Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

tabaksproducten

Kamerstuk, 26-05-2003

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=19752 .

Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

DBO-CB-U-2378063

26 mei 2003

In mijn brief van 15 april 2003 (DBO-CB-U-2370217) heb ik de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport geïnformeerd over het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten. Ik ben toen ingegaan op de bestaande regelgeving, op de voorgenomen aanpassing van de regelgeving en op het overleg dat daarover gaande is met betrokken partijen.

In de commissiebrief van 25 april 2003 (kenmerk: VWS-03-430) vraagt de vaste commissie voor VWS op welk moment het aangepaste ontwerpbesluit de Kamer zal bereiken. Ik zal in deze brief aangeven hoe ik het verdere traject met betrekking tot het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten wil vormgeven.

In de genoemde brief van 15 april heb ik duidelijk gemaakt dat aanpassing van de regelgeving wenselijk is om in de reeds bestaande situatie voor sport duidelijkheid en gelijkwaardigheid te creëren. Ook heb ik aangegeven dat het mijn inzet is om samen met de branche tot een gezonde, rookvrije sportsector te komen. Verder is toegelicht welke verplichting sinds 1990 reeds bestaat voor door de overheid beheerde sportinstellingen en gesubsidieerde instellingen voor de binnensport. Naleving van de reeds bestaande regelgeving door de sportsector acht ik van groot belang.

De sportinstellingen die nog niet onder de werking van het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten vallen, krijgen dus de gelegenheid om zelf de benodigde stappen te zetten in de richting van een rookvrije sportsector. Met de sportsector zullen tegelijkertijd duidelijke afspraken worden gemaakt over het traject van zelfregulering en de resultaatsverplichting die daarbij hoort. Om de voortgang van de zelfregulering goed te kunnen meten, streef ik er naar om, samen met de sportsector, nog voor de zomer een inventarisatie uit te voeren van het huidige niet-rokenbeleid in de sportsector.

Na een nog nader vast te stellen periode zal de voortgang van het traject van zelfregulering worden geëvalueerd. Het tijdstip waarop dat zal gebeuren, hangt onder andere af van de afspraken die met de sportsector hierover gemaakt zullen worden. Het herhalen van de genoemde inventarisatie zal onderdeel zijn van de evaluatie. Onder andere op basis van de resultaten daarvan en van het overleg met de betrokken brancheorganisaties zal worden besloten over de aanpassing van de regelgeving.

Ik kan de vaste commissie voor VWS daarom op dit moment geen tijdstip noemen waarop een aangepaste versie van het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten in procedure zal worden gebracht. Wel zal ik de vaste commissie voor VWS op gepaste momenten op de hoogte houden van de voortgang van het traject van zelfregulering, het overleg met de brancheorganisatie en de besluitvorming over aanpassing van het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp