Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum

12 mei 2003

Auteur

G.A. Beschoor Plug


Kenmerk

DIE-254/03

Telefoon

070-3485005


Blad


1/7


Fax

070-3486381


Bijlage(n)

E-mail

die@minbuza.nl


Betreft

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 19 en 20 mei 2003

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de Staatssecretarissen voor Europese Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 19 en 20 mei 2003 aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr J.G. de Hoop Scheffer

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 19 en 20 mei 2003

Algemene zaken

Stand van zaken overige Raadsformaties
In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad als gebruikelijk de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en, waar noodzakelijk, bespreken. Het voorzitterschap is voornemens om dit punt voortaan als hamerpunt te agenderen indien in de ambtelijke voorbespreking (Coreper) geen commentaar wordt gegeven op het overzicht dat het gebruikelijk voor dit agendapunt opstelt.

Voorbereiding Europese Raad Thessaloniki
Conform de in 2002 te Sevilla afgesproken werkwijzen met betrekking tot de voorbereiding van Europese Raden, zal de Raad de ontwerp geannoteerde agenda van de Europese Raad te Thessaloniki op 20 juni a.s. bespreken (document nog niet ontvangen). In Thessaloniki zullen naar algemeen wordt verwacht de volgende onderwerpen voorliggen: de Conventie, asiel en migratie, Westelijke Balkan en de Transatlantische betrekkingen.

Zoals op de informele Europese Raad te Athene (16 april jl.) is herbevestigd, zal de voorzitter van de Conventie in Thessaloniki het eindresultaat van de Conventie aan de Europese Raad voorleggen. Over de voortgang in de Conventie wordt uw Kamer regelmatig geïnformeerd. Er zal in deze Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen naar verwachting geen inhoudelijke bespreking van de Conventie als hoofdonderwerp van de Europese Raad plaatsvinden; wel zal deze Raad de gelegenheid bieden om politieke signalen af te geven over het verloop en uitkomst van de slotfase die nu is ingegaan (zie hieronder).

Wat betreft het onderwerp asiel en migratie, zal het in Thessaloniki onder meer gaan over de voortgang van de tenuitvoerlegging van de conclusies van de Europese Raad van Sevilla (juni 2002): het beheer van de buitengrenzen, de bestrijding van illegale immigratie, terugkeer van illegaal verblijvende personen, asiel, alsmede de samenwerking met derde landen inzake migratiebeheer. De regering is verheugd over de geboekte voortgang, alhoewel het nog steeds niet zeker is of alle in Sevilla gestelde deadlines tijdig, voor eind 2003, worden gehaald. Een belangrijk punt waar voortgang uitblijft betreft het vraagstuk van de lastenverdeling met betrekking tot het buitengrensbeheer. De regering meent dat de lidstaten zelf primair verantwoordelijk zijn voor het beheer van de grenzen. Voordat de financieringsvraag aan de orde komt, dienen eerst de vorm en inhoud van de gemeenschappelijke buitengrensbewaking te worden bekeken. Hiertoe liggen nog geen voorstellen aan de Raad voor.

De Westelijke Balkan is, zoals bekend, één van de prioriteiten van het Griekse voorzitterschap. In Thessaloniki zullen de laatste voorbereidingen kunnen worden getroffen voor de Balkan-Top die daags daarop zal plaatsvinden (zie tevens hieronder).

Daarnaast zal, mede met het oog op de EU-VS Top van 25 juni a.s., in Thessaloniki worden gesproken over de Transatlantische relatie. De regering is van mening dat ter bevordering van deze relatie de Top optimaal benut moet worden voor een open en breed debat.

Hervorming Statuut ambtenaren
De Raad zal spreken over een pakket-compromisvoorstel van het voorzitterschap.

Dat wil een politiek akkoord op hoofdlijnen bereiken zodat de hervorming van het Statuut nog voor de deadline van juni 2003 afgerond kan worden. Op deze datum verloopt de huidige methode voor de jaarlijkse aanpassing van de salarissen en de tijdelijke extra belastingheffing van EG-ambtenaren. De Commissie heeft er als grootste werkgever belang bij dat voor die datum in ieder geval een oplossing is gevonden voor de methode van de (jaarlijkse) salarisaanpassingen.

Hoewel op dat specifieke punt wellicht overeenstemming bereikt zou kunnen worden met de Commissie, kan de Raad (met name acht lidstaten waaronder Nederland) vooralsnog niet instemmen met enkele andere onderdelen van het voorstel. Dit betreft met name de financiering van de pensioenen en de gegarandeerde promotiepercentages die de Commissie voorstelt.

Conventie
De Raad zal spreken over de voortgang van de Conventie. Het is nog niet duidelijk of een van de leden van het Praesidium aanwezig zal zijn om de Raad in te lichten over de laatste ontwikkelingen.

Tijdens de informele Europese Raad van Athene (16 april jl.) werd besloten dat Conventievoorzitter Giscard het resultaat van de Conventie tijdens de Europese Raad van Thessaloniki op 20 juni a.s. zal aanbieden. Om aan dit tijdschema te kunnen voldoen zal het Praesidium op basis van ingediende amendementen en de in plenaire sessies gevoerde discussies een aangepaste versie van het gehele ontwerpverdrag opstellen. Dit ontwerp zal hopelijk eind mei aan de Conventie kunnen worden voorgelegd. Het is bekend dat voorzitter Giscard streeft naar een eindtekst die zodanig specifiek is en op een zodanige consensus kan rekenen dat dit document zonder aanzienlijke wijzigingen in een korte Intergouvernementele Conferentie (IGC) kan worden vastgesteld.

Nederland stelt zich op het standpunt dat de Conventie alleen aanbevelingen aan de IGC kan doen waar echte consensus bestaat. Indien geen consensus mogelijk blijkt op cruciale punten, zal gebruik gemaakt moeten worden van opties - zoals ook voorzien in het mandaat van de Conventie. De regering zal deze zienswijze, die wordt gedeeld door de Benelux-partners en diverse andere lidstaten, in de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen naar voren brengen.

Inmiddels zijn ontwerpartikelen opgesteld ten aanzien van alle onderwerpen die in de Conventie aan de orde zijn geweest. De recentelijk voorgelegde ontwerpartikelen over de instellingen van de Unie staan in het middelpunt van de belangstelling. De Benelux-landen hebben hun ongenoegen uitgesproken over de door het Praesidium gevolgde procedure en aangegeven dat deze artikelen geen goede weerspiegeling vormen van de tot op heden in de Conventie gevoerde discussies. Vervolgens heeft de Benelux gezamenlijk amendementen ingediend bij de Conventie die van een geheel andere benadering uitgaan dan de gepresenteerde ontwerpartikelen (uw Kamer reeds toegegaan).

Externe betrekkingen

Midden-Oosten
De Raad zal stilstaan bij de mate van voortgang bij de implementatie van de roadmap. Sinds de presentatie van de roadmap op 30 april jl. staan de Israëlische regering en de Palestijnse Autoriteit onder druk om de hierin vermelde maatregelen uit te voeren. Terwijl de Palestijnse Autoriteit de roadmap onvoorwaardelijk heeft aanvaard, houdt Israël reserves: het wil de voorziene parallellie vervangen door een stapsgewijze aanpak. Aangezien een dergelijke wijziging de implementatie van de roadmap ernstig zou ondermijnen, is het van groot belang dat het Kwartet de regering Sharon aanspoort tot volledige medewerking. In het licht hiervan dient tevens snel overeenstemming te worden bereikt over het in de roadmap voorziene monitoring-mechanisme. Tenslotte zal de Raad spreken over de bouw van de zgn. 'Veiligheidsmuur', die een ondermijnend effect heeft op de uitvoering van de roadmap.

Irak
De Raad zal zich buigen over recente ontwikkelingen in Irak. De politieke en fysieke wederopbouw van het land zal hierbij centraal staan. De Raad zal nader bezien welke concrete bijdragen de Unie hieraan kan verlenen. Tevens zal - in vervolg op de informele RAZEB van 2 en 3 mei jl. ('Gymnich') - nader gesproken worden over de rol van de VN in het politieke proces in Irak, opschorting van de sancties, benoeming van een speciale vertegenwoordiger van de SGVN, een zogenaamde stabiliteitsmacht alsmede een mogelijke rol voor VN-wapeninspecteurs. De regering zal met name de lidstaten die tevens lid zijn van de VN-Veiligheidsraad aansporen zich constructief op te stellen bij de totstandkoming van - ook door haar gewenste - VN-resolutie(s).

EVDB
Tijdens de behandeling van het agendapunt EVDB zullen de ministers van Buitenlandse Zaken worden vergezeld door hun collegae van Defensie. De Raad zal kennisnemen van de door de ministers van Defensie aan te nemen Verklaring inzake militaire capaciteiten. In deze verklaring wordt de tot dusver op basis van het Europese Capaciteiten Actieplan bereikte voortgang beschreven en wordt tevens ingegaan op de vorm en inhoud van versterking van deze militaire capaciteiten. Tevens gaat de verklaring in op het opzetten van een intergouvernementeel agentschap voor materieelsamenwerking.

De Raad zal algemene conclusies aannemen, waarin naast de ontwikkeling van de Europese militaire capaciteiten wordt ingegaan op andere relevante aspecten betreffende het EVDB, zoals de operatie Concordia in Macedonië, de samenwerking tussen EU en NAVO en de implementatie van het EU-oefenprogramma.

Westelijke Balkan
De Raad zal naar verwachting kort spreken over de situatie in Macedonië, gezien recente uitspraken van oppositieleden over de wenselijkheid van een etnische opdeling. De Raad zal bevestigen dat implementatie van het Ohrid-akkoord uit augustus 2001 de enige weg voorwaarts is.

