met name voor evenementen in compartiment E dient nog wel aan stringente voorwaarden te worden voldaan. Het verzamelen van postduiven voor wedvluchten wordt toegestaan in de compartimenten C, D, H, F. Tevens wordt het verzamelen van postduiven voor wedvluchten afkomstig van bedrijven waar geen AI-gevoelige dieren aanwezig zijn, in de compartimenten A, B, E, en G toegestaan.

Tevens streef ik ernaar voor het eind van deze week onder strikte voorwaarden een aantal versoepelingen door te voeren in de Toezichtsgebieden en gebieden met vergelijkbaar regime. In eerste instantie gelden deze versoepelingen voor de T-gebieden in de compartimenten A en B (excl. de Beschermingsgebieden) en het Toezichtsgebied in compartiment E dat grenst aan Beneden Leeuwen. Indien de veterinaire situatie het toelaat zullen de versoepelingen niet eerder dan vanaf week 21 ook gaan gelden voor de overige Toezichtsgebieden. De versoepelingen betreffen het toestaan van de afvoer van consumptie-eieren en het toestaan van de 1 op 1 afvoer van slachtkuikens naar de slachterij. Ook zal de aanvoer van een- en evenhoevigen met uitzondering van varkens van gespecialiseerde bedrijven naar gemengde bedrijven weer mogelijk zijn.

Ik zal het verplaatsen van opfokdieren onder strikte voorwaarden toestaan buiten de Beschermings- en Toezichtsgebieden in de compartimenten C, D, E en H. De uitvoering en controle is de verantwoordelijkheid van het productschap, de rijksoverheid zal toezicht houden op alle verplaatsingen van opfokdieren. Om ruimte voor de opfokdieren te creëren zullen de uitgelegde leghennen geslacht worden. Indien de slacht binnen het compartiment niet mogelijk is, dan zullen de dieren op het bedrijf worden gedood en naar de destructor worden afgevoerd. Na het eenmalig verplaatsen van de dieren zal een standstill voor deze dieren worden afgekondigd om te bezien of deze aanpak goed werkt.

Vanwege de hiervoor genoemde aanpassingen van het regime zal ik ook de welzijns-opkoopregelingen aanpassen. Omdat de afvoer van slachtpluimvee uit de Toezichts-gebieden naar de slachterijen weer mogelijk is, vervalt de welzijnsopkoop voor deze dieren. Binnen de Beschermings- en Toezichtsgebieden wordt de welzijnsopkoopregeling opgesteld voor opfokhennen, waarbij ik een vergoeding van 50% zal aanbieden. Dit percentage heb ik lager vastgesteld dan eerdere welzijnsopkoopregelingen omdat welzijnsproblemen bij deze dieren ten dele hadden kunnen worden voorkomen door de pluimveehouders. Het bedrijfsleven is in de gelegenheid gesteld deze vergoeding aan te vullen.

De aangepaste regelingen zullen zoals gebruikelijk op het internet worden geplaatst (www.minlnv.nl).

In het licht van het uitblijven van nieuwe uitbraken is ook het vraagstuk van herbevolking aan de orde. De ervaringen in Italië nopen mij echter tot voorzichtigheid. Op dit moment beraad ik mij nog over de wijze waarop de herbevolking van de pluimveesector gestalte zou moeten krijgen. In een volgende brief zal ik u daarover informeren. In het verlengde hiervan beraad ik mij ook op de toekomst van de intensieve pluimvee-houderij. Het spreekt vanzelf dat een grondige herbezinning aan de orde is nu de gevolgen van de crisis in termen van maatschappelijke kosten zich aftekenen. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om de disbalans tussen de maatschappelijke risico's en kosten van de pluimveehouderij enerzijds en de maatschappelijke baten anderzijds op te heffen.

Diagnose Helenaveen
Een bedrijf in Helenaveen blijkt bij nader inzien niet ernstig verdacht te zijn van Vogelpest. Eerdere testresultaten gaven aan dat er een ernstige verdenking van Vogelpest zou zijn. Het bedrijf is op 29 april verdacht verklaard en op 3 mei geruimd. Het blijkt dat tijdens de uitvoering van de eerste test op het CIDC Lelystad een vergissing is opgetreden bij het koppelen van de testuitslagen aan de betreffende geteste monsters. Dit heeft ten onrechte geleid tot een positieve uitslag. De betreffende monsters worden nu via een virusisolatie-test nader onderzocht. De uitslag van deze test wordt deze week verwacht. Ik zal u daarover in de volgende brief informeren. De betrokken pluimveehouder en hobbydier-houders zijn uiteraard direct geïnformeerd.

Handhaving
In het kader van de handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de vogelpest is naast de AID ook een aantal externe handhavers (de Douane, KLPD/LSGBO, de Inspectie Verkeer en Waterstaat en onderdelen van Defensie) betrokken. Op 6 mei jl. heeft een tussentijdse evaluatie met de handhavers plaatsgevonden. Daaruit is gebleken dat de samenwerking tussen de verschillende handhavers in het algemeen als bijzonder positief is ervaren. De ervaringen wijzen bovendien uit dat de inzet van de externe handhavers een substantiële bijdrage heeft geleverd aan het nalevingsniveau. In totaal zijn door alle handhavers tezamen circa 18.000 controles uitgevoerd. Door de externe handhavings-partners is veelvuldig een beroep gedaan voor inhoudelijke ondersteuning op het Landelijke Ondersteuningspunt van de AID in het RCC te Stroe. Waar nodig heeft de AID fysieke ondersteuning verleend.

