Waterschap Vallei & Eem
Waterschap gaat dijken in Eemland verbeteren
Waterschap Vallei & Eem start dit voorjaar een procedure voor
dijkverbetering in het Eemland. Het waterschap wil ervoor zorgen dat
de dijken in 2010 voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Met de
dijkverbetering wil het waterschap bovendien zijn voorbereid op de
toekomstige peilverhoging van het Markermeer en de randmeren en de in
gang zijnde klimaatverandering.
In april 2002 is de Wet op de Waterkering gewijzigd. Toen is
vastgesteld dat het Markermeer, de aangrenzende randmeren en de Eem
hetzelfde gevaar voor overstroming opleveren als het IJsselmeer.
Daarom moeten de dijken langs deze wateren voldoen aan strengere
normen. Het is de taak van Waterschap Vallei & Eem, als beheerder van
de dijken, om hiervoor te zorgen. Het gaat om de
Wakkerendijk/Meentweg, Putter Zeedijk, Arkemheense Zeedijk, de
Oostdijk, Westdijk, Eemdijk, Eemlandse Dijk, de Slaagse Dijk en de
Grebbeliniedijk.
Onderzoek naar hoogte en stabiliteit
In 2002 heeft het waterschap de hoogte en stabiliteit van de dijken
laten onderzoeken. Uit dat onderzoek blijkt dat de dijken niet overal
voldoende bescherming bieden tegen overstromingen. Zeventig procent
van de oostelijke Eemdijken is 10 centimeter tot 1 meter te laag. In
Spakenburg is de dijk over 300 meter 10 tot 70 centimeter te laag. Op
verschillende plekken zijn de dijken langs de randmeren en Eem aan de
binnen- of buitenzijde instabiel. Om ervoor te zorgen dat de dijken in
2010 voldoen aan de wettelijke eisen, wil het waterschap nu een
procedure voor de dijkverbetering starten.
Milieu Effect Rapport
Ter voorbereiding op de dijkverbetering stelt het waterschap eerst een
startnotitie en vervolgens een Milieu Effect Rapport op. De
startnotitie beschrijft wat de mogelijke oplossingen zijn en op basis
van welke afwegingen het waterschapsbestuur de keuzes voor de
dijkverbetering uiteindelijk maakt. De startnotitie is in oktober 2003
gereed.
In het Milieu Effect Rapport worden de mogelijke oplossingen voor
dijkverbetering uitgewerkt. Ook worden de effecten van deze
oplossingen op de veiligheid, de omgeving en de kosten beschreven. Met
behulp van die rapportage beslist het bestuur van het waterschap
uiteindelijk welke keuzes worden gemaakt. Het is de bedoeling dat het
Milieu Effect Rapport in 2005 klaar is.
Het waterschap stelt beide rapporten op in samenwerking met de
gemeenten Eemnes, Baarn, Soest, Amersfoort, Bunschoten, Nijkerk en
Putten, Rijkswaterstaat en de provincies Utrecht en Gelderland.
Het waterschap wil ook belanghebbenden betrekken bij het opstellen van de plannen. Het gaat om onder andere milieuorganisaties, het recreatieschap en vertegenwoordigers van agrariërs, aanwonenden en aanliggende bedrijven. Begin juni 2003 stelt het waterschap een adviesgroep met vertegenwoordigers van deze belanghebbenden samen. De adviesgroep kan ideeën inbrengen en de conceptplannen van het waterschap becommentariëren. Als de plannen gereed zijn, hebben alle belanghebbenden de mogelijkheid een inspraakreactie te geven.
Maatregelen
Mogelijke maatregelen voor dijkverbetering kunnen zijn het ophogen of
verbreden van de dijk, het verflauwen van het talud en het verplaatsen
van sloten binnendijks. In juni geeft het waterschap een nieuwsbrief
uit over de dijkverbetering. Deze wordt verstuurd naar de
belanghebbenden in het gebied. De nieuwsbrief is eind juni op te
vragen via de website
Persbericht d.d. 15-5-2003 ( 2003/15 )
Actuele informatie over besluiten en werkzaamheden van het waterschap
brengen we o.a. in de vorm van persberichten naar buiten. Voor meer
informatie kunt u bellen met onze persvoorlichters op telefoonnummer
033 - 43 46 329 (of 328).