Politiebond ACP

Pakket maatregelen moet ABP financieel sterker maken

Premie omhoog, weinig ruimte voor indexatie, beleggen in aandelen blijft nodig

door: Wim Slangen (AMC/Team Interne Communicatie en Media).

Het ABP jaarverslag over 2002 maakt duidelijk dat het vermogen van het ABP in het afgelopen jaar verder is geslonken. Er zijn twee factoren aan te wijzen voor de huidige financiële situatie van het ABP. Het vermogen is gedaald door de slechte beleggingsresultaten en de pensioenaanspraken stegen door de groei van de salarissen bij overheid en onderwijs.

Stevige maatregelen zijn nodig om de financiële positie van het ABP te herstellen. U en uw werkgever gaan meer premie betalen en de jaarlijkse verhoging van de pensioenen (indexatie) staat onder druk. In dit artikel krijgt u antwoord op een aantal belangrijke vragen naar aanleiding van het ABP jaarverslag. Wat moet het pensioen eigenlijk kosten?, Hoe beïnvloeden beleggingsresultaten de premie?, Wat hebben salarisstijgingen ermee te maken?, Deugt het ABP beleggingsbeleid wel?, en Wie bepaalt uiteindelijk wat er met mijn pensioen gebeurt?.

Wat moet het pensioen eigenlijk kosten?

U betaalt voor vier verschillende pensioenen: FPU (vervroegd pensioen), ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en invaliditeitspensioen. In ruil daarvoor krijgt u bijvoorbeeld vanaf uw 62ste zo lang u leeft, elke maand pensioen.

Om in de toekomst die pensioenen te kunnen betalen, moet het ABP terug naar een financieel zekere situatie. Dit heeft gevolgen voor de premie; werkgever (driekwart) en werknemer (een kwart) betalen nu samen 15,2% premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Dat zou 19% moeten zijn (de kostprijs, ofwel de kosten voor opbouw van uw pensioen). U kunt dus verwachten dat de premie in 2004 minstens 2%, maar misschien meer, stijgt. Ook die stijging wordt verdeeld over werkgever en werknemer.

Voor een werknemer met een modaal inkomen van 30 000 per jaar zou een premieverhoging van 2% betekenen dat hij of zij bruto per maand 6,15 meer gaat betalen. De werkgever gaat voor deze werknemer per maand 18,44 meer premie betalen.

Hoe beïnvloeden beleggingsresultaten de premie?

Het ABP moet de pensioenen betalen uit de premies en de rendementen op het vermogen. De afgelopen tien jaar heeft het ABP gemiddeld per jaar 7,1% verdiend met beleggen. Dat was samen met de lage premies voldoende. Door de beleggingsopbrengsten betaalde u in de voorbije tien jaar aan premie maar circa de helft van de kostprijs. Aan de periode dat uw premie lager was dan de kostprijs, komt nu een einde door slechte beleggingsresultaten. Helaas wordt uw pensioen minder goedkoop dan u gewend bent.

Wat hebben salarisstijgingen ermee te maken?

De financiële situatie van het ABP raakt via de hogere premie werkgevers en werknemers, maar ook gepensioneerden zullen ermee geconfronteerd worden. Eén keer per jaar bekijkt het ABP-bestuur of de pensioenen worden aangepast aan de loonontwikkeling bij overheid en onderwijs. Dit heet indexatie. Òf dat gebeurt en voor welk deel wordt besloten aan de hand van de vraag of er voldoende geld in kas is. De jaarlijkse aanpassing van het pensioen aan de salarissen is dus geen automatisme.

Voordat het bestuur beslist om de jaarlijkse aanpassing van de pensioenen te beperken, of zelfs te annuleren, moet er een voorwaarde zijn vervuld: de huidige werknemers moeten een premie betalen die de kosten van hun pensioenvoorziening dekt. Voor alle helderheid: als de jaarlijkse verhoging niet zou kunnen doorgaan, blijft elke gepensioneerde toch gewoon elke maand zijn pensioen ontvangen.

Deugt het beleggingsbeleid van het ABP wel?

De toekomst voorspellen kan niemand, zeker niet als het om beleggen gaat. Daarom is het beleggingsbeleid van het ABP in de eerste plaats gericht op verkleining van risicos. Dat gebeurt door de beleggingen zo breed en verstandig mogelijk te spreiden. Dit betekent verdelen van beleggingen over tien verschillende beleggingscategorieën (onder andere aandelen, leningen, onroerend goed, olie) in 50 verschillende landen, in 40 verschillende valuta, in 2000 verschillende bedrijven en in 20 verschillende overheden.

