Persberichten - 23/05/2003

KBC - Denken aan later: de Belgen en hun financiële toekomst:Tendensen 2000-2003

De meeste Belgen zijn nog steeds weinig of niet op de hoogte van wat hun op financieel vlak te wachten staat na hun actieve periode. Er bestaan bovendien ook opmerkelijke verschillen tussen de verwachtingen van Franstaligen en Nederlandstaligen. Dat blijkt uit een marktonderzoek dat het Gentse onderzoeksbureau Columbus in februari uitvoerde in opdracht van KBC Bank & Verzekering. De studie is een vervolg op een identiek marktonderzoek dat de voorbije drie jaar werd georganiseerd. Uit dit onderzoek blijkt dat veel mensen hun toekomstige pensioen nog steeds verkeerd inschatten en er dus meer dan ooit nood blijft aan duidelijke informatie. Met o.m. de recentste versie van de Zorg voor uw toekomst-gids, samengesteld door Staf Bellens en Colette Demil, en een reeks seminaries door Frida Deceunynck wil KBC aan die behoefte tegemoetkomen.

In februari van dit jaar hield Columbus een telefonische enquête bij 1 000 Belgen van 25 tot en met 75 jaar. Er namen 700 actieven en 300 (brug)gepensioneerden aan deel. Het onderzoek leverde enkele opmerkelijke resultaten op.

Groeiend bewustzijn inzake financiële planning Onvrede over financiële situatie stabiel, maar Franstaligen iets optimistischer dan vroeger

De inschattingen uit 2000 lijken zich ook dit jaar grotendeels te herhalen. Zon 21 % van de actieve Belgen is niet tot helemaal niet tevreden met zijn huidige financiële situatie. Dat is ongeveer 2 % minder dan vorig jaar, maar evenveel dan in 2000. Bij de Franstaligen ligt het percentage ontevredenen dubbel zo hoog (31 %) als bij de Nederlandstaligen (15 %). Nog steeds ongeveer 4 op 10 ondervraagden zeggen maar net rond te komen of zelfs te kort te hebben. Ook hier is het probleem acuter bij Franstaligen (48 %) dan bij Nederlandstaligen (31 %). In beide gevallen zien we echter dat de Franstaligen minder pessimistisch zijn dan vorig jaar (2002: 36 % zeggen ontevreden te zijn en 54 % net rond of te kort te komen), terwijl er bij de Nederlandstaligen nauwelijks iets veranderd is, ook niet tegenover 2000.

Helft van de Belgen bezorgd over financiële toekomst, maar preventie en inzicht nemen toe
Nog steeds de helft van de actieve Belgen (51 %) denkt vaak tot zeer vaak aan zijn toekomstig financieel comfort. Zon 12 % is er helemaal niet mee bezig en 36 % denkt er wel eens aan, maar is er niet echt mee bezig. Op dit vlak zijn er geen significante wijzigingen t.o.v. de voorgaande jaren. Toch zijn Franstaligen (57 %) er beduidend meer mee bezig dan Nederlandstaligen (48 %).

Zon 26 % van de actieven heeft nog helemaal geen voorzorgen genomen om zichzelf en hun gezin een bepaald niveau van financieel comfort te garanderen. Vergeleken met vorig jaar, betekent dit dat ongeveer 5 % meer actieven reeds voorzorgen genomen heeft. Daarmee tekent zich toch een licht verbeterende trend af. Spaarproducten en verzekeringen vormen de twee belangrijkste voorzorgsmiddelen, waarbij in Franstalig België het verzekeringsaspect duidelijk populairder is. Net zoals in de vorige jaren geldt opnieuw dat diegenen die net rond of te kort komen, meer antwoorden dat ze geen voorzorgen hebben genomen (34 %). Hun aantal is in de meetperiode echter wel sterk afgenomen (45 % in 2002, 43 % in 2000, en 37 % in 2001).

Ongeveer 18 % (tegenover nog 23 % in 2002) van het aantal actieve respondenten dat zich wel zou willen beschermen voor als er iets fout gaat, weet niet echt hoe dat te doen. Bij de groep van mensen die zeggen net rond of te kort te komen is de onwetendheid nog hoger (32 %) dan bij de groep die gemakkelijk rondkomen of meer dan nodig hebben (10 %), maar toch al minder hoog dan in 2002 (39 %). Het aantal mensen dat zegt niet over de nodige financiële middelen te beschikken om zich te kunnen beschermen, is licht gedaald vergeleken met 2002 (29 % in 2003 tegenover 32 % in 2002) en komt daarmee bijna terug op het niveau van 2001 (26 %). Er is echter een blijvend significant verschil tussen Nederlandstaligen en Franstaligen: 22 % versus 38 %.

Ook hier merken we bovendien nog altijd dezelfde extreme verschillen tussen de groep die zegt net rond of te kort te komen (55 %) en de groep die zegt gemakkelijk rond te komen of meer dan nodig te hebben (12 %).

44 % van de ondervraagden rekent nog altijd op de sociale zekerheid voor als er iets verkeerd zou lopen. Dat percentage ligt hoger bij Nederlandstaligen (48 %) dan bij Franstaligen (38 %). In de leeftijdsgroep van 55-75-jarigen daalt het vertrouwen in de sociale zekerheid van 54 % in 2001 naar 41 % in 2002 en 2003.

Twee derde van de Belgen wil vroeger met pensioen en zet nu al geld opzij. Correcte inschatting pensioenbedrag blijft echter een probleem.

