Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

http://www.minlnv.nl

MINLNV: Min Lnv: Wijziging vogelpestregeling deel IIB

Artikel 5

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op het vervoer met een vervoermiddel van eendagskuikens in compartiment C of D indien:
a. de eendagskuikens rechtstreeks met een of meer vervoermiddelen worden vervoerd naar een bedrijf of een stal gelegen in compartiment C of D, waar geen andere AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden;
b. het afleveren plaatsvindt op de openbare weg; c. de openbare weg grenst aan het bedrijf van bestemming gelegen in compartiment C of D, en
d. na aankomst op het bedrijf van bestemming de eigenaar, houder of hoeder van de eendagskuikens, bedoeld in het eerste lid, de eendagskuikens binnen 7 dagen door een dierenarts laat onderzoeken op AI. Van elke inspectie wordt door de dierenarts een verklaring opgemaakt, welke verklaring op het desbetreffende bedrijf tot nader order wordt bewaard. De dierenarts meldt terstond eventuele symptomen van AI aan de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.

2. Eendagskuikens, bedoeld in het eerste lid, die ingevolge artikel 2d in Nederland zijn gebracht, mogen vanaf het bedrijf van bestemming uitsluitend overeenkomstig artikel 4, eerste en vierde lid, rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis.
3. De eendagskuikens worden verpakt in wegwerpmateriaal dat na eenmalig gebruik wordt vernietigd.

Artikel 5a

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel a, is niet van toepassing ten aanzien van eieren bestemd voor industriële verwerking afkomstig van een bedrijf gelegen in compartiment C, D, E, F of H waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, indien:
a. de eieren, afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment C of D, rechtstreeks worden vervoerd met een vervoermiddel naar een eiproductenfabrikant, geregistreerd op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en eiproducten en eiproductenindustrie 1999, gelegen in compartiment C of D; b. de eieren, afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment E, rechtstreeks worden vervoerd met een vervoermiddel naar een eiproductenfabrikant, geregistreerd op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en eiproducten en eiproductenindustrie 1999, gelegen in compartiment E; c. de eieren, afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment F, rechtstreeks worden vervoerd met een vervoermiddel naar een eiproductenfabrikant, geregistreerd op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en eiproducten en eiproductenindustrie 1999, gelegen in compartiment F of G; d. de eieren, afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment E, rechtstreeks worden vervoerd met een vervoermiddel naar een pakstation, geregistreerd op grond van de Verordening registratie verzamelaars, grossiers en houders van een pakstation en heffingen consumptie-eieren 2002, gelegen in compartiment E en dit rechtstreekse vervoer plaatsvindt ten behoeve van het vervoer naar een eiproductenfabrikant, geregistreerd op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en eiproducten en eiproductenindustrie 1999;
e. de eieren, afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment H, rechtstreeks worden vervoerd met een vervoermiddel naar een eiproductenfabrikant, geregistreerd op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en eiproducten en eiproductenindustrie 1999, gelegen in compartiment H.
2. Het vervoer, bedoeld in het eerste lid, is alleen toegestaan indien de eieren worden vervoerd, verpakt, opgeslagen en verwerkt overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.
3. Indien consumptie-eieren worden vervoerd naar een pakstation, worden de eieren vervoerd in:
a. wegwerpverpakkingen die na eenmalig gebruik worden vernietigd, of
b. bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen, die vóór en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 5b

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op het vervoer met een vervoermiddel van broedeieren afkomstig van vermeerderingsbedrijven, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992, gelegen in compartiment C of D, onderscheidenlijk in compartiment H, die rechtstreeks worden vervoerd met een of meer vervoermiddelen naar een broederij, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992, gelegen in compartiment C of D, onderscheidenlijk in compartiment H.

2. De in het eerste lid bedoelde broedeieren worden vervoerd, verpakt, opgeslagen en ingelegd overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 5c

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, is niet van toepassing ten aanzien van consumptie-eieren die rechtstreeks worden vervoerd met een vervoermiddel naar de plaats van bestemming, niet zijnde een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden.

2. Indien consumptie-eieren worden vervoerd naar een pakstation, worden de eieren vervoerd in:
a. wegwerpverpakkingen die na eenmalig gebruik worden vernietigd, of
b. bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen,die voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

3. Indien de consumptie-eieren, bedoeld in eerste lid, afkomstig zijn uit een andere lidstaat dan Nederland, wordt het verpakkingsmateriaal, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, teruggezonden naar die lidstaat, nadat deze overeenkomstig het tweede lid, onderdeel b, zijn gereinigd en ontsmet.

Artikel 5d
Het verbod, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, is niet van toepassing ten aanzien van het vervoer van rauwe melk met een vervoermiddel van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren gehouden worden, indien:
a. de rauwe melk rechtstreeks naar een melkfabriek wordt vervoerd, en
b. het vervoer van rauwe melk voldoet aan de in bijlage V bij deze regeling opgenomen voorschriften.

Artikel 5e

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, derde lid, is niet van toepassing ten aanzien van het rechtstreekse vervoer van diervoeder met een vervoermiddel naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, indien:
a. het vervoer van het diervoeder uitsluitend in compartiment C of D plaatsvindt;
b. het vervoer van het diervoeder uitsluitend in compartiment E plaatsvindt;
c. het vervoer van het diervoerder uitsluitend in compartiment F en G plaatsvindt, of
d. het vervoer van het diervoeder uitsluitend in compartiment H plaatsvindt.

2. Het vervoer, bedoeld in het eerste lid, is alleen van toepassing, indien het diervoeder wordt vervoerd overeenkomstig de in bijlage VI bij deze regeling opgenomen voorschriften.

Artikel 6
Ingeval van vervoer als bedoeld in de artikelen 4, 4a, 4b en 5 is de vervoerder verplicht een inzichtelijke registratie bij te houden en tot nader order op diens bedrijf te bewaren,
waarin in elk geval de volgende gegevens worden opgenomen: . naam, adres en woonplaats van de laad- en losplaatsen; . de vervoerde soorten AI-gevoelige dieren; . de vervoerde aantallen AI-gevoelige dieren; . de gereden route, en
. datum en tijdstip van laden en lossen.

Artikel 7

1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van:
a. AI-gevoelige dieren,
b. broed- of consumptie-eieren, of
c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren of dierlijke mest afkomstig van een bedrijf waar als een van de bedrijfstakken AI-gevoelige dieren worden gehouden, te verplaatsen binnen Nederland.

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:
a. ingeval van vervoer, bedoeld in de artikelen 3a, vijfde, zesde en zevende lid, 4, 4a, 4b, 5, 5a, 5b en 5c en in de artikelen 3, vijfde lid, en 3c van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 het vervoermiddel en de speciale inrichtingen daarvan worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, ten aanzien van het desbetreffende vervoer goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv; b. ingeval van ander vervoer dan bedoeld in de artikelen 3a, vijfde, zesde en zevende lid, 4, 4a, 4b, 5, 5a, 5b en 5c het vervoermiddel en de speciale inrichtingen daarvan worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, voor het desbetreffende vervoermiddel goedgekeurde protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv en het vervoermiddel vervolgens telkens voordat het een plaats verlaat waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 7a

1. Het vervoer van éénhoevigen en evenhoevigen, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, afkomstig van of naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, is verboden in compartiment E.

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer met een vervoermiddel van éénhoevigen of evenhoevigen van het bedrijf rechtstreeks naar een slachthuis indien dit slachthuis is gelegen in compartiment E.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van éénhoevigen of evenhoevigen naar een bij dat bedrijf behorend weiland en vice versa, of naar een stal van een bedrijf waar geen AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, mits het vervoer plaatsvindt binnen het compartiment E.

4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van één- en evenhoevigen afkomstig van een plaats waar geen AI-gevoelige dieren aanwezig zijn, naar een bedrijf waar AI-gevoelige dieren worden gehouden indien:
a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv .http://www.minlnv.nl/rvv.;
b. voor zover het vervoer plaatsvindt met een vervoermiddel, het vervoermiddel is aangemeld, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, en
c. voor zover het vervoer plaatsvindt met een vervoermiddel, het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 8
Deze regeling laat de op grond van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 geldende bepalingen onverlet.

Artikel 9
Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I.

B

Bijlage I tot en met XI worden vervangen door de in Bijlage 1 bij deze regeling opgenomen Bijlage I tot en met XI.

Artikel II
Deze regeling wordt bekend gemaakt aan de media en treedt op 21 mei
2003 om 16.00 uur in werking.




Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Bijlage 1 bij deze regeling
Bijlage I bij artikel 4 van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I
GEZONDHEIDSVERKLARING
Voor AI-gevoelige dieren gehouden buiten de gebieden aangewezen in bijlage I bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en geslacht worden buiten deze gebieden in Nederland.

