Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk B&GA/BR&I/03/40998

Onderwerp Datum Uitvoering van de Abw door de gemeente 21 mei 2003 Amsterdam

Inleiding
Hierbij bied ik u aan het rapport De uitvoering van de Algemene Bijstandswet in Amsterdam van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). Om inzicht te krijgen in de mate waarin de afspraken van 5 oktober 2001 hebben geleid tot een betere uitvoering van de Algemene bijstandswet heeft IWI bij de sociale dienst van Amsterdam een onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van de uitvoering in het eerste kwartaal 2003. Tevens informeer ik u over de stand van zaken rond de bestuurlijke afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst van de gemeente Amsterdam en over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg dat ik op 21 mei jl. met deze gemeente heb gevoerd.

Rapportage IWI
De gemeente Amsterdam is vanaf juli 2001 onder verscherpt toezicht geplaatst. Vervolgens zijn met het gemeentebestuur van Amsterdam op 5 oktober 2001 afspraken gemaakt over de door de gemeente te treffen maatregelen voor zowel de korte als de lange termijn ter verbetering van de uitvoering. De Tweede Kamer is daarover geïnformeerd via het Algemeen Overleg van 4 juli 2001, bij de brieven van 2 juli 20011, 30 oktober 20012, 27 mei 20023 en 19 december 20024 alsmede bij de reactie op het verzoek van mevrouw Verburg om beschikbaarstelling van de rapportages van de inspecteurs bijzondere opdracht d.d. 21 mei 20025.
Om een bestuurlijk oordeel over de voortgang te kunnen geven, mede in het licht van de afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst, heeft IWI eigen onderzoek naar de stand van zaken begin 2003 verricht.


1 Kamerstukken 2000-2001, 17 050, nr. 220

2 SOZA-01-925

3 SOZA-02-383

4 Kamerstukken 2002-2003, 28 600 XV/17050, nr. 86
5 SOZA-02-372



2

De rapportage van IWI is gebaseerd op de resultaten van dossieronderzoek bij de gemeente Amsterdam in het eerste kwartaal van 2003. Op basis van de rapportage trek ik de volgende conclusies:
· De stand van de rechtmatigheid van de uitvoering in het eerste kwartaal 2003 vertoont vergeleken met 2001 een verbetering. Verbeteringen zijn vooral zichtbaar bij de vaststelling van het recht op uitkering en bij de administratie. · De aandacht voor activering bij aanvragen en heronderzoeken is nog niet voldoende, maar is wel aanzienlijk verbeterd.
· Ondanks de verbeteringen is in het eerste kwartaal van 2003 nog geen sprake van een volledig rechtmatige uitvoering van de Abw. Zo is er nog steeds sprake van een overschrijding van de heronderzoekstermijnen.

De huidige uitvoering van de Abw door het gemeentebestuur van Amsterdam geeft de inspecteur-generaal geen aanleiding een wijziging aan te brengen in het voor deze gemeente geldende regime van verscherpt toezicht. Wel concludeert IWI dat het kwaliteitssysteem waarover de gemeente sinds kort beschikt in opzet tot een betere uitvoering kan leiden.