Met mijn ambtsgenoten van Financiën en Verkeer en Waterstaat ben ik in overleg om de bijstand voor de periode na 18 mei door de Douane en IVW ook voort te zetten. De inzet van de handhavers zal daarbij worden afgewogen tegen de actuele ontwikkelingen.

Conform de toezegging aan de Kamer tijdens het AO van 1 mei jl. treft u in de bijlage een recent overzicht aan van het aantal en aard van de overtredingen (bijlage 1).

Food and Veterinairy Office (FVO) controlebezoek Van 1 t/m 5 mei heeft het FVO van de Europese Commissie een controlebezoek uitgevoerd naar de stand van zaken van de Aviaire Influenza en de wijze waarop de bestrijding door de Nederlandse autoriteiten wordt aangepakt. Tijdens het bezoek werd bezien in hoeverre de genomen bestrijdingsmaatregelen in overeenstemming zijn met de in de communau-taire regelgeving voorgeschreven maatregelen. Het FVO-bezoek is voorspoedig verlopen. De FVO-inspecteurs zijn te spreken over de wijze waarop Nederland de bestrijding van het AI virus heeft aangepakt. Zij hebben tijdens het bezoek geen specifieke aanbevelingen gedaan die tot een wijziging in de bestrijdingsaanpak hebben geleid. Binnen enkele weken zal controle FVO rapport beschikbaar komen. Over de uitkomsten van het rapport zal ik u berichten.

Uitslagen onderzoek naar H7N7 in Dinteloord
In mijn brief van 15 april jl. heb ik reeds gemeld dat uit bewaard materiaal uit Dinteloord in december 2002 het vogelpestvirus (H7 variant) was geïsoleerd. Inmiddels is uit nader onderzoek door het CIDC en het Europees Referentie Laboratorium in Weybrigde het virus getypeerd als een laagpathogeen H7N3 influenzavirus. Dit betekent dat de eerder veronderstelde causale relatie tussen Dinteloord en de uitbraak van het AI-virus in de Gelderse Vallei minder waarschijnlijk is. Momenteel wordt nader onderzoek verricht om na te gaan of er ook sprake is geweest van een N7 virus. Ik zal u daarover nader berichten.

Volksgezondheidsaspecten
Na het overlijden van de dierenarts op 17 april is er vanaf 19 april tot 1 mei een sterke toename geweest van het aantal meldingen van mensen met klachten die mogelijk veroorzaakt zouden kunnen zijn door het AI-virus. In deze periode werden 100 meldingen ontvangen. Dit is 4 maal zo veel als in de vergelijkbare periode daarvoor. Van deze 100 werd slechts bij 1 persoon het AI-virus gevonden. Van de 300 meldingen daarvoor werd bij 82 mensen het AI-virus gevonden.

Tot en met 8 mei hebben zich in totaal 417 mensen gemeld met klachten waarvan bij 86 infectie met het AI-virus is aangetoond. Van deze 86 mensen heeft niemand klachten gekregen na 19 april. Inmiddels is een verdere afname te zien van het aantal ziekte-meldingen.

De Kamer is bij schrijven van 17 maart 2003 door de staatssecretaris van VWS reeds geïnformeerd over een gezondheidsonderzoek onder betrokkenen. Eén deel, het onderzoek onder huisgenoten van mensen met klachten door het AI-virus, is inmiddels gestart.

Deze week zal het tweede deel starten, een onderzoek onder personen die direct contact hebben gehad met (mogelijk) besmet pluimvee, zowel pluimveehouders als personen die betrokken waren bij de ruimingen. Ongeveer 5.000 personen ontvangen een vragenlijst over contact met pluimvee, gezondheidsklachten (psychische klachten, oogklachten en griep-achtige klachten) en zorgbehoefte. De vragenlijsten worden in fasen uitgezet, voor iedere deelnemer circa 8-10 weken na het eerste mogelijke contact met het AI-virus. Bij een deel van de onderzochte personen die daarvoor toestemming geven, wordt aanvullend bloed- en speekselonderzoek verricht om contact met het AI-virus vast te stellen.

Tot slot
Overigens kan ik u meedelen dat de meeste varkensbedrijven waarbij onderzoek is gedaan naar AI bij varkens weer zijn vrijgegeven. De varkens van de 13 positief bevonden bedrijven zijn inmiddels opgekocht en separaat afgevoerd.

Ten slotte treft u als bijlage aan het verslag van de Commissie Wensing over week 18 en 19 (bijlage 2 en 3).

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman

Bijlage:
Overtredingen Vogelpest (PDF-formaat, 40 Kb)

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2003/par03152.htm . Verslag Welzijnscommissie Week 18 (PDF-formaat, 47 Kb) Verslag Welzijnscommissie Week 19 (PDF-formaat, 45 Kb)


---