Gemeente Eindhoven

Persbericht: 8 mei 2003, no. 82

Transport tankkazemat van Eindhoven naar museum Overloon

Op woensdag 21 mei a.s. wordt een ruim 100.000 kilo wegende tankkazemat verhuisd van Eindhoven naar Overloon. De gemeente Eindhoven schenkt de tankkazemat, die plaats moet maken voor de bouw van de nieuwe woonwijk Meerhoven, aan het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon.

De tankkazemat is een in beton gestort pantservoertuig dat werd gebouwd in de Koude Oorlog en diende voor de bescherming en verdediging van de voormalige start- en landingsbanen op vliegbasis Welschap. Het geheel weegt ruim honderd ton en is 8.00x3.60x2.50 groot.

kazemat De tankkazemat is ontdekt op het zogeheten Piroc-terrein (Pantser Infanterie rijopleidings-centrum van defensie). Omdat hier in de toekomst een nieuwe woonwijk zal worden gebouwd moet de kazemat worden verwijderd. De gemeente vond het vanuit zowel maatschappelijk, historisch als educatief oogpunt jammer om het bouwwerk onder de slopershamer te laten komen.

Omdat het object past in de collectie van het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon heeft de gemeente besloten de tankkazemat aan het museum te schenken. In het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum is onder meer een grote verzameling militaire objecten, materieel, en gebruiksvoorwerpen te bezichtigen. De tankkazemat zal op zn nieuwe plek goed tot zijn recht komen en een waardevolle aanvulling op de collectie van het museum betekenen.

De omvangrijke verhuizingsoperatie heeft de nodige voorbereidingstijd gekost. De feitelijke verhuizing zal via een speciale hijs- en transporttechniek door het bedrijf Mammoet worden uitgevoerd. Vanwege veiligheidsredenen mag bij deze operatie geen publiek aanwezig zijn.

De tankkazemat zal in juni officieel worden overhandigd door wethouder Pastoor in aanwezigheid van leerlingen van de hoogste groepen van de twee basisscholen in Meerhoven. Rondom de overhandiging is een educatief programma opgesteld waarbij de leerlingen een speciaal lesuur krijgen, verzorgd door de educatieve dienst van het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum. Aansluitend gaan de leerlingen naar het museum in Overloon waar zij een rondleiding krijgen en de tankkazemat officieel zal worden overgedragen.

Achtergrondinformatie tankkazemat
Na de Tweede Wereldoorlog bleef veel oud materieel van de geallieerden achter in Nederland. Daaronder waren ook pantservoertuigen en tanks, die nog lang gebruikt werden voor opleidingen binnen het nieuw op te bouwen Nederlandse leger.

In het begin van de jaren vijftig was echter een aantal daarvan zodanig versleten dat tot gedeeltelijke vervanging moest worden overgegaan. Na verwijdering van alle onderdelen waarmee gelijksoortige voertuigen langer rijdend gehouden konden worden, bleken de rompen met de gevechtskoepels nog goed te gebruiken voor andere doeleinden. Deze werden op militair strategische plaatsen in een vooraf gegraven kuil geplaatst en zodanig in een dikke betonverpakking gegoten dat alleen de koepel nog boven het maaiveld uitstak.

Zo ontstonden eenvoudige kazematten. Doordat de motor werd verwijderd ontstond meer personeels-ruimte, maar was het draaien van de koepel niet meer motorbediend. Daarvoor werd een handmatige bediening geïnstalleerd. Meestal werd ook het oorspronkelijke geschut gedemonteerd en kon door de zo ontstane opening met een mitrailleur worden gevuurd.

Zo werden dus eenvoudige en vooral ook goedkope verdedigingsobjecten gerealiseerd. De officiële naam luidde ingebetonneerde gevechtswagens, maar al gauw noemde men ze tankkazematten.

In de jaren vijftig zijn zo onder meer een paar tankkazematten aangelegd op en rondom militaire vliegvelden, zoals die van Volkel en van Eindhoven. Die waren bedoeld om een eventuele aanval van gedropte luchtlandingstroepen op te vangen. De meeste ingegoten tankrompen waren van Sherman- en RAM-tanks. Maar ook de Stackhound-pantserwagen bleek geschikt.

Het aan het Nationaal Oorlogs- en Verzets-museum over te dragen object is daarvan een exemplaar. Inclusief beton weegt het ruim 100 ton en de bouwkosten indertijd bedroegen ruim 12000 gulden, omgerekend plusminus 5500 Euro. (Bron: De IJssellinie 1950-1968 door E.C. de Reijer)

© 2003 Gemeente Eindhoven