Bijna 63 % van de actieve Belgen vindt de huidige pensioenleeftijd nog steeds te hoog. 33 % vindt de leeftijd ideaal. De groep die de huidige pensioenleeftijd te hoog vindt, neemt lichtjes af (71 % in 2000, 68 % in 2001, 64 % in 2002 en 63 % in 2003). De helft van de actieven zou vervroegd met pensioen gaan wanneer dat gepaard gaat met inkomensverlies. In Franstalig België ligt het aantal respondenten dat op deze mogelijkheid zou ingaan significant lager dan in Vlaanderen : 44 % tegenover 54 %.

Het aantal actieven dat regelmatig geld opzijzet om zich voor te bereiden op het pensioen (63 %) is nauwelijks gewijzigd t.o.v. de vorige jaren. Ook het percentage van het maandelijks inkomen dat men opzij legt, is grosso modo gelijk gebleven.

Het inschatten van het pensioenbedrag blijkt nog steeds heel moeilijk voor de meeste actieven. 47 % (4 % minder dan in 2002) denkt ook nu nog dat er geen maximumgrens is aan het alleenstaandenpensioen. Van diegenen die dat wel weten, kan ongeveer 7 % een min of meer correcte inschatting geven, ruim 1 op 4 geeft een overschatting en meer dan de helft heeft geen idee van het maximumbedrag. Net zoals in 2001 en 2002 geeft slechts 1 ondervraagde op 10 een min of meer correcte inschatting van het minimale alleenstaandenpensioen. Het aantal mensen dat een overschatting maakt, neemt niettemin af in vergelijking met 2000: het loontrekkerspensioen wordt nog door 43 % van de respondenten overschat (tegenover 55 % in 2000) en slechts 28 % (i.p.v. 38 %) van de ondervraagden overschat het zelfstandigenpensioen. Anderzijds is er in de periode 2000-2003 wel een opvallende toename van het aantal respondenten dat erkent geen idee te hebben van de pensioengrootte.

Voor en na het pensioen: de confrontatie Wettelijk pensioen blijft belangrijkste inkomensbron. Helft van gepensioneerden komt net rond of te kort !

28 % van de ondervraagde gepensioneerden zegt niet of helemaal niet tevreden te zijn met hun huidige financiële situatie. Dat is een lichte verbetering tegenover 2000 (31 %) en 2001 (34 %). Bij Franstaligen ligt dit percentage ontevredenen in 2003 lichtjes hoger (31 %) dan bij Nederlandstaligen (26 %), maar de verschillen zijn minder extreem dan in 2002 (36 % tegen 25 %). Het aantal gepensioneerden dat zegt net rond of te kort te komen, blijft vrijwel stabiel op 54 % (57 % in 2000, 55 % in 2001). In vergelijking met 2002 (50 %) denkt een iets kleiner deel van de actieven (45 % in 2003) dat ze later net rond of te kort zullen komen. In 2000 en 2001 lagen deze percentages echter nog op 37% en 38%. De kloof tussen de toekomstverwachting van de actieven en de huidige situatie van de gepensioneerden wordt weer iets groter. Voor 78 % van de gepensioneerden is het wettelijk pensioen nog steeds de belangrijkste bron van inkomen (-4 % t.o.v. 2002). In 2000 en 2001 lag dit percentage echter nog op resp. 86 % en 87 %. Bij de actieve bevolking merken we een stijging met 4 % (tot 63 %) van mensen die denken dat het wettelijk pensioen later hun belangrijkste bron van inkomsten zal zijn. Deze stijging wordt volledig gedragen door de Nederlandstaligen (+10 % tot 63 %), terwijl het aantal Franstaligen daalt met 4% (tot 64%). Naar leeftijdscategorie is de stijging het grootst bij de 45-plussers: +8% (tot 68%) bij de 45-54 jarigen en +4% (tot 67%) bij de 55-75 jarigen.

Zilverfonds en zorgverzekering vooral in Vlaanderen gekend Net als in 2001 heeft bijna de helft van de ondervraagden (45%) al gehoord van het Zilverfonds. Het blijven, net zoals de vorige jaren, toch vooral de Nederlandstaligen (58%) die dit initiatief kennen. Slechts 28% van de Franstaligen heeft reeds van het Zilverfonds gehoord.

De zorgverzekering is gekend bij ongeveer 54% van de ondervraagden, een lichte stijging van 3% t.o.v. vorig jaar, maar een forse toename tov de 34% in 2000. Ook hier leveren de Nederlandstaligen (80%) de grootste bijdrage. Slechts 19% van de Franstaligen kent dit initiatief.

Op www.kbc.be/toekomstplan vindt u onder andere een instrument waarmee op basis van risicoprofiel, huidig opgebouwd kapitaal, huidige spaarinspanningen en levensverwachting berekend wordt welk kapitaal opgebouwd kan worden, en welk aanvullend inkomen daaruit kan gegenereerd kan worden, al dan niet met behoud van kapitaal.

KBC organiseert
KBC organiseert een reeks seminaries rond het thema Persoonlijke financiële planning voor uw pensioen. Gastspreker is Frida Deceunynck, economisch journaliste en auteur van diverse uitgaven over financiële en beleggingsthemas. Deze seminaries zijn volledig gratis en staan open voor zowel cliënten als niet-cliënten. Zij gaan door op :
- 2 juni Leuven

- 4 juni Hasselt
- 5 juni Gent

- 10 juni Gits / Hooglede
- 11 juni Antwerpen
- 12 juni Geel
Inschrijven kan via www.cash.be en in ieder KBC-bankkantoor. Alle deelnemers krijgen bovendien gratis het boek Wegwijzer: zorg voor uw toekomst door Frida Deceunynck over financiële pensioenplanning. Dit boek werd speciaal voor KBC samengesteld en is niet in de handel verkrijgbaar.

Bron: KBC
Provider: Euronext Brussels