Voorts zal de Raad spreken over de voorbereiding van de Balkan-top van 21 juni a.s. en marge van de Europese Raad van Thessaloniki. De regering meent dat de Top een goede gelegenheid is het Europese perspectief voor de landen in de regio te herbevestigen. De regio boekt vooruitgang, maar het tempo van de hervormingen is traag. Met name de tenuitvoerlegging van bestaande afspraken (samenwerking met ICTY, economische hervormingen, JBZ, regionale samenwerking) laat nog veel te wensen over. De regering ziet dan ook geen reden voor een vlucht naar voren in de richting van toetreding. De landen in de regio hebben het tempo van toenadering - door vervulling van de bekende conditionaliteiten - zelf in de hand.

De regering is er wel voorstander van om gaandeweg meer elementen uit de uitbreidingsmethodiek in het Stabilisatie- en Associatieproces te introduceren (ondermeer twinning, toegang tot gemeenschapsprogramma's), alsook van vergrote toegang voor producten uit de Balkan tot de EU-markt.

EU-Rusland
De Raad zal de EU-Rusland Top te St. Petersburg op 30 en 31 mei a.s. bespreken.

Het Griekse voorzitterschap heeft een voorstel gedaan voor een gezamenlijke slotverklaring met Rusland. Hierin bevestigen beide partijen het streven hun strategisch partnerschap verder te versterken op basis van gemeenschappelijke waarden. In de voorgestelde verklaring komen de volgende onderwerpen aan bod: economie en handel, energie, milieu, uitbreiding van de Unie, Kaliningrad, Tsjetsjenië (incl. mensenrechten), JBZ-samenwerking, drugsbestrijding, veiligheid en crisisbeheersing, alsmede verdieping en verbetering van de samenwerkingsrelatie met Rusland.

De regering gaat akkoord met de voorgestelde inzet, maar tekent daarbij wel aan dat verdieping van de samenwerking eerst zin heeft als de implementatie van de huidige samenwerking verbetert.

Follow-up Monterrey
In de aanloop naar de conferentie Financing for Development in Monterrey (maart 2002) heeft de Raad afspraken gemaakt om op acht terreinen vooruitgang te boeken: een toename van het ODA-volume van lidstaten die nog niet voldoen aan de afspraak 0,7% van BNI aan ODA te besteden, harmonisatie, ontbinding, globale publieke goederen, innovatieve financieringsbronnen, handelsgerelateerde technische assistentie, hervorming van het internationale financiële systeem en schuldenverlichting.

Op een aantal terreinen is vooruitgang geboekt, zowel door lidstaten individueel als door de Unie in haar geheel. De Raad zal een overzicht van de Commissie bespreken waarin de voortgang die individuele lidstaten hebben geboekt wordt weergegeven (document nog niet ontvangen). De regering zal blijven aandringen op het belang van snelle implementatie en nauwe monitoring door de Commissie.

Wat betreft de ontbinding van communautaire hulp (één van de genoemde beleidsterreinen) zullen in de Raadsconclusies verdere voorstellen worden voorzien. Bij het openstellen van aanbestedingen voor niet-lidstaten wordt een onderscheid gemaakt tussen ontbinding ten aanzien van ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen. De thematische instrumenten zullen voor alle ontwikkelingslanden worden ontbonden, de geografische instrumenten zullen voor alle ontwikkelingslanden in de betreffende regio worden ontbonden. Communautaire hulp zal ten aanzien van ontwikkelde landen op basis van reciprociteit worden ontbonden en in nauwe betrokkenheid met het ontvangende land. Daarnaast heeft de Commissie aangegeven van mening te zijn dat regelgeving op het gebied van interne markt van toepassing is op bilaterale hulp. Voor Nederland is het van belang dat de Commissie in samenwerking met de lidstaten nadere voorstellen op dit gebied ontwikkelt. Over het geheel genomen is de regering tevreden met de conclusies: uitwerking van de voornemens zal werkelijk leiden tot verdere ontbinding van hulp.

Implementatie EG ontwikkelingsbeleid
Op basis van het jaarlijkse actieplan van de Commissie zal de Raad spreken over de voortgang van de hervormingen van het Europese ontwikkelingsbeleid en de reorganisatie binnen de Commissie. De regering zal beoordelen in hoeverre vooruitgang is geboekt bij de implementatie van de afspraken die voortkomen uit internationale conferenties als Financing for Development en de World Summit on Sustainable Development.

De Commissie zal daarnaast naar verwachting toelichting geven op de stand van zaken in het reorganisatieproces. Verdere verbetering van de organisatiestructuur zal op basis van de uitkomst van de Conventie geschieden. Tot slot zal de aandacht van de Raad uitgaan naar de financiële implementatie van het Europese OS beleid en de midterm review van de Country Strategy Papers.

===