In te vullen door de pluimveehouder
Naam pluimveehouder :
Laadadres bedrijf :
UBN :
Betreft AI-gevoelige soort :
Aantal :
Adres slachterij :
Kenteken vrachtauto
en/of aanhanger :
Datum :
Hantekening houder AI-gevoelige dieren:

In te vullen door de dierenarts

Ondergetekende verklaart:

- Alle pluimvee op bovenstaand bedrijf klinisch geïnspecteerd te hebben op:
Datum :
Tijd :


- Bij deze dieren geen klinische verschijnselen te hebben geconstateerd die wijzen op Aviare Influenza of enige andere aangifteplichtige besmettelijke dierziekte.

- Het onderzoek binnen 12 uur voorafgaand aan het laden van de AI-gevoelige dieren te hebben uitgevoerd.

Naam dierenarts :
Adres :
Woonplaats :
Telefoonr. Praktijk :
Datum :
Handtekening dierenarts:

Bijlage II (vervallen)

Bijlage III bij de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I

A. Ophokgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen
Het ophokgebied is het gebied, gelegen tussen de grenzen van het vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen, bedoeld in bijlage I, onderdeel 1 van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, en de navolgende begrenzing:

1. Vanaf de Ketelbrug in oostelijke richting het Ketelmeer volgend tot de monding van de IJssel .

2. Vanaf de monding van de IJssel de IJssel volgend tot aan de kruising met de snelweg A28.

3. Vanaf de kruising met de IJssel de A28 in westelijke richting volgend tot verkeersknooppunt Hattemerbroek.

4. Vanaf knooppunt Hattemerbroek de A50 in zuidelijke richting volgend tot verkeersknooppunt Waterberg.

5. Vanaf knooppunt Waterberg de A50 in westelijke richting volgend tot de kruising met de Koningsweg (N310).
6. Vanaf het viaduct over de A50 de Koningsweg (N310) in zuidelijke richting volgend tot aan de Amsterdamseweg (N224) (Arnhem).

7. Amsterdamseweg N224 (Arnhem) volgend in oostelijke richting tot Zijpendaalseweg.

8. Zijpendaalseweg volgend in zuidelijke richting via het Willemsplein, volgend in zuidelijke richting overgaand in Roermondsplein overgaand in de Nelson Mandelabrug overgaand in Eldenseweg tot de Batavierenweg.

9. Batavierenweg volgend in oostelijke richting tot aan de Nijmeegseweg (A325).

10. Nijmeegseweg (A325 ) volgend in zuidelijke richting overgaand in A325 tot aan verkeersknooppunt Ressen.

11. Vanaf verkeersknooppunt Ressen de snelweg A15 volgend in westelijke richting tot verkeersknooppunt Valburg.
12. Bij verkeersknooppunt Valburg de snelweg A 50 volgend in zuidwestelijke richting tot afslag 15 (Oss).

13. Afslag 15 volgen tot de Cereslaan.

14. De Cereslaan volgend in noordwestelijke richting tot de Ruwaardsingel (Oss).

15. De Ruwaardsingel (Oss) volgend in noordoostelijke richting tot de Doctor Saal van Zwanenbergsingel.

16. De Doctor Saal van Zwanenbergsingel volgend in noordwestelijke richting overgaand in de Hertogin Johannasingel overgaand in de John F. Kennedybaan tot de Gewandeweg.

17. De Gewandeweg volgend in westelijke richting overgaand in de Burgemeester Smitsweg overgaand in de Wildseweg tot aan de Nieuwe Provincialeweg (N625).

18. De Nieuwe Provincialeweg (N625) volgend in noordelijke richting overgaand in Wildsedijk (N625) tot de Veerweg.
19. De Veerweg volgend in westelijke richting tot veerpont (Maren).

20. Vanaf overzijde Maas de Veerweg volgend in westelijke richting overgaand in de Jan Klingenweg overgaand in de Van Heemstraweg (N322) tot Rijksweg N322.

