Praktijkonderzoek Veehouderij

Vruchtbaarheid, diermanagement en welzijn melkvee high-techbedrijf

PraktijkRapport 26

Auteurs: I. Thomassen, L. Ruis-Heutinck, A. van der Kamp

Sinds de bouw van het high-techbedrijf in 1998 worden in de centrale database van het praktijkonderzoek veehouderij naast standaard managementgegevens ook alle bedrijfsmatige behandelingen vastgelegd. Dit zijn vruchtbaarheidsgegevens en diergezondheidsgegevens. Drie jaar na de start van het high-techbedrijf is het tijd geworden voor een eerste beoordeling op de vruchtbaarheid en diergezondheid. Ook is niet bekend hoe het is gesteld met het welzijn van de melkveestapel. Dit rapport zal ingaan op beide aspecten. De belangrijkste vragen waarop een antwoord wordt gezocht zijn: wat is het vruchtbaarheidsniveau van de veestapel, hoe is het met de uier- en klauwgezondheid van de veestapel gesteld, hoe hoog is de veevervanging, wat zijn de gezondheidskosten en hoe is het gesteld met het welzijn van de veestapel. Deze beoordeling heeft voornamelijk betrekking op de periode 1999-2001.

De doelstelling van het high-techbedrijf is het realiseren van een lage kostprijs per kg melk van EUR 0,34 via een hoge productiviteit per ha en met een werkweek voor de veehouder van 50 uur. Hierbij hoort een goede diergezondheid en welzijn. De bedrijfsopzet van het high-techbedrijf is zo ingericht dat het werk door één persoon rondgezet kan worden. Zo wordt er gemolken met een automatisch melksysteem en wordt er geen beweiding toegepast voor het vee. Het bedrijf is zelfvoorzienend en al het landwerk wordt uitgevoerd door de loonwerker. Het melkquotum van het high-techbedrijf bedraagt 800.000 kg melk.

In de beoordeling is er onderscheid gemaakt in 5 hoofdgroepen. Deze zijn achtereenvolgens: vruchtbaarheid, uiergezondheid, klauwgezondheid, overige gezondheidsaspecten en welzijnsbeoordeling. Bij de berekening van de kengetallen is gebruik gemaakt van de standaard rekenregels zoals deze worden gepubliceerd door het agrarisch telematicacentrum. Op deze manier is vergelijking tussen andere bedrijven mogelijk. In dit rapport wordt het high-techbedrijf vergeleken met het gemiddelde van alle proefbedrijven van het Praktijkonderzoek Veehouderij. Omdat deze gegevens op een zelfde manier worden verzameld en opgeslagen is dit een betrouwbare vergelijking.

Bij de vruchtbaarheid is een beoordeling gemaakt van zowel de vruchtbaarheidskengetallen als de vruchtbaarheidsproblemen. Het blijkt dat de vruchtbaarheidskengetallen van het high-techbedrijf niet wezenlijk afwijken van het gemiddelde van de proefbedrijven. Er is een goede tussenkalftijd en het melkvee wordt goed drachtig. Het aantal dagen tussen afkalven en een eerste inseminatie is iets opgelopen, en daarmee ook de tussenkalftijd, maar hier is in het management bewust voor gekozen. Er zijn wel veel vruchtbaarheidsproblemen op het high-techbedrijf. Opmerkelijk is dat deze problemen weinig invloed hebben gehad op de kengetallen. Het lijkt er op dat de vruchtbaarheidsproblemen snel worden geconstateerd en behandeld. Bij de beoordeling van de uiergezondheid is er vooral aandacht gegaan naar bedrijfscelgetal en mastitis. Kort wordt het beleid voor wat betreft uiergezondheid aangehaald en wordt het behandelplan getoond. Uit de resultaten komt naar voren dat er relatief veel mastitis is op het high-techbedrijf. Ook het bedrijfscelgetal is in 2001 flink gestegen en toont een seizoenseffect. De meest voorkomende mastitisverwekkers zijn de E-coli en de Staph. Aureus. Een onbekende infectie trof het high-techbedrijf in 2001. Deze infectie is mede verantwoordelijk voor het hoge percentage mastitis. De klauwgezondheid is op twee manieren beoordeeld. Op het high-techbedrijf worden regelmatig de klauwen van het vee bekapt en de gevonden aandoeningen geregistreerd. Daarnaast word er een pootscore gehouden. Bij de pootscore wordt de stand van de klauwen t.o.v de lichaamslengteas beoordeeld. Het aantal klauwaandoeningen op het high-techbedrijf is hoog, maar het blijkt dat het hier voornamelijk gaat om lichte infecties. De pootscore laat een goede klauwgezondheid zien. Het aantal dieren dat een score 1 (goed) krijgt is licht gestegen en het aantal dieren met een score 3 (slecht) is gedaald. Een slechte pootscore in september 1999 is veroorzaakt door een probleem met de robotmestschuif.
Bij de overige gezondheidskosten is er gekeken naar de onderdelen veevervanging, stofwisseling, conditie en gezondheidskosten. Bij de beoordeling van de vee-vervanging is duidelijk zichtbaar geworden dat er veel dieren afgevoerd worden wegens uiervorm. Het totale afvoerpercentage is echter vergelijkbaar met het gemiddelde van de proefbedrijven. Door het hoge aantal dieren dat wegens uierproblemen wordt afgevoerd, is er weinig ruimte geweest om dieren wegens andere problemen zoals vruchtbaarheid af te voeren. De stofwisseling en de conditie van het melkvee op het high-techbedrijf zijn normaal. Het aantal dieren met een melkziekte ligt lager dan het gemiddelde van de proefbedrijven. Voor lebmaagaandoeningen en slepende melkziekte is een lichte daling te zien. De conditiescore laat een vlakker verloop zien over de jaren 1999 - 2001. Vooral aan het einde van de lactatie lijken de dieren iets schraler te worden. De gezondheidskosten zijn zowel per koe als per kg melk hoog. Ook komt de dierenarts vaak op het bedrijf, ruim 51 keer per jaar.

Om het welzijn van het melkvee op het high-techbedrijf te beoordelen, is er gebruik gemaakt van twee bestaande meetlatten. Zo is de welzijnsscore gebruikt om het welzijn van het vee te beoordelen. Deze beoordeling richt zich specifiek op het dier. Zo worden onder andere de huid, conditie, klauwen, gangen en speen beoordeeld. Het bleek dat het high-techbedrijf niet wezenlijk leek af te wijken van andere gangbare bedrijven. Wel bleek dat er meer ernstige aandoeningen zaten onder de klauwen en huid.
Als tweede meetlat is er gebruik gemaakt van een systeem dat de duurzaamheid van veebedrijven beoordeelt. Deze beoordeling is in tegenstelling tot de welzijnsscore meer gericht op de huisvesting van de veestapel. Uit deze beoordeling bleek dat de ventilatie, stalinhoud, ligruimte en klauwgezondheid ruim voldoende zijn. Het hightechbedrijf scoort op deze onderdelen alle punten. Op de onderdelen loopruimte, weide en bedrijfsvoering zijn nog verbeteringen voor het welzijn mogelijk.

Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel praktijkrapport 26 hier voor de prijs van EUR 16.51 (excl BTW) .

Rundvee praktijkrapport 26: Vruchtbaarheid, diermanagement en welzijn melkvee high-techbedrijf - 2003 - 44 pagina's

Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle praktijkrapporten Volgende praktijkrapport Nieuwste praktijkrapport
---

© Praktijkonderzoek Veehouderij - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 21-05-2003 14:06.