---
Regeerakkoord
---
Strategisch akkoord voor kabinet CDA, VVD en D66, 16 mei 2003
Werken aan een effectief Europees veiligheids- en defensiebeleid
Internationaal en Europees beleid; Defensie
Vrede en veiligheid in de wereld zijn gediend met een versterking van
de internationale rechtsorde door middel van de Verenigde Naties en de
Veiligheidsraad. Bij de beslissing over deelneming aan vredesoperaties
zullen de criteria van het Toetsingskader worden gehanteerd. Het
kabinet zal binnen het kader van de NAVO werken aan de totstandkoming
van een effectief Europees veiligheids- en defensiebeleid. Daarnaast
zal het kabinet zich ook actief inzetten om de transatlantische
relatie te verstevigen. In het Integraal Defensieplan, dat deel
uitmaakt van de defensiebegroting voor 2004, worden de rol van de
krijgsmacht en de daaruit voortvloeiende prioriteitstellingen onder
veranderende internationale omstandigheden nader bepaald.
Bij het Nederlands buitenlands- en veiligheidsbeleid dient sprake te
zijn van een geïntegreerde besluitvorming, waarbij de inzet op de
verschillende relevante beleidsterreinen wordt gecoördineerd. Het
kabinet acht ontwikkelingssamenwerking naast vrijmaking van de
wereldhandel een belangrijk instrument ter bevordering van
internationale solidariteit en stabiliteit. De hulp aan
ontwikkelingslanden conform de ODA-definitie is en blijft 0,8% BBP.
Naar verwachting worden meer schulden van ontwikkelingslanden
kwijtgescholden dan tot nu toe geraamd. Volgens de bestaande
toerekeningssystematiek en in overeenstemming met de internationale
richtlijnen (OESO/DAC) leidt dit tot een budgettaire verlichting. Bij
de OESO wordt bepleit dat een groter deel van de kosten van
vredesoperaties in ontwikkelingslanden alsmede het klimaatbeleid in
ontwikkelingslanden (CDM) onder de ODA-definities worden gebracht.
Ministerie van Defensie