21. Rijksweg 322 volgend in zuidwestelijke richting tot oprit 17 (Zaltbommel) van de snelweg A2.

22. Snelweg A2 volgend in noordwestelijke richting tot verkeersknooppunt Everdingen A27

23. Vanaf knooppunt Everdingen de A27 volgen in noordelijke richting tot de aansluiting op de A6.

24. Vanaf de aansluiting op de A27 de A6 volgen in noordelijke richting tot aan de Ketelbrug.
B. Ophokgebied Nederweert
Het ophokgebied is het gebied, gelegen tussen de grenzen van het vervoersbeperkingsgebied Nederweert, bedoeld in bijlage I, onderdeel B van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, en de navolgende begrenzing:

1. Vanaf de afslag 41 (Grathem), de A2 volgend in zuidelijke richting tot aan de rivier de Maas.

2. De rivier de Maas volgend in noordelijke richting tot aan de A67.

3. De A67 volgend in westelijke richting tot aan de kruising van de spoorlijn tussen Eindhoven en Venlo.

4. Vanaf deze kruising de spoorlijn volgen in westelijke richting tot aan de splitsing met de spoorlijn van Eindhoven naar Weert.
5. Vanaf deze splitsing de spoorlijn Eindhoven-Weert volgen in zuidelijke richting tot aan de A67.

6. Hier de A67 volgen tot aan afslag 33.
7. Vanaf afslag 33 de N69 volgen in zuidelijke richting tot aan de Nederlands-Belgische grens.

8. Nederlands-Belgische Grens volgend in oostelijke richting tot aan de kruising met de Napoleonsweg (N273).

9. Napoleonsweg (N273) volgend in noordelijke richting tot aan afslag 41 (Grathem)

Bijlage IV bij artikel 2c van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I

Slachthuis en route als bedoeld in artikel 2b van de regeling

Slachthuis T. Storteboom
Provincialeweg 70

9864 PG Kornhorn
EG nr. 5018

Route:
Vanaf grensovergang Nieuweschans via de A7 in westelijke richting tot aan afslag 32, Marum. Bij de afrit rechtsaf de N980 volgend in noordelijke richting naar Noordwijk (Gr). De weg volgend richting Kornhorn, eerste weg rechts Ipo Haaimaweg. Vervolgens eerste inrit links (ongeveer 4 km vanaf de snelweg).

Bijlage V bij artikel 5d van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I

Protocol inzake transport van rauwe melk naar de melkfabriek

ALGEMEEN:
Dit protocol moet worden gevolgd bij het transport van rauwe melk naar de melkfabriek, bedoeld in artikel 5d, onderdeel b, van de regeling.

LOGBOEK:
De chauffeur van het transportmiddel houdt een logboek bij, als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003. Dit logboek moet tenminste 72 uur op het vervoermiddel voorhanden zijn en daarna op de onderneming, waartoe de vervoereenheid of container behoort, tot nader order worden bewaart. Dit kan handmatig of via een computer plaatsvinden. Van elk transport zijn de onderstaande gegevens bekend:

1. naam chauffeur, kenteken wagen en eventueel aanhanger;
2. naam, adres, woonplaats (afleveradres) van de bezochte bedrijven;
3. datum en tijdstip van het vervoer;

4. de gereden route;

5. plaats, datum en tijdstip van reiniging en ontsmetting en gebruikt ontsmettingsmiddel;

6. de hoeveelheid en soort vervoerde goederen;
7. de op de bezochte bedrijven aanwezige diersoorten.

(HYGI.NE-)MAATREGELEN:
De kritische onderdelen van het transportmiddel (banden, wielkasten, treeplank en slang) worden gereinigd en ontsmet bij het afrijden van het terrein van het bedrijf. Dit kan handmatig (rugspuit) of met een automatische installatie plaatsvinden. Reinigen en ontsmetten kan gelijktijdig plaatsvinden. Ontsmetting vindt pas plaats nadat de kritische onderdelen goed gereinigd zijn.

Na aflevering van de rauwe melk bij de melkfabriek dient het vervoermiddel geheel te worden gereinigd (inclusief de cabine) en gedesinfecteerd in een daartoe ingerichte wasgelegenheid. Hiervan wordt in het logboek een aantekening gemaakt. De chauffeur draagt bij het verlaten van de wagen op het bedrijf een schone plastic overschoenen of schone laarzen, een plastic overjas of bedrijfseigen overall en handschoenen. Gedragen overschoenen, overjassen, overall en handschoenen worden bij het bedrijf achtergelaten. Gedragen laarzen moeten worden gereinigd en ontsmet.

Het meenemen van materiaal van het bedrijf is niet toegestaan. De chauffeur blijft te allen tijde zo veel mogelijk op afstand van AI-gevoelige dieren.
Voor de desinfectie wordt één van de middelen genoemd in de tabel van Bijlage VI bij deze regeling gebruikt.


21 mei 03 16:14