Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Hermans over het IJsselmeerziekenhuis
(2020311290)
1
Bent u bekend met de brief van directeur a.i. Brinkman aan de leden van de vakgroep Chi-
rurgie van het IJsselmeerziekenhuis (kenmerk JWBchir280403) van 29 april j.l.?
1
Tot het moment van toezending als aanhangsel bij onderhavige Kamervragen kende ik be-
doelde brief niet.
2
Deelt u de mening dat het in de brief genoemde Plan van Aanpak, en de daarin gestelde ka-
ders, strijdig zijn met de wens om 24-uurs zorg te behouden voor het ziekenhuis te
Emmeloord, mede in het licht van uw brief van 25 april 2003 (27 295, nr. 50), waarin u
stelt dat het aanwezig zijn van 24-uurszorg u aanspreekt? Zo nee, waarom niet?
2
In het Plan van Aanpak is voorzien in 24-uurs zorg in de vorm van klinische chirurgie, inter-
ne geneeskunde, orthopedie, oogheelkunde en keel-neus en oorgeneeskunde in Emmeloord.
Daarvan heb ik gezegd dat dat mij aanspreekt. Hetzelfde geldt voor de 24-uursbeschikbaar-
heid van acute opvang (gedefinieerd als triage van aangeboden patiënten, behandeling van
minder complexe diagnostiek en stabilisatie van meer complexe patiënten).
Het Plan van Aanpak bevat nog geen uitspaken over bereikbaarheid en beschikbaarheid van
acute zorg (hetgeen wat anders is dan acute opvang) omdat daarover vóór eind mei nog een
rapport verschijnt.
3
Bent u, onder verwijzing naar uw antwoorden op eerdere vragen 2), waarin u stelt dat een
24-uursopvang aan de criteria van het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen dient te vol-
doen, van mening dat de door de heer Brinkman gestelde kaders ertoe zullen leiden dat
Emmeloord in de verste verte niet aan deze kaders zal voldoen? Zo nee, waarom niet?
3
In de vraag wordt verwezen naar een beschrijving die het College Bouw opstelde van perso-
nele en bouwkundige infrastructuur benodigd voor een afdeling spoedeisende hulp. Als be-
sloten wordt een afdeling spoedeisende hulp in Emmeloord te vestigen zal die aan de daar-
aan te stellen eisen dienen te voldoen. Daarbij is niet de opsomming van het College Bouw
bepalend maar het oordeel van de inspectie.
4
Bent u bereid, gezien de ontwikkelingen, die haaks staan op de wens van de Kamer, een
groot deel van de "stakeholders", eerder met een kabinetsstandpunt te komen? Zo nee,
waarom niet?
4
Zoals eerder aangegeven zal ik mijn definitieve standpunt bepalen na ontvangst van het defi-
nitieve en volledige besluit van de Raad van Toezicht.
---- --