Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Algemene Zaken

Persbericht ministerraad
23 mei 2003

DERDE BELEVINGSMONITOR: OVERDRACHT VAN NORMEN EN WAARDEN HOOG

OP PUBLIEKSAGENDA
De ministerraad heeft op voorstel van de minister-president ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de derde belevingsmonitor. In de monitor worden de resultaten gepresenteerd van het onderzoek in april naar de thema's `normen en waarden', `integratie en immigratie van allochtonen', `onderwijs' en `betrouwbaarheid en dienstverlening van de overheid'. Uit de monitor blijkt dat een meerderheid van de bevolking van mening is dat de overheid meer prioriteit moet geven aan de overdracht van normen en waarden. De aspecten waar burgers het meeste waarde aan hechten zijn het aanspreken van kinderen op hun gedrag, het leren van Nederlandse normen en waarden aan jongeren en nieuwkomers en het reguleren van seks en geweld op televisie. Overigens geven burgers aan dat niet alleen de overheid, maar ook zij zelf een verantwoordelijkheid hebben in de overdracht van normen en waarden.
Ten aanzien van het issue `immigratie en integratie' wordt de overlast van probleemjongeren als het grootste probleem ervaren: 85% van de bevolking wil dat het kabinet hier meer aan doet. Er is onvrede over het beleid ten aanzien van de deelname door allochtonen aan vrijwilligerswerk (82% wil dat het kabinet hier meer aandacht aan besteedt), de achterstandswijken (81% ontevreden) en de emancipatie van moslimvrouwen (79% ontevreden). Daarnaast is er ontevredenheid over de snelheid waarmee asielprocedures verlopen en over het beleid ten aanzien van minderjarige asielzoekers: 85% vindt dat procedures sneller moeten en 56% zegt dat het beleid ten aanzien van minderjarige asielzoekers strenger moet. Ten opzichte van de meting in februari is de beoordeling over het toelatingsbeleid in het algemeen niet veranderd. Net als in februari is 67% hierover niet tevreden. Vergeleken met de vorige meting in maart is het vertrouwen in de Nederlandse regering gedaald: van 44 naar 34%. In februari had nog 51% vertrouwen in het kabinet. Het kabinetsbeleid wordt door 38% beoordeeld als adequaat (in februari en maart was dit 45%). Op andere onderdelen is de mening van de burger over het kabinet niet significant gewijzigd. Driekwart is van mening dat burgers onvoldoende bij beleidsvorming worden betrokken. Dit percentage is sinds februari vrijwel constant. Door middel van kwalitatief onderzoek is dit vraagstuk verder uitgediept. Uit de rapportage van het kwalitatief onderzoek komt onder andere naar voren dat men hecht aan een slagvaardige en dienstbare overheid die zichtbaar betrokken is bij de problemen van burgers. Burgers die hun mening geven over het te voeren beleid willen dat de overheid daar meer rekening mee houdt. Met de belevingsmonitor wil het kabinet inzicht krijgen in de manier waarop de inwoners van Nederland maatschappelijke vraagstukken en het beleid van de overheid ervaren. Op basis van de eerste metingen zijn nog geen vergaande conclusies te trekken. Daarvoor is van belang dat na meerdere metingen inzicht ontstaat in trends en ontwikkelingen. RVD, 23.05.2003


