D66
Nieuw kabinet geeft impuls aan onderwijs en kennis
Kennisontwikkeling
16-05-2003 - Nu de onderhandelingen voor een nieuw kabinet voorbij
zijn, wordt onder meer duidelijk wat D66 heeft bereikt op het gebied
van onderwijs. Niet alleen wordt er niet bezuinigd op het onderwijs,
er wordt in totaal 800 miljoen extra voor onderwijs en kennis
uitgetrokken. Er zal minder overheidsbemoeienis voor scholen zijn,
maar zij krijgen meer eigen bevoegdheden. En er komt een
Innovatieplatform van overheid, scholen en bedrijfsleven om de
kenniseconomie een impuls te geven.
D66 had in haar laatste verkiezingsprogramma 2,5 miljard voor de
kenniseconomie (waaronder onderwijs) opgenomen. Dat was begin januari,
toen we dachten dat we maar 6,5 miljard hoefden te bezuinigen om op
een begrotingstekort van 0,5% BBP uit te komen. Inmiddels is de
economie zodanig verslechterd dat een meer dan twee keer zo hoog
bezuinigingsbedrag nodig is. Ook is er sprake van een geweldige
kostenexplosie in de zorg, waarvan de een aantal maanden geleden de
omvang nog niet konden overzien. Dat is enerzijds goed nieuws voor het
wegwerken van de wachtlijsten, anderzijds beperkt het de financiële
ruimte aanzienlijk.In die situatie is het al heel wat als er op een
bepaald beleidsterrein niet bezuinigd wordt. CDA, VVD en D66 hebben
echter afgesproken ondanks het moeilijke economische klimaat flink te
investeren in onderwijs .
In totaal komt er 800 miljoen extra voor onderwijs en kennis. Daarvan
is 700 miljoen bestemd voor het onderwijs: hoger onderwijs en
onderzoek, beroepsonderwijs, bestrijden van het lerarentekort,
medische opleidingen (opheffen numerus fixus) en bèta-studies. Ook
hebben we 100 miljoen gereserveerd voor verruiming van de Wet
Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Dat is een fiscale
stimulering van research & development, speciaal gericht op het
midden- en kleinbedrijf. Dat vinden wij nodig om Nederland een
innovatieve kenniseconomie te houden.
De afspraken gelden voor de komende kabinetsperiode, dus voor de
begrotingen voor 2004 tot en met 2007. De genoemde bedragen zijn de
jaarlijkse extra bedragen die er vanaf 2007 naartoe gaan, in 2004 t/m
2006 worden deze extra bedragen al stap voor stap opgebouwd.
Van de 800 miljoen blijft netto 700 miljoen over, want het budget voor
allerlei regelingen voor achterstandsleerlingen wordt gebundeld zodat
daar 100 miljoen op bespaard kan worden. Voor het achterstandsbeleid
blijft dan 460 miljoen per jaar over. Doordat dit geld wordt gebundeld
en rechtstreeks naar de scholen gaat (die het naar eigen inzicht mogen
inzetten, bijvoorbeeld voor schakelklassen) wordt de bureaucratie
rondom deze regelingen verminderd. Het geld komt dus echt aan het
onderwijs ten goede.
De afgelopen 25 jaar hebben diverse kabinetten bezuinigd op het
onderwijs. Zo is onder het eerste kabinet-Balkenende nog 143 miljoen
bezuinigd op het hoger onderwijs via een efficiency-korting. Dat is
bijna onzichtbare maar wel degelijke reële kaasschaafbezuiniging. D66
heeft bedongen dat het onderwijs in de komende kabinetsperiode, dus in
de begrotingen van 2004-2007, wordt uitgezonderd van dit soort
bezuinigingen. In de Voorjaarsnota, dat wil zeggen de bijstelling van
de begroting over 2003, zit nog wel een efficiencykorting die voor
meer dan 150 miljoen terecht zou komen in het onderwijs. De
onderhandelingen tussen CDA, VVD en D66 gingen niet over de begroting
voor 2003, maar op aandringen van D66 is de korting door het huidige
demissionaire kabinet wel verminderd tot 90 miljoen.
Maar met geld alleen komen we er niet met de kenniseconomie en het
onderwijs. D66 heeft met VVD en CDA ook afgesproken dat er een aantal
organisatorische verbeteringen in het onderwijs worden doorgevoerd. Zo
wordt er wordt een Innovatieplatform opgericht, waarin ministers en
vertegenwoordigers van relevante maatschappelijke partijen die zich
met onderwijs en kennis bezig houden zijn betrokken. Denk aan het
bedrijfsleven en onderwijs- en kennisinstellingen. In navolging van de
Finse Innovation Council, onder leiding van de minister-president, zal
dit innovatieplatform plannen uitwerken voor de te volgen strategie
voor de kenniseconomie.
Er worden financiële middelen overgeheveld van de eerste naar de
tweede geldstroom. Dat betekent dat onderzoeksgeld meer dan voorheen
door NWO zal worden verdeeld, op basis van kwaliteit.
Er komen minder regels en circulaires in het onderwijs, en minder overheidsbemoeienis. Bij zowel D66 als bij CDA en VVD bestaat een vastberaden wil om daar werk van te maken. De scholen moeten het zélf doen, zij moeten de verantwoordelijkheid én de bevoegdheid krijgen, ook als het bijvoorbeeld gaat om het achterstandenbeleid.