CBS

Consumentenvertrouwen blijft laag

Het consumentenvertrouwen in mei is vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van april. De consument is wel wat minder somber over de toekomst. Voor het komende jaar zijn de verwachtingen over zowel het economisch klimaat als de eigen financiële situatie verbeterd. Het oordeel over de eigen financiële positie in de afgelopen twaalf maanden is echter verslechterd, zo blijkt uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek van het CBS.

Oordeel over economie iets positiever
De mening van de consument over de economische situatie is, na correctie voor seizoeninvloeden, voor de tweede maand op rij wat positiever dan de maand ervoor. Dit komt voornamelijk door het positievere oordeel over de economische situatie in de komende twaalf maanden. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden stijgt het oordeel over de toekomstige economische situatie met 9 punten naar - 34, de grootste verbetering sinds januari 2002. Het oordeel over de afgelopen twaalf maanden is nagenoeg gelijk gebleven.

Koopbereidheid blijft zeer laag
De koopbereidheid van consumenten is in mei, seizoengecorrigeerd, gelijk gebleven ten opzichte van april en bevindt zich op het laagste niveau sinds april 1985. De koopbereidheid is één van de twee onderdelen waaruit de index van het consumentenvertrouwen is samengesteld. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en het doen van grote aankopen. Het oordeel over de financiële positie van het eigen huishouden in de komende twaalf maanden verbetert. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden stijgt het met 4 punten naar -1. De consument was dit jaar niet eerder zo positief over zijn toekomst. Het is echter nog te vroeg om op grond van dit cijfer vergaande conclusies te trekken. Consumenten vinden de tijd voor het doen van grote aankopen, zoals computers en televisies, bovendien weer iets gunstiger dan vorige maand. Daarentegen zijn ze in mei negatiever gestemd over de ontwikkeling van hun financiële positie in de afgelopen twaalf maanden. Het saldo tussen optimisten en pessimisten bedraagt -26 en is daarmee op het laagste punt sinds januari 1985 aangekomen. Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten. Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen. De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de feitelijke situatie van de consument wordt meegenomen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-097
26 mei 2003
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht