Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
College voor Zorgverzekeringen
t.a.v. de heer L. de Graaf
Postbus 396
1180 AD AMSTELVEEN
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
POG/ZP-2375271 19 mei 2003
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Standpunt dyslexie naar een vergoedingsregeling
Geachte heer De Graaf,
Graag wil ik u dank zeggen voor het rapport "Dyslexie, naar een vergoedingsregeling" dat u
op 30 januari 2003 hebt uitgebracht. Het rapport is gebaseerd op een stand van zaken on-
derzoek naar dyslexie dat het College voor Zorgverzekeringen heeft laten uitvoeren door de
Universiteit van Maastricht en gaat in op de vraag of een vergoedingsregeling voor dyslexie
gewenst is en onder welke voorwaarden de vergoeding van gespecialiseerde diagnostiek en
behandeling van dyslexie uit hoofde van de sociale ziektekostenverzekering gerealiseerd zou
kunnen worden. Verder gaat het rapport in op de vraag welke stappen daartoe gezet zouden
moeten worden. In de brieven van 13 juli 2001 kenmerk GZB/GZ 2198410 en 21 december
2001, kenmerk GZB/GZ 2245179 aan uw College is het verzoek gedaan om dit onderzoek
te laten uitvoeren en tevens aanbevelingen te formuleren die kunnen bijdragen aan be-
leidsbeslissingen op dit punt.
In het rapport concludeert u dat een structurele vergoeding van kosten die gemoeid zijn met
diagnostiek en behandeling van kinderen met dyslexie gewenst is. U stelt een gefaseerde
aanpak voor indien inderdaad besloten wordt tot het vergoeden van diagnostiek en behande-
ling van dyslexie.
De eerste fase behelst de voorbereiding van een tijdelijke subsidieregeling. U stelt voor om
een door uw College in te stellen begeleidingscommissie van deskundigen hierin een belang-
rijke rol te geven. Dat houdt onder meer in, de ontwikkeling en validering van meetinstru-
menten ten behoeve van de indicatiestelling. Daarnaast zullen protocollen moeten worden
ontwikkeld gericht op eenheid in diagnostiek en behandeling. Op basis van de resultaten van
deze activiteiten kunnen de definitieve voorwaarden voor een subsidieregeling worden vast-
gesteld.
De tweede fase betreft de uitvoering van een subsidieregeling. U pleit er daarbij voor om
aan te sluiten bij de bestaande structuur van een beperkt aantal gespecialiseerde instituten.
Aan de hand van de ervaringen met de uitvoeringen kan er dan -naar uw verwachting- in-
zicht ontstaan in de vraag, het aanbod en de financieringsaspecten.
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
POG/ZP-2375271
Uiteindelijk zal de operationalisatie en implementatie van de subsidieregeling informatie moe-
ten opleveren die op termijn besluitvorming over de definitieve opname in het verstrekkin-
genpakket Ziekenfondswet mogelijk maakt, aldus uw rapport. U gaat er in uw rapportage
vanuit dat voor uitvoering van de tijdelijke subsidieregeling een bedrag van 21.7 mln.
noodzakelijk is. Dit bedrag is niet gebaseerd op de prevalentiecijfers uit het onderzoek dat
integraal deel uitmaakt van uw rapport, maar op een voorlopige schatting van de behoefte
aan uitbreiding van de (bestaande) behandelcapaciteit.
Om te beginnen wil ik mijn waardering uitspreken over de wijze waarop u invulling hebt ge-
geven aan mijn verzoek van 13 juli en 21 december 2001. Het onderzoek naar de stand van
zaken dyslexie dat onder uw begeleiding in samenspraak met een breed samengestelde be-
geleidingscommissie is uitgevoerd, kan uniek worden genoemd omdat het voor het eerst ge-
fundeerd inzicht geeft in het vóórkomen van dyslexie. Daarnaast heeft het adviestraject naar
mijn overtuiging bijgedragen aan het creëren van draagvlak voor samenwerking bij diverse
betrokken partijen, zoals ouders, onderzoekers, diagnostici en behandelaars. Dit acht ik van
groot belang.
Met betrekking tot de concrete conclusies en voorstellen uit uw rapport merk ik het volgen-
de op. Uw belangrijkste conclusie luidt dat een vergoeding mogelijk zou moeten zijn in het
kader van de sociale ziektekostenverzekering van kosten voor diagnostiek en behandeling
van kinderen met dyslexie, onderschrijf ik in beginsel. Ik ben er, mede op basis van uw rap-
port, van overtuigd dat het investeren in vroege opsporing en behandeling van ernstige dys-
lexie, complexe problematiek bij kinderen op korte maar ook op langere termijn kan voorko-
men. Daarmee kunnen ook maatschappelijke problemen en kosten worden voorkomen. Ik zie
een duidelijke relatie van dit traject met het project JONG, dat gericht is op de integrale aan-
pak van jeugdproblematiek en waarbij meerdere ministeries zijn betrokken. De uiteindelijke
besluitvorming over opname van diagnostiek en behandeling van dyslexie in het verstrekkin-
genpakket zal overigens onderdeel moeten vormen van besluitvorming van het nieuwe kabi-
net over het stelsel van ziektekosten.
Een tweede element uit uw rapport betreft de invoering van een tijdelijke subsidieregeling.
Met de uitvoering van een dergelijke subsidieregeling is een bedrag van 21.7 mln. ge-
moeid. Omdat hiervoor op dit moment geen financiële middelen zijn gereserveerd zal een
nieuw kabinet zich ook moeten buigen over de invoering van een tijdelijke subsidieregeling
dyslexie.
Een derde element uit uw rapport gaat over de voorwaarden die vervuld moeten zijn om te
komen tot een subsidieregeling. Deze voorwaarden hebben enerzijds te maken met de bege-
leiding in het onderwijs van kinderen met dyslexie en anderzijds met de voorbereiding van
een tijdelijke subsidieregeling. Wat betreft het eerstgenoemde onderschrijf ik uw standpunt
volledig dat een ongewenste overloop van onderwijstaken naar de gezondheidszorg moet
worden voorkomen. Dit is van belang vanuit oogpunt van kosten en doelmatigheid maar ook
vanuit het perspectief van de kinderen die het betreft. Medicalisering van leerachterstanden
is ongewenst. Spraak- en taalproblemen bij kinderen die zich uiten in lees- en/of spellings-
problemen doen zich voor in de onderwijssituatie en moeten ook in het onderwijs worden
gesignaleerd en begeleid.
Uit de recente rapportage van het Ministerie van OC&W aan de Tweede Kamer over het
Weer Samen Naar School traject blijkt dat het Ministerie van OC&W dit uitgangspunt onder-
schrijft.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
POG/ZP-2375271
Er zijn enkele instrumenten ontwikkeld gericht op signalering van dyslexie maar er bestaat
nog geen inzicht in de mate waarin deze instrumenten daadwerkelijk wordt toegepast. Ook
bestaat nog onvoldoende inzicht in de effectiviteit ervan. Daarnaast begrijp ik dat er nog
geen eenduidige richtlijnen worden toegepast voor de begeleiding en remedial teaching van
dyslexie in het onderwijs. Ik constateer dat thans nog onvoldoende garanties aanwezig zijn
om ongewenste overloop van onderwijstaken naar de zorg te voorkomen. Ik zal mijn collega
van OC&W verzoeken om mij op de hoogte te houden van verdere beleidsontwikkelingen
dienaangaande.
Uw voorstellen voor een adequate voorbereiding van een tijdelijke subsidieregeling acht ik
op zichzelf genomen nuttig en noodzakelijk. Echter, gelet op het ontbreken van de noodza-
kelijke financiële middelen voor de uitvoering van een subsidieregeling en het feit dat er,
gelet op onontkoombare bezuinigingen thans geen uitzicht bestaat op het vrijkomen van
middelen voor nieuw beleid, acht ik het op dit moment niet verantwoord dat u thans een
start maakt met de verdere voorbereiding van de beoogde subsidieregeling.
Ik heb daarbij, na ampel beraad, overwogen dat het continueren van een voorbereidingstra-
ject vooral bij ouders en andere betrokkenen ten onrechte verwachtingen zou kunnen wek-
ken ten aanzien de vergoeding van diagnostiek en behandeling van dyslexie op afzienbare
termijn.
Ik zal de voorzitter van de Tweede Kamer een afschrift sturen van deze brief.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
---- --