FNV

Afspraak met Unilever over aanpak kinderarbeid

Op 15 mei hebben de organisaties Landelijke India Werkgroep, FNV, Amnesty International, Novib en de Indiase MV Foundation het onderwerp kinderarbeid in de katoenzaadproductie besproken met Unilever Nederland. Unilever heeft tijdens deze bijeenkomst toegezegd haar Indiase dochteronderneming Hindustan Lever, te zullen vragen om daarover binnen een maand in de productieregio (Andhra Pradesh) een gesprek aan te gaan met de MV Foundation.

De MV Foundation is een zeer gerenommeerde niet-gouvernementele organisatie die jarenlange ervaring heeft in het bestrijden van kinderarbeid en het begeleiden van kinderen naar full-time onderwijs. De organisatie is ook nauw betrokken bij het bestrijden van kinderarbeid in de katoenzaadteelt en heeft inmiddels honderden van deze kinderen van werk naar school weten te krijgen. Verder is er regelmatig overleg geweest met betrokken bedrijven.

De Nederlandse organisaties die de kinderarbeid in de katoenteelt bij Unilever aanhangig hebben gemaakt betreuren het dat Unilever, onder meer in haar persbericht van 5 mei jl., onjuiste informatie verstrekt. Anders dan Unilever stelt, is er door de MV Foundation in India wel degelijk zonder resultaat - contact gezocht met Hindustan Lever in Mumbai. Wel is door de MV Foundation gesproken met Paras Extra Growth Seeds Ltd. in Andhra Pradesh. Hindustan Lever, de Indiase dochteronderneming van Unilever, heeft 26% van de aandelen van Paras in handen en was tot maart 2002 volledig eigenaar. Het contact met Paras heeft helaas nog niet tot concrete resultaten geleid.

Unilever maakt in hetzelfde persbericht melding van uitgebreide correspondentie en gesprekken met de betrokken Nederlandse organisaties. Deze laatste hebben, na verzoeken van hun kant, in februari 2002 een maal overleg gevoerd met Unilever en hen het concept-rapport overhandigd. Daarna is er geen inhoudelijke reactie of correspondentie gevolgd.

Unilever meldt in haar gedragscode dat ze geen enkele vorm van kinderarbeid toestaat en dat zij van hun partners verwachten zich aan dezelfde uitgangspunten te houden. Ook wordt bij toeleveranciers kinderarbeid formeel uitgesloten door clausules in contracten en een controlesysteem. Desalniettemin komt kinderarbeid in de katoenzaadproductie op grote schaal voor, ook bij boeren die produceren voor Paras. Dit blijkt onder andere uit een uitgebreid onderzoek door Dr. Venkateswarlu dat in opdracht van de India Werkgroep is uitgevoerd en in april 2003 is gepubliceerd.

De organisaties hopen dat de toezegging van Unilever tot concrete maatregelen ten bate van de kinderen in India zal leiden. Zij zullen het resultaat daarvan nauwgezet blijven volgen. Voortgaande constructieve gesprekken over oplossingen wordt door de organisaties zeer op prijs gesteld.

Naast Unilever hebben de organisaties ook het in Nederland gevestigde bedrijf Advanta aangeschreven, omdat volgens het eerder genoemde rapport van Dr. Venkateswarlu ook bij de voor Advanta producerende bedrijven kinderarbeid voorkomt. Advanta heeft inmiddels laten weten bereid te zijn tot overleg om te zoeken naar oplossingen.



FNV