Universiteit van Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht
Faculteit Wiskunde en Informatica/Freudenthal Instituut

22 mei 2003

Achterstand in wiskundeonderwijs allochtone leerlingen door verborgen taalproblemen

Bij het vak wiskunde blijven de prestaties van allochtone leerlingen achter bij die van hun leeftijdgenoten. De oorzaak hiervan moet voor een groot deel gezocht moet worden bij verborgen taalproblemen. Docenten zouden meer aandacht moeten besteden aan de context en de bedoeling van een opgave. Dat concludeert Corine van den Boer. Zij promoveert op dinsdag 27 mei 2003 bij de faculteit Wiskunde en Informatica.

In de hedendaagse wiskunde is het begrijpen van de context van een wiskundeopgave een deel van het oplossen van de som. De woordenschat van allochtone leerlingen is vaak kleiner dan van autochtone leerlingen doordat bijvoorbeeld ouders thuis een andere taal spreken. Op zich is het niet zo'n probleem dat de leerlingen bepaalde woorden niet kennnen, probleem is eerder dat leerlingen strategieën ontwikkelen om taalproblemen te vermijden. De leerlingen lezen over onbekende woorden heen of raden de betekenis. Dit leidt ertoe dat docenten en allochtone leerlingen zich niet realiseren dat taalproblemen en leerstrategieën van allochtone leerlingen een barrière vormen voor het leren van wiskunde. Uit het onderzoek van Van den Boer blijkt dat allochtone leerlingen zich in de wiskundelessen veelal passief opstellen. Vanwege hun gebrek aan taalvaardigheid richten zij zich op de berekeningen en de antwoorden. Hierdoor leren ze weinig van hun eigen wiskundige activiteiten en beperkt het leren zich tot instrumenteel begrijpen.

Daarom moeten didactische interventies primair tot doel hebben docenten en allochtone leerlingen hiervan bewust te maken, en hen helpen dit gedrag te veranderen. Dit kan door meer aandacht te geven aan de context van een opgave en bedoeling die erin gebruikt worden alvorens te beginnen met het oplossen van de som. Allochtone leerlingen moeten volgens de promovenda een actievere rol krijgen. Dat kan door te praten over de opgave en de manier om deze op te lossen en niet alleen het geven van het antwoord. Dit heeft als gevolg dat er per opgave meer tijd nodig zou zijn.

Van den Boer heeft docenten en leerlingen in de basisvorming van het voortgezet onderwijs onderzocht door middel van observaties, interviews, experimenten en wiskundetesten. De analyses van het leergedrag van de allochtone leerling en van het onderwijsgedrag van de docent hebben geleidelijk aan zicht gegeven op mechanismen die de onderwijsachterstand van allochtone leerlingen mede verklaren.

Dinsdag 27 mei 2003 om 14.30 uur
Academiegebouw Domplein 29, Utrecht
Promotie: 'Als je begrijpt wat ik bedoel; Een zoektocht naar verklaringen voor achterblijvende prestaties van allochtone leerlingen in het wiskundeonderwijs'
Mw.drs. C.J.E.M. van den Boer, faculteit Wiskunde en Informatica

Voorlichter Roy Meijer (030) 253 3705, r.meijer@csc.uu.nl