Gemeente Amsterdam

Meerjarenplan voor een veiliger openbaar vervoer in Amsterdam 21 mei 2003 - Lisa Neves Gonçalves, Stefan Rutte, Petra Faber Het college van B&W wil de sociale veiligheid in het openbaar vervoer voor zowel passagiers als medewerkers de komende jaren verbeteren. Dit staat in het Meerjarenplan Sociale veiligheid Openbaar Vervoer 2003-2008. Het plan geeft een overzicht van de activiteiten die de gemeente Amsterdam wil gaan uitvoeren om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in Amsterdam te vergroten.

Stand van zaken

In Amsterdam worden per werkdag 1,2 miljoen passagiers vervoerd. De diversiteit aan passagiers is zeer groot, veel verschillende bevolkingsgroepen komen elkaar tegen in een relatief kleine ruimte. Door de anonimiteit, de relatieve openheid en het comfort blijkt het openbaar vervoer aantrekkelijk te zijn voor diverse probleemgroepen. In de Veiligheidsrapportage 2002 van de gemeente blijkt dat 40% van de Amsterdammers zich (soms) onveilig voelt in het openbaar vervoer; daarnaast blijkt dat 66% van de metropassagiers in stations zich (soms) onveilig voelt. De metro blijkt hiermee de zwakste schakel als het gaat om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer.

Op dit moment zegt 31% van de passagiers in het ROA-gebied (Groot Amsterdam) tenminste één keer slachtoffer of ooggetuige te zijn geweest van een incident. Uit onderzoek blijkt ook dat bewoners in dit gebied bovendien relatief vaak meermalen slachtoffer of ooggetuige van een incident waren. De cijfers van 2002 laten zien dat incidententypen als lastigvallen, dat bij de passagiers juist afneemt, bij de medewerkers een forse toename laat zien van 37% in 1997 naar 47% in 2002. Onder medewerkers voelt 18% zich altijd onveilig.

Maatregelen

Amsterdam heeft de afgelopen jaren fors ingezet op de verbetering van de sociale veiligheid en wil door een integrale aanpak en met samenhangende maatregelen de sociale veiligheid verbeteren. Wethouder Mark van der Horst: "Kwaliteit van het openbaar vervoer is belangrijk, maar minstens zo belangrijk is het veiligheidsgevoel onder de passagiers."

I/D-banen en conducteurs op de tram

De 290 I/Ders die werkzaam zijn op de tram als conducteur worden omgezet in reguliere banen. Ook komt in het najaar op tramlijn 1, die als onveilig wordt ervaren door zowel passagiers als medewerkers, een vaste conducteur. Op de tramlijnen 16 en 24, die gemeten naar het aantal incidenten relatief rustigere lijnen zijn, zullen steekproefsgewijs kaartcontroles worden gehouden.

Meer toezicht in de metro

De belangrijkste pijler voor het verbeteren van de sociale veiligheid is het bestrijden van het zwartrijden. Dit gebeurt zo veel mogelijk door een gesloten instapregime. Omdat passagiers moeten betalen bij het instappen (of voor toegang tot het perron) kunnen veel ongewenste personen worden geweerd. Na het plaatsen van tourniquets en de invoering van de chipkaart wil het college het toezicht in de metrostations en metros uitbreiden.

Noodhulp en cameratoezicht

Doet zich in een vervoermiddel een incident voor, dan kan de bestuurder, conducteur of schipper dit via een noodknop melden bij de verkeersleiding. De verkeersleiding zorgt voor assistentie er plaatse.

Alle trams, bussen en veren zijn inmiddels voorzien van cameratoezicht. Hiernaast kent het Amsterdamse openbaar vervoer cameraobservatie. Bij de verkeersleiding en in de centrales in het metrosysteem (nu nog Lelylaan en RAI) worden 24 uur per dag beelden bekeken van een deel van de metrostations en tram- en bushalten. Deze cameraobservatie wordt de komende jaren uitgebreid naar alle metrostations. Ook eindpunten van trams en bussen die als onveilig worden ervaren door passagiers en medewerkers, worden voorzien van cameras.

In het plan worden ook maatregelen beschreven als: betere informatievoorziening aan passagiers, snelle schoonmaak en reparatie van voertuigen, uitbreiden van cameratoezicht, het optimaliseren van de steekproefsgewijze kaartcontrole en het trainen van medewerkers in het omgaan met agressie.

In de aanbiedingsbrief aan het ministerie is een overzicht opgenomen van de beschikbare en de te verwachte financiële middelen en de wijze van monitoring, evaluatie, bijstelling en toezicht. Het plan zal worden aangeboden aan het ministerie van Verkeer een Waterstaat en dient als basis voor het toekennen van extra rijksmiddelen.

Behandeling in de raadscommissie en in de gemeenteraad is op 28 mei.

© Gemeente Amsterdam