Cordaid
Zeist, 21 mei 2003
Nederlandse hulporganisaties luiden noodklok Grote merengebied, Afrika
Nee tegen Nederlands geld voor verkiezingen in Rwanda
In een brief die vandaag aan de Tweede Kamer is verstuurd, luiden de
Nederlandse hulporganisaties Care Nederland, Cordaid, ICCO,
Kerkinactie, NIZA, Novib, Pax Christi en ZOA Vluchtelingenzorg de
noodklok over de reeks van conflicten en gewelddadigheden in het Grote
Merengebied, en dan met name Rwanda, Congo en Burundi. De betrokken
organisaties roepen de Nederlandse regering op tot het prioritair
behandelen van het Grote Merengebied, en daar ook naar te streven in
Europees verband.
Rwanda
In de aanloop naar de verkiezingen in Rwanda is sprake van een
toenemende repressie die zich uit in verdwijningen, verdachtmakingen,
arbitraire arrestaties en het monddood maken van oppositiepartijen,
NGOs en onafhankelijke journalisten. De Europese Unie en Nederland
hebben zich onder voorwaarden bereid verklaard om financieel bij te
dragen aan de verkiezingen. Naar de mening van de hulporganisaties
wordt aan deze voorwaarden momenteel bij lange na niet voldaan en moet
er een sterk signaal aan Rwanda worden afgegeven door op dit moment
een helder NEE uit te spreken tegen financiële steun voor de
verkiezingen in Rwanda.
Met het financieren van de verkiezingen zou de internationale
gemeenschap zich medeverantwoordelijk maken voor het rechtvaardigen
van een niet-democratisch regime. Het is bovendien klip en klaar dat
Rwanda niet voldoet aan de in 2001 overeengekomen ijkpunten, die
stellen dat sprake moet zijn van een open proces met een open debat en
waaraan Rwanda zou moeten voldoen om in aanmerking te komen voor
financiering van de verkiezingen. Verder dringen de hulporganisaties
er bij de commissie op aan ernst te maken met hun monitoringsproces en
dit aan te wenden om de druk op Rwanda te vergroten.
Democratische Republiek Congo
De conflicten en gewelddadigheden in de regio nemen weer toe. Niet
alleen zijn er gevechten in Noord-Oost Congo (Ituri), ook zijn er
gewelddadige confrontaties in de oostelijke provincies Noord en Zuid
Kivu. Grondstoffen blijven een belangrijke oorzaak van de
gewelddadigheden.
Ondanks de in Zuid Afrika gesloten vredesakkoorden, de aanwezigheid
van een klein MONUC contingent met een beperkt mandaat tot
vredeshandhaving en de instelling van de Ituri Pacification Commission
onder auspiciën van de VN, blijft er in Congo sprake van gewelddadige
confrontaties tussen gewapende groepen. Groeperingen die gesteund
worden door zowel Oeganda en Rwanda als door Kinshasa maken zich
schuldig aan oorlogshandelingen.
De situatie leidt tot schrijnende toestanden met veel doden onder de
burgerbevolking (sinds 1998 al minstens 3,5 miljoen doden), met
verkrachting als bewust gebruikt oorlogswapen, met ontvoering,
marteling, plundering en vernietiging van de basis van levensonderhoud
van gezinnen. Honderdduizenden gezinnen zijn op de vlucht.
Burundi
Hoewel op 1 mei 2003 de overgang van een Tutsi naar een Hutu-president
heeft plaatsgevonden, stemt de situatie in Burundi niet hoopvol.
Gevechten tussen de rebellenbeweging CNDD-FDD en het leger gaan
ondanks een staakt-het-vuren tussen deze twee partijen van 3 december
2002 gewoon door. De gevechten zijn zelfs verhevigd in de maanden
voorafgaand aan de overgang naar een Hutu-president.
Tot slot
De Tweede Kamer en de Nederlandse regering worden dan ook in de brief
gevraagd het Grote Merengebied opnieuw als prioriteit te behandelen,
bijvoorbeeld door de regio als prioritair te beschouwen gedurende het
Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in de tweede helft
van 2004. De hulporganisaties pleiten er bij de Nederlandse regering
voor de druk op alle betrokken partijen in de Grote Meren regio op te
voeren. Ook moet Nederland er bij de VN op aandringen dat mandaten zo
worden ingevuld, dat ze daadwerkelijk bescherming bieden aan bedreigde
burgers.
Meer informatie:
Communicatie Cordaid, Arjan Brak
tel. 070 3136 635