Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Agenda voor de bijeenkomst van de EU-defensieministers van 19 mei en 20 mei a.s.

14-05-2003

Op 19 mei komen de EU-ministers van Defensie in Brussel bijeen binnen het kader van de RAZEB. Een verklaring over de Europese militaire capaciteiten ligt ter goedkeuring voor. Verder wordt gesproken over defensie-industriële aangelegenheden. Tijdens de aansluitende gezamenlijke vergadering met de ministers van Buitenlandse Zaken dienen de RAZEB-conclusies over de militaire capaciteiten te worden goedgekeurd. Conform de bestaande afspraken bied ik u hierbij de geannoteerde agenda van deze bijeenkomst aan. De uitnodigingsbrief van minister van Defensie Yannos Papantoniou is bijgevoegd.

Verklaring over de Europese militaire capaciteiten In de verklaring van de EU-ministers van Defensie over de Europese militaire capaciteiten staat de versterking van deze capaciteiten centraal. De lidstaten committeren zich opnieuw aan de opheffing van de militaire tekortkomingen, waarvan de analyse is geactualiseerd in de Helsinki Progress Catalogue 2003. Dit document meet de voortgang, die is geboekt bij de verwezenlijking van de Headline Goal, het vermogen om in 2003 maximaal 60.000 militairen gedurende tenminste een jaar te kunnen inzetten voor EU-geleide crisisbeheersingsoperaties (Petersbergtaken). Onder verwijzing naar de militaire tekortkomingen stelt de verklaring dat de EU in beginsel in staat is operaties op zich te nemen over het gehele spectrum van de Petersbergtaken, maar dat er met betrekking tot de ontplooibaarheid van eenheden nog beperkingen bestaan, die bij operaties hoger in het geweldspectrum grote risico´s met zich mee kunnen brengen. Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt voor deze realistische beoordeling. Zonder deze kanttekening zou ten onrechte de indruk worden gewekt dat de EU klaar is voor zware operaties (interventie-scenario). Dat kan alleen in Navo-verband, met inzet van Amerikaanse middelen (met name op het terrein van inlichtingenvergaring, commandovoering en strategisch transport, waar de belangrijkste Europese tekortkomingen liggen). Deze beperkingen kunnen verdwijnen wanneer de aanbevelingen ter opheffing van de tekortkomingen worden opgevolgd.

De verklaring over de Europese militaire capaciteiten sluit de eerste fase van het European Capabilities Action Plan (ECAP) af. De voorstellen, die de landenpanels hebben gedaan ter versterking van tekortschietende Europese militaire capaciteiten, omvatten onder meer verwerving, "leasing" en multinationalisering. Ook rolspecialisatie is als mogelijkheid geopperd, evenals capaciteitversterking via de vergroting van de doelmatigheid van bestaande middelen en plannen. De voorstellen zullen worden uitgewerkt door projectgroepen, die zich zullen richten op specifieke capaciteiten. Tot de oprichting van projectgroepen voor bijtanken in de lucht ("air-to-air refuelling"), "combat search and rescue" (CSAR), operationele hoofdkwartieren,bescherming tegen aanvallen met NBC-wapens, onbemande vliegtuigen (UAVs), "special operations forces", en de verdediging tegen ballistische raketten (TBMD) is al besloten. Nederland heeft toegezegd deel te nemen aan deze projectgroepen en heeft zich bereid verklaard de projectgroep inzake TBMD voor te zitten. De oprichting van een aantal andere projectgroepen is thans onderwerp van gesprek. Nederland streeft met name naar de oprichting van een projectgroep voor veldhospitalen met chirurgische capaciteit. Met de deelneming aan projectgroepen gaat Nederland geen financiële verplichtingen aan; deelneming gebeurt op vrijwillige basis (bottom-up" benadering). Dat maakt tevens heroverweging mogelijk van Nederlandse deelneming aan projectgroepen op grond van het Integraal Defensieplan, dat thans in voorbereiding is.

Met de totstandkoming van het februari jl. overeengekomen "Capabilities Development Mechanism" (CDM) kunnen de EU en de NAVO hun inspanningen ter versterking van de Europese militaire capaciteiten coördineren. Dat voorkomt dubbel werk in projectgroepen en Navo-werkgroepen voor capaciteitversterking, en bevordert de synergie tussen de capaciteiteninitiatieven van de EU (Headline Goal/ECAP) en de Navo ("Prague Capability Commitment"). De verklaring moedigt de implementatie van het CDM nog eens aan. Tenslotte herinnert de verklaring aan de conclusie van de Europese Raad van Brussel van 20 en 21 maart jl. inzake de analyse van de mogelijke oprichting van een intergouvernementeel agentschap voor de ontwikkeling van militaire capaciteiten en materieelverwerving. Nederland heeft deze conclusie, een vervolg op een Brits-Frans voorstel terzake, verwelkomd. Dit agentschap zou, op basis van vrijwillige coördinatie en via intensivering van de militaire samenwerking, de doelmatigheid van de Europese defensie-inspanningen kunnen vergroten en kunnen bijdragen aan de versterking van de Europese militaire capaciteiten.

Commissie-mededeling defensie-industrie Het Griekse voorzitterschap heeft verder de Mededeling van de Commissie van 11 maart jl. over "European Defence-Industrial and Market Issues" - Towards an EU Defence Equipment Policy" op de agenda gezet. Deze Medeling komt ook aan de orde in de Mededingingsraad van vandaag. Nederland staat positief tegenover de strekking van de Commissie-mededeling. Nederland acht het van belang dat de Europese defensiemarkt meer open en transparanter wordt en dat Europese initiatieven op defensiematerieelgebied beter worden gecoördineerd.

RAZEB-conclusies Tijdens de gezamenlijke vergadering van de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken liggen de RAZEB-conclusies over de militaire capaciteiten ter goedkeuring voor. Daarin worden onder meer de ontwikkelingen rondom de versterking van de Europese militaire capaciteiten verwelkomd (langs de lijnen van de bovengenoemde verklaring), evenals het begin van de EU-geleide operatie in Macedonië op 31 maart jl. en de implementatie van de onlangs overeengekomen EU-NAVO-regelingen, waarover ik de Kamer heb geïnformeerd in mijn verslag van de informele bijeenkomst van de EU-ministers van Defensie in Athene (14-15 maart 2003). Met betrekking tot het EU-oefenprogramma heeft de RAZEB de succesvolle voorbereiding van de eerste gezamenlijke EU-Navo-oefening van november a.s. verwelkomd. Ook neemt de Raad kennis van de voortgang van de ontwikkeling van een concept voor een "EU Rapid Response" capaciteit. Daarbij gaat het met name om het vermogen om in geval van humanitaire hulpverlening en evacuaties snel te kunnen optreden.

Derde landen Tijdens de RAZEB van 19 en 20 mei a.s. verwelkomen de EU-ministers van Defensie hun collega´s uit Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Hongarije, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië. De toekomstige lidstaten vergaderen voortaan mee. Met de overblijvende "derde" landen, Bulgarije, Noorwegen, Roemenië, Turkije en IJsland wordt aansluitend en, zoals gebruikelijk, afzonderlijk overlegd.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

H.G.J. Kamp

Nieuws