Gemeente 's-Hertogenbosch

21-05-2003

Nieuw concept voor Museum voor Hedendaagse Kunst

Het college van burgemeester en wethouders heeft vrijdag 16 mei 2003 een besluit genomen over het museale concept voor het nieuwe Museum voor Hedendaagse Kunst en over de kaders waarbinnen de raad een keuze voor de locatie van dat museum kan maken. Het gaat daarbij om een plek in de binnenstad bij het Noordbrabants Museum of in het Paleiskwartier bij de Hofvijver. Prof. drs. R. de Leeuw, hoofddirecteur van het Rijksmuseum in Amsterdam en dr. E. van Straaten, directeur van het Kröller-Müller in Otterlo hebben met hun adviezen het college terzijde gestaan.

Ter uitvoering van de door de gemeenteraad op 26 februari 2003 aangenomen motie heeft het college een besluit genomen over het museale concept voor het nieuwe Museum voor Hedendaagse Kunst en over de kaders voor de keuze van een plek voor het museum.

Het museaal concept is gebaseerd op twee hoofdlijnen: de collecties keramiek en sieraden en de hedendaagse kunst. De collecties zijn volgens de adviseurs van nationaal en op onderdelen zelfs van internationaal belang. Zij vinden het de moeite waard om deze collecties gericht uit te breiden. Bij de hedendaagse kunst gaat het vooral om het ontdekken en tonen van nieuwe ontwikkelingen en talentvolle kunstenaars in de hedendaagse kunst. Met deze hoofdlijnen neemt het nieuwe museum een unieke plaats in binnen het "museale landschap".

Belangrijk voor het nieuwe museum is dat het een duidelijk eigen identiteit krijgt. Op die manier kan men ook bijdragen aan het culturele klimaat in en de uitstraling van 's Hertogenbosch. Dat uit zich ondermeer in een locatie waar men zich zelfstandig en optimaal kan presenteren. Op die locatie moet een gebouw van moderne architectuur verrijzen dat het toekomstgerichte beeld van de stad versterkt.

Het nieuwe museum zal zeer publieksgericht gaan werken en sterk verankerd worden in de Bossche samenleving. Daarbij heeft men twee doelgroepen voor ogen: jongeren en geïnteresseerden in hedendaagse kunst en vormgeving. De directie van het nieuwe museum is ambitieus. Men verwacht een bezoekersaantal dat 25 tot 50% boven het landelijke gemiddelde van vergelijkbare musea ligt.

Het is nog niet duidelijk op welke plek het museum zal komen. Wel heeft het college de kaders vastgesteld waarbinnen de raad een keuze kan maken. Het gaat dan om het programma van eisen, stedenbouwkundige en planologische aspecten, de maximaal te behalen synergie, maar óók om wat de raad met het museum in de stad wil bereiken. In feite komen er nog twee plekken in aanmerking: een locatie bij het Noordbrabants Museum in de binnenstad en een locatie bij de Hofvijver in het Paleiskwartier. Van beide locaties heeft het college de voor- en nadelen op een rijtje gezet. Wat betreft de financiële kaders voor investering en exploitatie van het nieuwe museum, gaat het college uit van de kaders zoals die in het verleden door de raad zijn vastgesteld. Op 5 juni 2003 bespreekt de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling het voorstel. Daarna neemt de gemeenteraad in de vergadering van 17 juni een besluit.