SNN Samenwerkingsverband Noord-Nederland


Kompas voor het Noorden voldoet aan verwachtingen

Het onderzoeksinstituut Ecorys/NEI komt in een tussentijdse evaluatie tot een positieve beoordeling van het Kompasprogramma. Men ziet het Kompas als een op hoofdlijnen effectief programma. De financiële voortgang ligt op schema en de werkgelegenheidseffecten zijn volgens verwachting.

Werkgelegenheidseffecten

De omvang van de economische effecten van de tot en met 2002 goedgekeurde projecten uitgedrukt in werkgelegenheid schat Ecorys in op 4.510 voltijdbanen. Het gaat hierbij om netto effecten. Als deze effecten zouden worden geëxtrapoleerd naar een in 2006 volledig uitgevoerd programma, dan zou het werkgelegenheidseffect uitkomen op ca. 14.500 extra banen. Dit effect komt dan overeen met de aanvankelijke verwachtingen van tussen de 9.500 en 17.700 extra structurele banen.

Bij het opstellen van het Langman akkoord is becijferd wat het zogeheten faseverschil was, dat wil zeggen hoeveel arbeidsplaatsen het Noorden extra nodig had om een arbeidsparticipatie te hebben die overeen kwam met het nationaal gemiddelde. Dit werkgelegenheidstekort bedroeg toen 48.600 arbeidsplaatsen (oorspronkelijk becijferd op 43.000, maar later bijgesteld). Dit faseverschil moet aan het einde van de Langman periode (i.c. 2010) tot nul teruggebracht zijn. Sinds de start van het Kompasprogramma in 2000 is er een daadwerkelijke daling ingezet en is het faseverschil met 5.100 arbeidsplaatsen gereduceerd. Het faseverschil bedraagt nu 43.500. arbeidsplaatsen - Het EZ Kompasprogramma heeft zoals gesteld tot nu toe 4.510 arbeidsplaatsen opgeleverd en daarmee dus een grote bijdrage geleverd aan het terugdringen van het faseverschil.

Financiële voortgang

Er is tot nu toe voor 1,2 miljard aan projecten goedgekeurd, waarvan 515 miljoen afkomstig is van Europese, nationale, regionale en lokale overheden en 680 miljoen vanuit het bedrijfsleven. Gegeven dat op het moment van evalueren 40% van de Kompasperiode is verstreken, constateert Ecorys/NEI dat de financiële voortgang op hoofdlijnen goed op schema ligt nu 44% van de beschikbare middelen is besteed.

Gevolgen laagconjunctuur

De huidige laagconjunctuur werkt door in een verminderde investeringsbereidheid van het bestaande bedrijfsleven en van potentiële nieuwkomers. Dit heeft negatieve invloed op het gebruik van de bedrijfsgerichte maatregelen, in het bijzonder de Investeringspremieregeling voor nieuwe bedrijven, en op de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen en kantorenlocaties. Dit zet de mate waarin de werkgelegenheidsdoelen kunnen worden bereikt onder druk. De economische groei neemt immers af en de mogelijkheden van het programma om dit tegen te gaan ook. Ecorys/NEI verwacht daarom dat het uiteindelijk aantal te realiseren extra banen laag binnen de geformuleerde bandbreedte uitkomt. Volgens het onderzoeksinstituut worden niettemin de kwantitatieve doelstellingen gehaald. In combinatie met de positieve effecten op economische structuurversterking beoordeelt Ecorys/NEI het Kompas daarom als een op hoofdlijnen effectief programma.

Nieuwe accenten

De sociaal-economische context waarbinnen het Kompas wordt uitgevoerd maakt een aantal maatregelen urgenter dan bij de aanvang van het programma.

De omslag van hoogconjunctuur naar laagconjunctuur heeft negatieve invloed op de investeringsbereidheid van het bedrijfsleven. De verhuisgeneigdheid van bedrijven neemt af. Economische groei zal de komende periode daarom bijna uitsluitend van het bestaande bedrijfsleven in Noord-Nederland moeten komen. De maatregelen die zich op het bestaande bedrijfsleven richten worden daarom urgenter. Het gaat dan vooral om de IPR voor uitbreiding van bedrijven en om bedrijfsgerichte projecten die bedrijven ondersteunen bij het vinden van nieuwe markten, innovatie van producten en processen en verbetering van de bedrijfsvoering. Investeringen in kennisinfrastructuur en het gebruik daarvan door het MKB en investeringen in bedrijfshuisvesting voor kennisintensieve bedrijven worden ook urgenter, evenals arbeidsmarktmaatregelen op het gebied van vraaggerichte scholing en opleiding.

Daarnaast zijn andere maatregelen minder urgent geworden. Het gaat dan vooral om aanleg van bedrijventerreinen en de ontwikkeling van kantoorlocaties. Het belang van dergelijke investeringen staat niet ter discussie, wel de urgentie in de komende periode.

Uitvoering

De aanpak om in het Kompasprogramma zoveel mogelijk geldstromen gecombineerd in te zetten ziet Ecorys/NEI als succesvol. Voor het deel van het programma dat vooral gericht is op het versterken van de kwaliteit van het stedelijk en landelijk gebied is echter een deel van de toegezegde rijksbijdragen (nog) niet programmatisch beschikbaar gekomen.

Het belangrijkste knelpunt doet zich voor bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de inzet van middelen uit het Europees Sociaal Fonds.

Volgens Ecorys/NEI zijn gemeenten en semi-publieke organisaties over het algemeen goed op de hoogte van de mogelijkheden die Kompas biedt. De bekendheid met de mogelijkheden van Kompas onder het regionaal bedrijfsleven is daarentegen volgens het instituut voor verbetering vatbaar.

Achtergrond

Het Kompas voor het Noorden is het ruimtelijk-economisch ontwikkelingsprogramma 2000 t/m 2006 voor Noord-Nederland. Met dit programma investeren de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân, de Rijksoverheid, vooral het ministerie van EZ en de Europese Commissie, in de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Noord-Nederland.

De hoofddoelstelling van Kompas 2000-2006 is een bijdrage te leveren aan het inlopen van het economisch faseverschil van Noord-Nederland ten opzichte van Nederland als geheel.

Daarnaast dient Kompas bij te dragen aan het versterken van de kwaliteit van het stedelijk en landelijk gebied.

Het Kompas is opgesteld in 1999. In 2000 is de uitvoering van het programma begonnen. Vooraf is afgesproken om tussentijds een evaluatie uit te laten voeren om te kijken of Noord-Nederland op de goede weg is om de geformuleerde doelstellingen te halen en of de ingezette strategie daar nog steeds aan bijdraagt.

Bijlage:

MTR Kompas voor het Noorden

20-05-2003 (03-011)