Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-119

Den Haag, 21 mei 2003

EMU-saldo in 2002: 2,2% lager dan oorspronkelijk verwacht

2002 is afgesloten met een EMU-tekort van 1,2%. Dit terwijl bij het indienen van de begroting 2002 nog werd uitgegaan van een overschot van 1,0%. Het tekort werd voornamelijk veroorzaakt doordat 7,4 miljard euro minder werd ontvangen dan verwacht. De in 2001 ingezette economische neergang is in 2002 doorgezet. Met een groei van 0,3% bleef de economische groei onder het Europese gemiddelde van 1%. Nederland heeft moeite de concurrentie met andere Europese landen aan te gaan. Dit blijkt uit het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2002.

Het verlies van de Nederlandse concurrentiekracht heeft invloed op de overheidsfinanciën. Er werd in 2002 7,4 miljard euro minder ontvangen dan in de Miljoenennota 2002 werd verwacht. Er werd 6,9 miljard euro minder belasting ontvangen. Dit komt vooral doordat winsten van bedrijven teruglopen. De opbrengst van de vennootschapsbelasting was 3,7 miljard euro lager. Verder vallen de ontvangsten van de dividendbelasting en de belastingen op milieugrondslag tegen. De achterblijvende economische groei zorgde voor een teruglopende opbrengst van de omzetbelasting.

Uit dit Financieel Jaarverslag blijkt verder dat in 2002 met name de uitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid sterk zijn gegroeid. Met een reële uitgavengroei van 10% spande de zorgsector de kroon, wat tevens tot een forse overschrijding leidde. Aan onderwijs is in 2002 6½% meer besteed en aan veiligheid 3¼%. Het Budgettair Kader Zorg is in 2002 met 0,8 miljard euro overschreden. Hier staan elders op de begroting meevallers tegenover. Ondanks alle financiële tegenslagen is de overschrijding van het uitgavenkader tot slechts 0,1 miljard euro beperkt gebleven.

Met het Financieel Jaarverslag 2002 wordt voor het eerst een VBTB-begrotingscyclus volledig doorlopen. Voor het eerst wordt verslag gedaan van een begrotingsjaar waarvan de miljoenennota is opgesteld aan de hand van de VBTB vragen naar het beoogde doel, de inspanning die zou worden geleverd en de kosten die daarbij horen. Hiermee is opnieuw een stap gezet naar een betere verantwoording van besteding van belastinggeld.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat door VBTB de aandacht voor het financieel management en de bedrijfsvoering is verbeterd. De belangrijkste knelpunten zijn door departementen voortvarend opgepakt. Wel zijn er op een aantal punten nog verbeteringen mogelijk. Prioriteiten van kabinetsbeleid moeten nog helderder en concreter worden ingevuld. Alleen zo kunnen financiële jaarverslagen over enkele jaren antwoord geven op de vraag of de overheid waar voor zijn geld levert.