Centrale Raad van Beroep Utrecht >
Actueel
Korting op AOW-toeslag; geen strijd met supranationaalrechtelijke of
verdragsrechtelijke bepaling
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 16-05-2003
Geschil betreft de korting op een toegekende AOW-toeslag voor een
tijdvak gelegen voor 1 januari 1957, omdat de echtgenote van
betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden om in aanmerking te komen
voor de overgangsvoordelen. Artikel 13 AOW biedt naar het oordeel van
de Raad in samenhang met artikel 55 AOW een voldoende grondslag voor
korting van dit tijdvak op de toeslag. Op grond van artikel 27, tweede
lid, van het Verdrag Nederland-Turkije kan de echtgenote van
betrokkene niet geacht worden te voldoen aan de voorwaarde van wonen
in Nederland, nu ook Nederlanders die niet hier te lande wonen niet
aan die voorwaarde voldoen. De Raad laat in het midden of artikel 3
van Besluit 3/80 van de Associatieraad EG-Turkije in dit geval van
toepassing is nu de echtgenote van betrokkene niet woont op het
grondgebied van een lidstaat van de EG. Voorts oordeelt de Raad dat
een korting op de toeslag, op de grond dat de echtgenote niet voldoet
aan de voorwaarden voor aanspraak op overgangsvoordelen, niet
onverenigbaar is met de norm van gelijke behandeling als neergelegd in
artikel 3 van Besluit 3/80, noch met enig andere
supranationaalrechtelijke of verdragsrechtelijke bepaling. Ook de
jurisprudentie van het EG-Hof met betrekking tot artikel 10
Verordening 1408/71 en het karakter van het AOW-pensioen als een
opbouwstelsel acht de Raad van wezenlijk belang.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AF7507
Zie het origineel
http://www.rechtspraak.nl/act...d=11821&i=52&ti=5
.