Erasmus Universiteit Rotterdam

21 mei 2003

Meer zieken door bilharzia dan verwacht

Ruim negentig miljoen mensen in Afrika zijn ziek door de parasitaire worm-infecties bilharzia. Deze schatting is drie tot vier keer hoger dan eerder aangenomen. Dankzij een methode, ontwikkeld door Marieke van der Werf, is een betere schatting van het aantal mensen met klachten te maken. Op woensdag 21 mei 2003 verdedigt zij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam haar proefschrift Schistosomiasis morbiditeit en behandeling van patiënten in Afrika.

Schistosomiasis (bilharzia) is een van de meest voorkomende parasitaire worm-infecties in ontwikkelingslanden. Door contact met oppervlaktewater waarin een bepaalde slak leeft treedt besmetting op. In Afrika zijn er twee verschillende soorten schistosome wormen: een soort die leeft in de bloedvaten van de urinewegen, Schistosoma haematobium, en een die leeft in de bloedvaten van de darmen, Schistosoma mansoni. De eerstgenoemde vorm geeft als voornaamste klacht bloed in de urine. De wormen in de bloedvaten van de darmen veroorzaken o.a. bloederige diarree. Als de infectie langere tijd blijft bestaan kunnen de gevolgen ernstig zijn. Goede schattingen van het aantal mensen met symptomen veroorzaakt door infectie met schistosomen waren niet voorhanden.

De promovenda heeft echter een methode ontwikkeld om het aantal mensen met ziekte door schistosomiasis beter te schatten. Op grond van literatuurstudie komt zij tot de schatting dat 70 miljoen mensen geïnfecteerd met S. haematobium klagen over bloed in de urine. Daarnaast heeft voor zon tien miljoen mensen de infectie ernstige gevolgen (verwijding van urineleider of nierbekken). Infectie met S. mansoni veroorzaakt bloederige diarree bij ruim vier miljoen mensen en leververgroting in 8,5 miljoen gevallen. Deze schattingen zijn drie tot vier keer hoger dan de meest gebruikte eerdere schattingen.

Door gezondheidswerkers in Ghana, Mali en Senegal te interviewen kreeg de promovenda een beter inzicht in de kwaliteit van de behandeling van schistosomiasis patiënten. Zij vroeg hen naar de kennis van de belangrijkste symptomen, behandelingsstrategieën en de aanwezigheid van medicijnen en materialen voor diagnostiek. Van der Werf constateerde dat patiënten die zich melden met klachten passend bij infectie met S. haematobium in ongeveer zestig procent van de klinieken de juiste behandeling krijgen. Patiënten die zich presenteren met symptomen van S. mansoni infectie hadden maar een kleine kans op goede behandeling (ongeveer vijftien procent). Vergeleken met Mali en Senegal is de kans op een goede behandeling in Ghana kleiner. Het niveau van behandelen in gezondheidsklinieken is volgens de promovenda onvoldoende om tot een afname van ziekte door schistosomiasis te leiden. Aanvullende maatregelen om bilharzia te bestrijden zijn nodig.

Promotor: prof.dr. J.D.F. Habbema, Medische besliskunde

Noot voor de pers

Promotie 21 mei 2003, 15.45 uur
Plaats: Erasmus MC, faculteitsgebouw, collegezaal 7 Info: afdeling Communicatie, tel. (010) 408 1216/1777 e-mail Persberichten@daz.eur.nl