Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Verslag van de Raad van de Europese Unie Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezond- heid en Consumentenzaken d.d. 6 mei 2003 te Brussel
---
Voorzitter van de Raad: dhr. Stefanis, Griekenland

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda

De Raad keurde de agenda goed

2. SARS

De Raad besprak de situatie met betrekking tot het ernstig acuut respiratoir syndroom (SARS) zowel in de Europese Unie als daarbuiten. Het was een historische bijeenkomst van- wege enerzijds de aanwezigheid van tien nieuwe lidstaten en anderzijds door de aanwezig- heid van de DGWHO dr. Brundlandt.

De Griekse Voorzitter noemde SARS een indrukwekkend voorbeeld van mondialisering; de verspreiding gaat snel en over de gehele wereld. Daartegenover staan de toegenomen moge- lijkheden elkaar direct te informeren over de ontwikkelingen. Het doel van deze bijeenkomst was een politiek signaal van eenheid geven. Daarnaast moest het een uiting zijn van de be- reidheid de samenwerking te intensiveren, zowel binnen EU-verband als met de WHO.

De aanpak van de WHO, waaronder tijdige en preventieve acties, hebben bewezen dat de tot dusverre het aantal bekend of vermoedelijke gevallen in de EU beperkt zijn gebleven. Het bestaande toezichtsysteem in de EU werkt goed en heeft onder meer geleid tot een serie maatregelen zoals die door het netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van ziekten zijn gepubliceerd op 10 april 2003.
(http://europa.eu.int/comm/health/ph_threats/com/sars/sars_actions_en.pdf betreffende on- middellijke maatregelen en
http://europa.eu.int/comm/health/ph_threats/com/sars/sars_future_actions_en.pdf voor toe- komstige maatregelen)

DG WHO Brundlandt gaf een kort overzicht van de geschiedenis van de ziekte en de huidige stand van zaken. SARS heerste op dat moment in 27 landen. De toename van het aantal gerapporteerde gevallen vindt vooral in China plaats.

De discussie in de Raad ging voornamelijk in op het belang van exit-screening, traceerbaar- heid van de passagiers en het (toekomstige) Europees Centrum voor preventie en versprei- ding van ziekten (Verwacht wordt dat de Commissie het voorstel in de Gezondheidsraad van 2 juni kan presenteren. In het debat gaf Nederland aan dat de signaalwerking, die van de aanpak tot nu toe uitgaat, niet onderschat moet worden. Bij het ontwerp van verdere maat- regelen is het vooral van belang te luisteren naar de deskundigen en hun adviezen. In dat verband ligt een entry-screening niet voor de hand. Aangezien de praktijk heeft geleerd dat enkele luchtvaartmaatschappijen niet altijd even coöperatief zijn bij exit-screening vroeg Nederland aan de Europese Commissie na te denken over het eventueel gezamenlijk optre- den hierin.

Italië vroeg steun voor de introductie van medische screening van transit passagiers bij aan- komst. De toegevoegde waarde hiervan werd door de DGWHO en de Commissaris in twijfel getrokken. Uit oogpunt van het voorkomen van de verspreiding is aanpak bij het vertrek van passagiers bewezen effectief. Entry screening selecteert niet die passagiers die mogelijk be- smet zijn, maar passagiers die ziekteverschijnselen hebben, bv ook verkoudheid. Passagiers

2

die nog in de incubatieperiode zitten worden op deze wijze niet opgespoord. Daarnaast is het ook geen waterdicht middel omdat transit passagiers ook via omwegen in Europa op plaats van hun bestemming aankomen. Kortom het schept een gevoel van schijnveiligheid. Zinvoller is het om de bewustwording van personeel en passagiers te vergroten. Verweg alle lidstaten, deelden de mening dan ook dat de nadruk moet liggen op exit screening.

Het Voorzitterschap sloot dit onderdeel van de Raad af met de constatering dat de lidstaten konden instemmen met de ontwerp-conclusies, waarin een overzicht werd gegeven van de situatie, de aanpak en de toekomstige maatregelen ten aanzien van SARS (doc nr Brussel, 6 mei 2003, DS 172/2/03 REV 2).

3. WHO-kaderverdrag Tabak

Tijdens de World Health Assembly (WHA) in mei 2003 staat de bekrachtiging van het WHO kaderverdrag Tabak op de agenda. Het Voorzitterschap en de Commissie deden een oproep om tijdens de WHA namens de gehele Europese Unie te spreken. Duitsland heeft echter zijn bedenkingen bij het kaderverdrag en stemt op dit moment niet in met bekrachtiging van het verdrag.

Duitsland gaf tijdens de Raad aan de wens om het eens te worden te delen. De voorliggende verdragtekst levert echter problemen op met de Duitse Grondwet. Volgens de Europese Commissie geeft de laatste versie van de verdragtekst duidelijk de positie van de gemeen- schap weer. Openbreken van de onderhandelingen leidt tot vertraging en is daarom onac- ceptabel. De aanwezigen hadden echter ook respect voor de meer positieve grondhouding van Duitsland. De gesprekken met Duitsland zullen in het licht van de WHA op werkgroep- en Coreper niveau worden voortgezet.


---- --