Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Antwoord op vragen van het lid Timmermans (PvdA)

14-05-2003

1. Is militair personeel een regeling aangeboden voor vervroegd functioneel leeftijdsontslag (FLO), zodat men 2 jaar eerder kan afvloeien, waarbij de functie die vrij komt niet wordt vervuld? Ja. Het betreft hier een regeling in het kader van de uitvoering van het Strategisch Akkoord: de Eenmalige maatregel versnelde uitstroom militair personeel 2003. Op basis daarvan kunnen de oudste twee jaarklassen van militairen vrijwillig voor ontslag wegens overtolligheid opteren. De militairen ontvangen dan een wachtgelduitkering tot de oorspronkelijke ontslagleeftijd is bereikt en vervolgens een uitkering op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen (UKW) tot de 65-jarige leeftijd. De functies van de militairen die van de regeling gebruik maken, of gelijkwaardige functies, worden geschrapt.

2. Zo ja, waarom is voor (bepaalde categorieën van) burgerpersoneel niet dezelfde gunstige regeling in het leven geroepen? Acht u dit verschil in rechtspositie te rechtvaardigen, mede gelet op de eisen van gelijkberechtiging en sociaal werkgeverschap? Bij de uitvoering van het Strategisch Akkoord is voor het burgerpersoneel gekozen voor het blokkeren van de instroom. Deze maatregel levert immers direct geld op zonder bijkomende kosten. Een belangrijk nadeel van een algemene vacaturestop is echter dat deze onvoldoende onderscheidend is. Daarom is bij het burgerpersoneel gekozen voor een tijdelijke en selectieve vacaturestop om de bedrijfsvoering bij de defensieonderdelen niet in gevaar te brengen. Een soortgelijke vacaturestop voor het militair personeel zou ten koste gaan van de operationele inzetbaarheid bij de krijgsmachtdelen en is dus ongewenst. Anders dan bij het militair personeel, waar een gesloten personeelssysteem als uitgangspunt geldt, zijn er voor Defensie bij het burgerpersoneel geen zwaarwegende knelpunten aan de uitstroomkant. Bovenstaande overwegingen rechtvaardigen waarom voor het burgerpersoneel niet een met de militairen vergelijkbare rechtspositionele maatregel is getroffen.

3. Vormt de vergrijzing binnen het Marinebedrijf een probleem voor de Koninklijke Marine? Zo ja, zou een met de militaire regeling te vergelijken benadering in deze situatie geen verbetering aan kunnen brengen? Wilt u dit laten onderzoeken en de Kamer over de resultaten berichten? Binnen het Marinebedrijf zijn op dit moment relatief veel oudere medewerkers aanwezig, die de komende jaren zullen uitstromen. Een uitstroomregeling voor deze categorie personeel, vergelijkbaar met die voor de militairen, zou niet effectief zijn, omdat de door hen vervulde functies dan zouden komen te vervallen. Dit zou tot problemen in de bedrijfsvoering leiden. De oplossing voor het realiseren van een meer evenwichtige opbouw van het personeelsbestand bij het Marinebedrijf moet veeleer worden gezocht in de sfeer van opleidings- en mobiliteitsbeleid, in combinatie met een (beperkte) instroom van nieuw personeel.

Wel wordt thans bezien of op individuele basis voortijdig FPU-vertrek (Flexibel Pensioen en Uittreden) kan worden gestimuleerd via een suppletie vanuit de werkgever. Dit vormt dan een onderdeel van de met de Centrales van Overheidspersoneel te maken afspraken over het te voeren sociaal beleid in het kader van de komende personeelsreducties. Een dergelijk instrument kan mogelijk ook worden gebruikt om scheefgroei in de organisatie, zoals bij het Marinebedrijf, tegen te gaan.
---

Nieuws