CBS

Bijna 3 500 euthanasiegevallen in 2001

Bij bijna 3 500 overledenen in 2001 was sprake van euthanasie. Dit is 2,5 procent van het totale aantal overledenen in dat jaar. In totaal is bij 43 procent van de overledenen in 2001 sprake van een medische beslissing rond het levenseinde. Dit blijkt uit een onderzoek dat het CBS in samenwerking met het Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam en het Vrije Universiteit Medisch Centrum te Amsterdam heeft uitgevoerd.

Euthanasie
Van euthanasie is sprake wanneer op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt een middel is toegediend door de arts met als uitdrukkelijk doel het levenseinde te bespoedigen. Dit betrof in 2001 bijna 3 500 overledenen, wat neerkomt op 2,5 procent van de in totaal 140 duizend overledenen. Euthanasie betreft slechts een beperkt deel van de medische beslissingen die tot doel hebben het levenseinde te bespoedigen. Naast euthanasie zijn er andere medische beslissingen die mede of uitdrukkelijk het doel hebben het levenseinde te bespoedigen. Hierbij gaat het om het niet instellen of staken van een behandeling of intensivering van pijnbestrijding. In 2001 was er in 18 duizend gevallen sprake van het niet instellen of staken van een behandeling. Daarnaast is in bijna 7 duizend gevallen een middel voorgeschreven of toegediend, al dan niet voor pijnbestrijding, dat mede of uitdrukkelijk de bespoediging van het levenseinde ten doel had. In ongeveer de helft van deze gevallen gaat het om euthanasie.

Medische beslissingen bij 43 procent overledenen
Bij 36 duizend overledenen in 2001 is bij de medische handeling wel rekening gehouden met de waarschijnlijkheid dat het levenseinde zou worden bespoedigd, maar was dit niet het uitdrukkelijke doel. In de meeste gevallen ging het om intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding. Opgeteld bij de 25 duizend overledenen waarbij bespoediging van het levenseinde mede of uitdrukkelijk doel van de medische handeling was, betekent dit dat in totaal bij 61 duizend overledenen een medische beslissing rond het levenseinde is genomen. Dit is 43 procent van het totaal aantal overledenen.

Driehonderd keer hulp bij zelfdoding
Als een middel door de arts wordt verstrekt, maar door de patiënt zelf wordt ingenomen, is sprake van hulp bij zelfdoding. Dit kwam in 2001 bijna 300 keer voor.

Technische toelichting
Op verzoek van de ministers van Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het CBS in 2001 voor de derde keer een onderzoek gedaan naar het medisch handelen rond het levenseinde (Sterfgevallenonderzoek 2001). Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam en het Vrije Universiteit Medisch Centrum te Amsterdam. Soortgelijke onderzoeken vonden eerder plaats in 1990 en 1995. Evenals het onderzoek van 1995 is het sterfgevallenonderzoek een onderdeel van het evaluatieonderzoek van de meldingsprocedure euthanasie. Het doel van het Sterfgevallenonderzoek 2001 is inzicht te verschaffen in de aard en omvang van de verschillende situaties waarin artsen beslissingen nemen over het levenseinde van de patiënt. Het kan daarbij gaan om het niet instellen of staken van een behandeling, maar ook om handelwijzen die anderszins het levenseinde kunnen bespoedigen. Het Sterfgevallenonderzoek 2001 heeft ook tot doel de veranderingen te bepalen van de aard en omvang van de medische beslissingen rond het levenseinde ten opzichte van 1990 en 1995. Om de onderzoeksresultaten van het Sterfgevallenonderzoek 2001 goed te kunnen vergelijken met de uitkomsten van voorgaande onderzoeken, zijn de vragenlijsten en de opzet van het onderzoek zoveel mogelijk gelijk gehouden aan die van voorgaande onderzoeken. Alle drie sterfgevallenonderzoeken zijn gebaseerd op een steekproef uit de doodsoorzaakverklaringen van de overleden personen in de periode augustus tot en met november. In totaal zijn 7 011 vragenlijsten uitgezonden aan de behandelend artsen, waarvan 5 189 zijn terugontvangen. Dit is een respons van 74 procent. De cijfers in dit persbericht zijn jaartotalen die zijn verkregen door ophoging van de uitkomsten over de periode augustus tot en met november. Het verschil tussen de cijfers over euthanasie voor 1995 en 2001 is niet statistisch significant. Meer informatie is te vinden in de CBS-publicatie 'Het levenseinde in de medische praktijk 2001' die vandaag verschijnt.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-094
23 mei 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht