De Unie


Reactie De Unie op hoofdlijnenakkoord

'Meedoen, meer werk, minder regels'.

Loonmatiging en verhoging van de arbeidsproductiviteit

Hilversum, 21 mei 2003 - De Unie is bereid mee te werken aan loonmatiging onder voorwaarde dat de regering inzet op het versterken van innovatief vermogen van de Nederlandse economie en dat werkgevers loonruimte beschikbaar stellen voor gerichte verbetering van de arbeidsproductiviteit. Dat zei Unievoorzitter Jacques Teuwen in het radio en televisie programma TROS Kamerbreed van zaterdag 17 mei, in reactie op het hoofdlijnenakkoord tussen CDA, VVD en D66.

De Unie is er van overtuigd dat de sociaal-economische toekomst van Nederland grotendeels bepaald wordt door de hoog ontwikkelde kenniseconomie. De Unie constateert dat er op dit moment een conjuncturele verzwakking is waardoor het bedrijfsleven internationaal gezien prijstechnisch moeilijker kan concurreren. Bovendien raakt Nederland verder achterop op het terrein van R&D, hoger onderwijs en innovatief vermogen. Dit komt onder andere tot uitdrukking in een stagnerende stijging van de arbeidsproductiviteit.

De Unie concludeert daaruit dat loonmatiging nodig is, maar dat tegelijkertijd investeringen in arbeidsproductiviteit dringend gewenst zijn. Voorkomen moet worden dat loonmatiging gebruikt wordt als internationaal concurrentiemiddel, zonder dat de nodige investeringen in de kenniseconomie worden gedaan. Dit was de realiteit van het afgelopen decennium en daarmee komen we uiteindelijk in een negatieve spiraal van steeds maar verder afnemend innovatief vermogen terecht.

Onder het verbeteren van de arbeidsproductiviteit verstaat De Unie investeren in mensen. De Unie stelt verder vast dat:
* investeringen in arbeidsproductiviteit deels een taak zijn van de overheid (onderwijs) deels van het bedrijfsleven zelf;
* investeringen in arbeidsproductiviteit ongewenste neveneffecten kunnen hebben zoals uitstoot van arbeid en het oplopen van de werkdruk en dat een belangrijke taak van De Unie is haar leden daartegen te beschermen;

* gegeven de verschillen in vormgeving en positie van productieprocessen en de verschillen in professionele mogelijkheden en voorkeuren van werknemers; de precieze afspraken over de vormgeving van de investeringen in arbeidsproductiviteit alleen zo dicht mogelijk bij de werkvloer kan plaatsvinden.

De conclusie is dat De Unie bereid is mee te werken aan het matigen van de lonen onder een tweetal voorwaarden. Ten eerste moet het regeringsbeleid voor de komende periode het versterken van het innovatieve vermogen van de Nederlandse economie als speerpunt hanteren. Er zal dus meer dan tot nu toe gepland, geïnvesteerd moeten worden in onderwijs en onderzoek en de facilitering daarvan in de private sector. Ten slotte moeten werkgevers bereid zijn om op bedrijfs (tak) niveau afspraken te maken over de aanwending van de beschikbare loonruimte voor een gerichte verbetering van de arbeidsproductiviteit onder de voorwaarden dat voorkomen wordt dat ongewenste effecten optreden, zoals uitstoot van arbeid en hoog oplopende werkdruk.

* Reactie vakcentrale MHP op Meedoen, meer werk, minder regels. (pdf file)

* Brief van vakcentrale MHP aan de leden van de Tweede Kamer. (pdf file)

* Meer informatie: www.vakcentralemhp.nl

woensdag, 21 mei 2003