Dat beleid heeft resultaat. De afgelopen tien jaar is gemiddeld per jaar 7,1% verdiend. En de afgelopen drie slechte jaren is de schade eigenlijk heel beperkt gebleven. Voorbeeld: De AEX, index van de beurs in Amsterdam, is sinds 2000 gezakt van ruim 700 tot 250 (eind maart 2003). Dat is een daling van maar liefst 65%. In diezelfde periode kon het ABP de waardedaling van de beleggingen beperken tot slechts 12%.

Pensioenen zijn alleen betaalbaar als het ABP ook in de toekomst een rendement kan maken van circa 7% per jaar. Als het ABP zou kiezen voor beleggen in risicovrije staatsobligaties, zou de kans op een rendement van 7% nul zijn. En voor u en uw werkgever zou dat vervolgens een verdubbeling van de premie betekenen. Het nemen van verantwoorde risicos in het beleggen is dus noodzakelijk om uw pensioen betaalbaar te houden.

Ook voor de komende jaren houdt het ABP rekening met een grote kans op sterke wisselingen in het rendement. Verschillen tussen 10% verliezen en 15% verdienen zijn mogelijk. Het ABP moet daarom opnieuw financiële buffers opbouwen zodat het fonds in slechte tijden weer een stootje kan verdragen. Want beleggen blijft omgeven met onzekerheden en garanties zijn niet te geven.

Bij het ABP-bestuur zijn meer dan 200 mensen dagelijks betrokken als het gaat om beleggen. Is dat nodig als die professionals niet kunnen voorspellen wat de beleggingsmarkt gaat doen? Het antwoord is ja. Ten eerste zorgen zij ervoor dat het bestuur elke twee jaar na een gedegen studie zijn beleggingsbeleid kiest. Dat beleid, met onder meer een brede spreiding van de beleggingen, wordt vervolgens uitgevoerd. Daarnaast proberen de beleggers voor het ABP extra geld te verdienen door slim in te spelen op mogelijkheden in de markten. Daar zijn ze de afgelopen jaren aardig in geslaagd: de afgelopen vijf jaar is op die manier elk jaar één miljard euro extra verdiend.

Wie bepaalt uiteindelijk wat er met mijn pensioen gebeurt?

Hoe uw pensioenregeling eruit ziet, bepalen sociale partners in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Sociale partners zijn de vertegenwoordigers van alle werkgevers en werknemers binnen overheid en onderwijs. Werknemers zijn van de partij via de vakcentrales, werkgevers zijn vertegenwoordigd via hun koepelorganisaties.

Het ABP-bestuur adviseert sociale partners, legt de pensioenwensen van sociale partners vast in een regeling en voert ze vervolgens uit. Daarnaast belegt het bestuur de premies om bij zo min mogelijk risico een zo hoog mogelijk rendement te halen, zodat de pensioenen betaalbaar blijven en geïndexeerd kunnen worden.

De premies die nodig zijn, betalen werknemers en werkgevers. Het bestuur van het ABP, dat ook weer uit sociale partners bestaat, bepaalt per jaar de hoogte van de premie en de indexatie.

Het bestuur wordt ondersteund door een Raad van Advies. Daarin zitten vertegenwoordigers van belangenorganisaties van werkgevers, werknemers en gepensioneerden uit de wereld van overheid en onderwijs. Dit belangrijkste adviesorgaan van het ABP-bestuur bestaat uit 72 leden. De Raad van Advies adviseert over het beleid van het pensioenfonds op verzoek van het bestuur en op eigen initiatief.

Cijfers

De pensioenaanspraken van de huidige en toekomstige gepensioneerden klommen van 121 miljard naar 132 miljard. Tegelijk daalde het ABP-vermogen van 147 naar 136 miljard.

De slechte beleggingsjaren 2000 en 2001 kon het ABP nog opvangen met financiële buffers uit de goede beleggingsjaren. Maar in 2002 waren die buffers uitgeput. Dat komt tot uiting in de dekkingsgraad: dat is de verhouding tussen wat ABP moet betalen en wat er is gespaard. In 2001 was de dekkingsgraad nog 122% ( 122 in kas voor iedere 100 verplichtingen). Eind 2002 was de dekkingsgraad gedaald naar 103%.

Wat gaat er nu gebeuren?

De hoogte van de dekkingsgraad zal bepalen welke maatregelen het ABP-bestuur in overleg met de sociale partners moet nemen. Is de dekkingsgraad te laag, dan moet de premie minstens omhoog tot het niveau van de kostprijs. Pas als dat het geval is, kan de indexatie worden beperkt of zelfs geannuleerd. Meer premie kost werkgevers en werknemers helaas geld. Aanpak van de indexatie treft overigens ook de gepensioneerden. Het ABP-bestuur zal de komende tijd in overleg met alle betrokken partijen antwoorden moeten vinden voor de financiële positie van het ABP.