Prestaties Agenda voor de Toekomst 2002 door de gemeente Amsterdam Op 2 mei 2002 heeft Minister Vermeend bestuurlijke afspraken gemaakt met het gemeentebestuur van Amsterdam in het kader van de Agenda voor de Toekomst. De Tweede Kamer is hierover op 27 mei 2002 geïnformeerd. Deze bestuurlijke afspraken hebben met name betrekking op het realiseren van 18.825 trajecten in 2002 en het realiseren van een uitstroom uit deze trajecten van 15%. De afspraken hebben uitsluitend betrekking op 2002 en zijn geconditioneerd met de voorwaarde van een volumedaling meer dan evenredig dan het landelijk gemiddelde. Tevens zijn de afspraken gekoppeld aan de afspraken van 5 oktober 2001 in de zin dat sprake moet zijn van een adequate uitvoering van de Abw. Op 19 december 2002 heb ik u laten weten dat afrekening over 2002 zou geschieden op basis van de landelijk vastgestelde systematiek en onder de hierboven genoemde condities. Verlenging van de bestuurlijke afspraak en het beschikbaar stellen van middelen voor 2003 heb ik afhankelijk gesteld van de resultaten over 2002, alsmede van het beeld van een adequate uitvoering van de Abw.
· Van de gemeente Amsterdam heb ik het volgende voorlopige overzicht van prestaties Agenda voor de Toekomst in 2002 ontvangen:het aantal trajectplannen met een begin van uitvoering ligt met 13.268 op 70 % van het beoogde aantal van 18.825. · Het aantal cliënten dat na een in 2002 opgesteld trajectplan is uitgestroomd naar werk bedraagt met 2.245 nu 79 % van het beoogde aantal van 2.824. · de netto volumereductie die Amsterdam in 2002 heeft gerealiseerd bedraagt 10 % van het bestand van cliënten onder 65 jaar. De afspraak is op dit punt ruimschoots gerealiseerd.

Uiterlijk 1 juli a.s. zal de gemeente Amsterdam een jaaropgave met de definitieve resultaten (voorzien van accountantsverklaring) bij mij indienen.

Uitkomsten bestuurlijk overleg
Op 21 mei heb ik bestuurlijk overleg gevoerd met de gemeente Amsterdam over de bestuurlijke afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst. Daarin is het volgende geconcludeerd:
· dat op de gemeente Amsterdam een zware taak rust om zowel de rechtmatigheid op orde te krijgen als meer inspanningen te leveren op het terrein van de reïntegratie;



3

· dat de gemeente Amsterdam met forse inspanningen in de organisatie een behoorlijke verbeterslag heeft gerealiseerd. De gemeente Amsterdam onderkent daarbij dat zeker op het punt van rechtmatigheid deze verbetering nog moet worden doorgezet om in 2003 duurzaam de Abw adequaat uit te voeren. Zeker vanuit het perspectief van reïntegratie bestaat er voldoende vertrouwen om meerjarige afspraken te maken.

Gelet op het bovenstaande heb ik de volgende conclusies getrokken:

· Er kunnen afspraken over de Agenda voor de Toekomst met de gemeente Amsterdam worden gemaakt over 2003 en 2004. Deze afspraken blijven gekoppeld aan de voorwaarde van adequate uitvoering van de Abw en een meer dan evenredige volumereductie.
· Ook wordt de gemeente in de gelegenheid gesteld om de trajecten en uitstroom die in 2002 niet zijn gerealiseerd in te halen in 2003 en 2004. Dit is in overeenstemming met de afspraken die ik ook met andere gemeenten heb gemaakt. · Voor het jaar 2002 is besloten om:
o een derde deel van het (op basis van de prestaties toe te kennen) subsidiebedrag toe te kennen aan de gemeente Amsterdam. Deze toekenning is gebaseerd op de getoonde vooruitgang.
o Een derde deel van het subsidiebedrag niet toe te kennen aan de gemeente Amsterdam, gelet op het feit dat de uitvoering van de Abw nog altijd tekortkomingen vertoont.
o Een derde deel van het subsidiebedrag zal conditioneel beschikbaar worden gesteld. Voorwaarde om dit bedrag toe te kennen is dat de gemeente Amsterdam de Abw eind 2003 adequaat uitvoert.

Ik zal u nader informeren over de uitwerking van deze uitkomsten in te maken afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst over 2003 en 2004. De evaluatie van de Megabanenmarkt is mij nog niet formeel door het gemeentebestuur van Amsterdam aangeboden. Zodra ik deze heb ontvangen, zal ik deze -zonder oordeel van mijn kant- aan u doen toekomen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)