Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 EA DEN HAAG

Uw brief Ons kenmerk d.d. 13 februari 2003 SV/A&L/03/14287

Onderwerp Datum Wet verbetering poortwachter 26 mei 2003

De brief van 13 februari 2003 van de griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van uw Kamer heb ik in goede orde ontvangen. Hierbij wil ik ingaan op het in die brief gedane verzoek om te reageren op de brief van FNV Bouw van 12 december 2002.

Door FNV Bouw wordt in de zojuist aangehaalde brief betwijfeld of werkgevers en werknemers over voldoende kennis van de Wet verbetering poortwachter (Wvp) beschikken, wat tot onvoldoende of inadequate reïntegratie-inspanningen zou leiden. Zowel het UWV als de overheid worden op de ondernomen voorlichtingsactiviteiten aangesproken. Tevens meldt FNV Bouw dat op een aantal UWV-kantoren de specifieke op werknemers gerichte informatie over genoemde wet zou ontbreken, alsmede dat niet is voorzien in een helpdesk voor werknemers (daar waar die er wel zou zijn voor werkgevers, aldus FNV Bouw).
Afrondend constateert FNV Bouw dat bedrijven en werknemers minstens voor een bepaald percentage bekend zouden moeten zijn met genoemde wet, wil sprake kunnen zijn van adequate uitkomsten van de gevoerde voorlichtingscampagne.

Primair verantwoordelijk voor de voorlichting over wetgeving is de wetgever. Wat betreft de Wvp zijn door het ministerie van SZW voorlichtingsactiviteiten ontplooid in de vorm van Postbus 51-spotjes en gedrukt voorlichtingsmateriaal. Tevens zijn specifieke voorlichtingsactiviteiten gepleegd gezamenlijk met MKB-Nederland en is als inleider deelgenomen aan diverse congressen waarin de Wvp aan de orde is gekomen.

Ter ondersteuning van de uitvoering van de Wvp is door het UWV voorlichting verzorgd. Deze voorlichting heeft bestaan uit een veelheid van acties richting werkgevers en arbodiensten. In maart 2002 hebben alle werkgevers, arbodiensten en administratie- en accountantskantoren (A&A-kantoren) van het UWV een uitgebreid pakket ontvangen met informatie over de Wvp en over wat er in het kader van die wet van partijen wordt verwacht. Bij dat pakket is ook een formulierenset gevoegd.



2

Er zijn door het UWV informatiebijeenkomsten georganiseerd ten behoeve van de A&A- kantoren. Ook met grote bedrijven zijn er kontakten gelegd, die momenteel worden gebruikt om de eerste ervaringen met het reïntegratieverslag met hen te bespreken. Verder is alle informatie over procedures in het kader van de wet op de internetsite van het UWV geplaatst.
Ter vergroting van de algemene bekendheid van de wet is er vanuit UWV geparticipeerd in een veelheid van congressen die aan dit onderwerp zijn gewijd; deze lijn is en wordt in 2003 doorgezet.

Ten behoeve van de voorlichting aan werknemers is geregeld dat arbodiensten wettelijk verplicht zijn om bij het eerste contact met een zieke werknemer informatie te geven over de Wvp. In de zogenaamde Stuurgroep verbetering poortwachter is als procedure vastgesteld dat in die situatie aan de zieke werknemer de UWV-folder `Als u niet kunt werken' wordt uitgereikt, waarin de voor de werknemer relevante informatie staat over de wet. Deze folder bevat ook informatie over de deskundigenoordelen. In genoemde folder wordt voor nadere informatie verwezen naar de arbodienst, de werkgever en naar de internetsite van het UWV. Bij het aanvraagformulier WAO wordt betrokkene, nu van de zijde van het UWV, wederom geïnformeerd over de Wvp en gewezen op de verplichtingen die vanuit die wet aan werknemer worden gesteld.

In gezamenlijk overleg tussen UWV, de Brancheorganisatie Arbodiensten (BOA) en het ministerie van SZW, is bezien hoe de meer specifieke verplichtingen en faciliteiten voor betrokken partijen van de Wvp, het best aan hen gecommuniceerd zouden kunnen worden. Daarbij is, zoals boven vermeld, ervoor gekozen het door het UWV ontwikkelde informatiemateriaal door arbodiensten te laten verstrekken aan de werkgever en werknemer die met langdurend verzuim worden geconfronteerd. Op die manier wordt maatwerk in de voorlichting bereikt, die de voorkeur verdient boven het generiek toezenden van informatie van de Wvp bij elk ziekteverzuim.

Inrichting van een specifiek op Wvp-gerichte helpdesk is niet aangewezen, aangezien zoals hierboven reeds aangegeven de relevante informatie beschikbaar is bij en beschikbaar dient te worden gesteld door werkgever en arbodienst; dit zijn zoals aangegeven in het eerste ziektejaar de primaire bronnen voor de werknemer. Daarbij is het zo dat men uiteraard voor vragen terecht kan op de kantoren van het UWV. Op deze kantoren is ook informatie over de Wvp voor werknemers beschikbaar. Tevens is de informatie en zijn de formulieren beschikbaar en te downloaden van de internetsite van het UWV.

Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)