Factsheet Belevingsmonitor Rijksoverheid april 2003

Aanleiding Besluit kabinet naar aanleiding van observatie door adviescommissie Toekomst Overheidscommunicatie dat steeds meer burgers een afstand tot de overheid beleven. Doel - Inzicht krijgen in de manier waarop de burger maatschappelijke problemen en het beleid van de overheid beleeft.
- Inzicht krijgen in kennis, verwachtingen en evaluatie van de voorgestelde oplossingen door de burger.
- Inzicht krijgen in de waardering voor het handelen van de overheid.
- (Op termijn) inzicht krijgen in of en hoe de burger betrokken wil zijn bij de vorming van beleid. Werkwijze Maandelijks onderzoek onder 800 respondenten van 16 jaar en ouder: eens per kwartaal algemeen onderzoek over 15 issues en bijbehorende aspecten, in de tussenliggende maanden wordt dieper ingegaan op viertal clusters van onderwerp. Daardoor komt ieder cluster ieder halfjaar aan de orde. Vraagstelling Centraal staat de vraag wat de burger bezighoudt, waarbij een vierpuntsschaal moet worden ingevuld. Een middencategorie is er niet, een uitspraak is dus òf negatief, òf positief. Issues, aspecten Op basis van kwalitatief onderzoek en suggesties van de ministeries zijn 15 issues geselecteerd voor de en clusters algemene meting. Per issue komen 5 aspecten aan bod. In de tussenliggende metingen wordt dieper ingegaan op clusters van issues, zoals Economie/Financiën/Sociale Zekerheid of Normen en waarden/Onderwijs/Integratie en immigratie. Uit deze werkwijze komt voort dat vooral problematische issues en aspecten naar voren komen. Zaken die goed gaan worden immers minder snel gemeld. Gerapporteerde - vertrouwen in de regering onderwerpen - evaluatie van informatie en communicatie van de regering
- agenda van het publiek en de door de burger waargenomen regeringsagenda
- oordeel van de burger over regeringsbeleid t.a.v. de issues
- match tussen publieks- en regeringsagenda Context - onderzoek vond plaats tussen 3 en 25 april
- veel van de opgenomen onderwerpen zijn bekende maatschappelijke problemen. Dit maakt dat er vooral over probleemonderwerpen vragen worden gesteld. Deze negatieve context beïnvloedt de cijfers.
- Monitor is moeilijk vergeljjkbaar met ander onderzoek. Eurobarometer geeft positiever beeld van vertrouwen in regering
- Aan de eerste metingen kunnen geen harde conclusies worden verbonden, het gaat vooral om inzicht in de trends die na verloop van rijd zichtbaar worden Belangrijkste - Algemeen: 34% heeft vertrouwen in regering; 39% vindt dat regering weet wat er leeft en 38% vindt dat bevindingen de regering adequaat beleid voert.
- Waarden en normen: Overdracht van waarden en normen staat bovenaan de publieksagenda. Bijna driekwart is (zeer) ontevreden over het overheidsbeleid, maar tegelijkertijd geeft de burger aan dat de overheid niet de enige partij is die hierin een verantwoordelijkheid heeft. Ook de burger heeft een duidelijke verantwoordelijkheid (54% vindt dat de burgers jongeren meer moeten aanspreken op normen en waarden).
- Rechten en plichten: Goede omgangsvormen in het openbaar vervoer en het verkeer heeft voor de burger de meeste prioriteit, meteen gevolgd door het naleven van ongeschreven fatsoensregels. Voor beide aspecten geldt dat meer dan 70% ontevreden is over het regeringsbeleid, al erkent 18 respectievelijk 24% dat de burger hier zelf meer aan zou moeten doen.
- Immigratie: Ten aanzien van het vreemdelingenbeleid wordt de aanpak van herkomstlanden die asielzoekers niet terugnemen als onvoldoende gewaardeerd (83% ontevreden). Er komt een beeld naar voren dat de Nederlandse burger een streng en snel beleid wenst. De huidige Vreemdelingenwet beantwoordt daar wat betreft de toelating overigens al aan.
- Integratie allochtonen: `Verbeteren achterstandswijken waar veel allochtonen wonen' en `terugdringen van overlast van etnische probleemjongeren' zijn de aspecten die eruit springen. Deze aspecten staan hoog op de publieksagenda en over het beleid heerst relatief weinig tevredenheid. Informatie en 72% is negatief over communicatie en informatie van de regering, in februari was dat 75%.15% is positief over communicatie het betrekken van de burger bij het beleid (was 17%) en 8% vindt dat de regering openstaat voor ideeën (was 10%).
Bruikbaarheid - Monitor maakt duidelijk waar zich problemen voordoen en hoe deze zich op termijn ontwikkelen.
- Aanknopingspunt voor aanvullend onderzoek dat aanwijzingen voor oplossingen kan opleveren.
- Monitor kan rol spelen bij maken van beleidskeuzes, omdat duidelijk wordt welke zaken meer of minder aandacht vergen volgens burgers en/of waarover aanvullende voorlichting nodig is om de rol van de regering duidelijk te maken.
- Monitor kan helpen bij het vinden van nieuwe methodes om te luisteren naar de burger of de burger te betrekken bij beleidsvorming. Kwalitatief In maart heeft het eerste kwalitatief onderzoek plaatsgevonden. In een aantal focusgroepen is gesproken over onderzoek de wijze waarop de burger betrokken wil worden bij de totstandkoming van beleid. Daaruit blijkt dat burgers vooral veel belang hechten aan een slagvaardige en doelmatige overheid bij de uitvoering van beleid en het oplossen van maatschappelijke problemen. Rol Issues ten aanzien waarvan een mismatch bestaat tussen publieksagenda en waargenomen regeringsagenda departementen verdienen nadere beschouwing. De departementen nemen hierin het voortouw. Publiciteit en Na behandeling in de ministerraad worden de resultaten aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer en verspreiding gepubliceerd op www.regering.nl.


Factsheet Belevingsmonitor Rijksoverheid april 2003

Aanleiding
Besluit kabinet naar aanleiding van observatie door adviescommissie Toekomst Overheidscommunicatie dat steeds meer burgers een afstand tot de overheid beleven. Doel

- Inzicht krijgen in de manier waarop de burger maatschappelijke problemen en het beleid van de overheid beleeft.

- Inzicht krijgen in kennis, verwachtingen en evaluatie van de voorgestelde oplossingen door de burger.
- Inzicht krijgen in de waardering voor het handelen van de overheid.
- (Op termijn) inzicht krijgen in of en hoe de burger betrokken wil zijn bij de vorming van beleid. Werkwijze
Maandelijks onderzoek onder 800 respondenten van 16 jaar en ouder: eens per kwartaal algemeen onderzoek over 15 issues en bijbehorende aspecten, in de tussenliggende maanden wordt dieper ingegaan op viertal clusters van onderwerp. Daardoor komt ieder cluster ieder halfjaar aan de orde. Vraagstelling
Centraal staat de vraag wat de burger bezighoudt, waarbij een vierpuntsschaal moet worden ingevuld. Een middencategorie is er niet, een uitspraak is dus òf negatief, òf positief. Issues, aspecten en clusters
Op basis van kwalitatief onderzoek en suggesties van de ministeries zijn 15 issues geselecteerd voor de algemene meting. Per issue komen 5 aspecten aan bod. In de tussenliggende metingen wordt dieper ingegaan op clusters van issues, zoals Economie/Financiën/Sociale Zekerheid of Normen en waarden/Onderwijs/Integratie en immigratie. Uit deze werkwijze komt voort dat vooral problematische issues en aspecten naar voren komen. Zaken die goed gaan worden immers minder snel gemeld.
Gerapporteerde onderwerpen

- vertrouwen in de regering
- evaluatie van informatie en communicatie van de regering
- agenda van het publiek en de door de burger waargenomen regeringsagenda
- oordeel van de burger over regeringsbeleid t.a.v. de issues
- match tussen publieks- en regeringsagenda Context

- onderzoek vond plaats tussen 3 en 25 april
- veel van de opgenomen onderwerpen zijn bekende maatschappelijke problemen. Dit maakt dat er vooral over probleemonderwerpen vragen worden gesteld. Deze negatieve context beïnvloedt de cijfers.

- Monitor is moeilijk vergeljjkbaar met ander onderzoek. Eurobarometer geeft positiever beeld van vertrouwen in regering

- Aan de eerste metingen kunnen geen harde conclusies worden verbonden, het gaat vooral om inzicht in de trends die na verloop van rijd zichtbaar worden Belangrijkste bevindingen

- Algemeen: 34% heeft vertrouwen in regering; 39% vindt dat regering weet wat er leeft en 38% vindt dat de regering adequaat beleid voert.
- Waarden en normen: Overdracht van waarden en normen staat bovenaan de publieksagenda. Bijna driekwart is (zeer) ontevreden over het overheidsbeleid, maar tegelijkertijd geeft de burger aan dat de overheid niet de enige partij is die hierin een verantwoordelijkheid heeft. Ook de burger heeft een duidelijke verantwoordelijkheid (54% vindt dat de burgers jongeren meer moeten aanspreken op normen en waarden).

- Rechten en plichten: Goede omgangsvormen in het openbaar vervoer en het verkeer heeft voor de burger de meeste prioriteit, meteen gevolgd door het naleven van ongeschreven fatsoensregels. Voor beide aspecten geldt dat meer dan 70% ontevreden is over het regeringsbeleid, al erkent 18 respectievelijk 24% dat de burger hier zelf meer aan zou moeten doen.



- Immigratie: Ten aanzien van het vreemdelingenbeleid wordt de aanpak van herkomstlanden die asielzoekers niet terugnemen als onvoldoende gewaardeerd (83% ontevreden). Er komt een beeld naar voren dat de Nederlandse burger een streng en snel beleid wenst. De huidige Vreemdelingenwet beantwoordt daar wat betreft de toelating overigens al aan.
- Integratie allochtonen: 'Verbeteren achterstandswijken waar veel allochtonen wonen' en 'terugdringen van overlast van etnische probleemjongeren' zijn de aspecten die eruit springen. Deze aspecten staan hoog op de publieksagenda en over het beleid heerst relatief weinig tevredenheid. Informatie en communicatie
72% is negatief over communicatie en informatie van de regering, in februari was dat 75%.15% is positief over het betrekken van de burger bij het beleid (was 17%) en 8% vindt dat de regering openstaat voor ideeën (was 10%). Bruikbaarheid

- Monitor maakt duidelijk waar zich problemen voordoen en hoe deze zich op termijn ontwikkelen.
- Aanknopingspunt voor aanvullend onderzoek dat aanwijzingen voor oplossingen kan opleveren.
- Monitor kan rol spelen bij maken van beleidskeuzes, omdat duidelijk wordt welke zaken meer of minder aandacht vergen volgens burgers en/of waarover aanvullende voorlichting nodig is om de rol van de regering duidelijk te maken.
- Monitor kan helpen bij het vinden van nieuwe methodes om te luisteren naar de burger of de burger te betrekken bij beleidsvorming. Kwalitatief onderzoek
In maart heeft het eerste kwalitatief onderzoek plaatsgevonden. In een aantal focusgroepen is gesproken over de wijze waarop de burger betrokken wil worden bij de totstandkoming van beleid. Daaruit blijkt dat burgers vooral veel belang hechten aan een slagvaardige en doelmatige overheid bij de uitvoering van beleid en het oplossen van maatschappelijke problemen. Rol departementen
Issues ten aanzien waarvan een mismatch bestaat tussen publieksagenda en waargenomen regeringsagenda verdienen nadere beschouwing. De departementen nemen hierin het voortouw. Publiciteit en verspreiding
Na behandeling in de ministerraad worden de resultaten aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer en gepubliceerd op www.regering.nl.