Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over het mogelijk uitroepen van 6 mei tot Dag van de Vrijheid van Meningsuiting

19 mei 2003

Antwoorden op vragen van kamerlid Eerdmans (LPF) over het mogelijk uitroepen van 6 mei tot 'Dag van de Vrijheid van Meningsuiting'. (Ingezonden op 24 april 2003).


1. Vraag


Bent u bekend met de inhoud van de vrijheidscommercial van de Rijksoverheid zoals die op dit moment op televisie wordt uitgezonden?


1. Antwoord

Ja.


2. Vraag


Waarom wordt in de commercial, waarin duidelijk wordt gemaakt dat op 4 mei de offers voor de vrijheid worden herdacht en op 5 mei de Nederlandse vrijheid wordt gevierd, geen melding gemaakt van de klap die de Nederlandse democratie met de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 te verwerken kreeg?


3. Vraag

Bent u niet van mening dat herdenking van de moord op Pim Fortuyn, gezien ook het feit dat zijn dood door zovelen in Nederland werd betreurd, in deze commercial een plaats moet krijgen om zo de boodschap over te brengen dat vrijheid in Nederland alleen maar beleefd kan worden in een democratische rechtsstaat waarin respect bestaat voor een ieders mening en waarin een ieder zijn mening vrijelijk kan uiten?


2 en 3. Antwoord

De uitzending, die in overleg met het Nationaal Comité 4 en 5 mei is gemaakt, is gericht op alle burgers en vestigt de aandacht op de betekenis van de bevrijding in 1945 en van de vrijheid als zodanig. Het is evident dat vrijheid zonder respect en zonder vrijheid van meningsuiting betekenisloos is.

4. Vraag

Hoe staat u er tegenover om 6 mei uit te roepen tot Dag van de Vrijheid van Meningsuiting om daarmee de herinnering aan de aanslag op Pim Fortuyn en de schok die de moord voor de Nederlandse samenleving betekende, levend te houden?

4. Antwoord

De door het Nationaal Comité 4 en 5 mei georganiseerde activiteiten staan de laatste jaren mede in het teken van vrijheid en rechtsstaat. In dit kader wordt ook aandacht gegeven aan de vrijheidsrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting. Het aanwijzen van een afzonderlijke dag van de vrijheid van meningsuiting zou bij deze aanpak, gericht op vrijheid in al zijn facetten, niet passen.