Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
26-05-2003
Akademie benoemt vijf tophoogleraren
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen heeft dit jaar
voor het eerst vijf 'Akademiehoogleraren' geselecteerd.
Het zijn prof. dr. M.A. Allessie (Universiteit Maastricht), prof. dr.
G. 't Hooft (Universiteit Utrecht), prof.dr. G.K. Miley (Universiteit
Leiden), prof. dr. R.J.M. Nolte (Katholieke Universiteit Nijmegen) en
prof. dr. G.R. Semin (Vrije Universiteit Amsterdam).
Zij kunnen zich als Akademiehoogleraar geheel wijden aan innovatief
onderzoek en de begeleiding van jonge onderzoekers.
Akademiehoogleraren worden door de KNAW vrijgesteld van bestuurlijke
verplichtingen.
De KNAW financiert het salaris van de Akademiehoogleraar en een
onderzoeksbudget van 200.000 euro per Akademiehoogleraar. De betrokken
universiteit dient met de vrijvallende middelen tenminste één jonge
talentvolle onderzoeksleider aan te trekken. Het Programma
Akademiehoogleraren draagt hiermee bij aan de doorstroming van jonge
onderzoekers naar leidinggevende posities. Het Akademiehoogleraarschap
wordt voor vijf jaar toegekend, met de mogelijkheid tot verlenging.
Het Programma Akademiehoogleraren is in 2002 ingesteld; jaarlijks
zullen vier à vijf Akademiehoogleraren worden benoemd. Excellente
hoogleraren tussen 55 en 60 jaar kunnen worden voorgedragen door de
Colleges van Bestuur van hun universiteit. De voordrachten worden
beoordeeld door een internationaal samengestelde commissie onder
voorzitterschap van de president van de KNAW.
Maurits Allessie (1945), hoogleraar fysiologie en verbonden aan het
Cardiovascular Research Institute Maastricht van de Universiteit
Maastricht, heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de
ontwikkeling van de elektrofysiologie van het hart, en hij heeft de
basis gelegd voor de behandeling van hartritmestoornissen. Zijn
onderzoek heeft met name geleid tot een beter inzicht in
boezemfibrillatie.
Gerard 't Hooft (1946), hoogleraar theoretische fysica aan de
Universiteit Utrecht, heeft, naast het werk waarvoor hij vier jaar
geleden de Nobelprijs kreeg, gedurende de afgelopen dertig jaar vele
baanbrekende bijdragen geleverd aan een beter begrip van de
fundamentele wetten van de fysica.
George Miley (1942) is hoogleraar astronomie aan de Universiteit
Leiden en wetenschappelijk directeur van de Leidse Sterrewacht. Hij
heeft grensverleggend onderzoek verricht naar het ontstaan en de
ontwikkeling van sterrenstelsels.
Roeland Nolte (1944) is hoogleraar organische chemie aan de Katholieke
Universiteit Nijmegen. Hij heeft een brug geslagen tussen de
organische chemie en nanotechnologie. Nolte is er in geslaagd om
complexe macromoleculaire verbindingen met katalytische eigenschappen
te maken, die sterk lijken op die in levende organismen.
Gün Semin (1944), als hoogleraar sociale psychologie verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is vooral bekend geworden door toepassing van zogenaamde linguïstische categorieën bij de bestudering van maatschappelijke stereotypen. Het door Semin ontwikkelde `linguïstische categorieënmodel' stimuleerde zijn vakgenoten om te onderzoeken hoe mensen over sociale groepen spreken, en zorgde er voor dat taal als sociaal instrument onderwerp van studie werd.
In het najaar zullen de vijf Akademiehoogleraren officieel
geïnstalleerd worden.
Meer informatie over de Akademiehoogleraren en het programma
Akademiehoogleraren is te vinden op de website http://www.knaw.nl
onder 'subsidies'.
KNAW, Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam.
Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam.
Afdeling Voorlichting tel. 020-5510733, fax 020-6204941.
voorlichting@bureau.knaw.nl