FAVV-Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (België)


Persbericht van : 26 / 05 / 2003

Klassieke vogelpest : nationale versoepelingen en hervatting in- en uitvoer, procedure herbevolking ingezet

Volgend op het uitblijven van nieuwe vogelpesthaarden en de versoepelingen van de Europese maatregelen die vanaf dinsdag 27 mei de in- en uitvoer van pluimvee en broedeieren opnieuw toelaten wordt België opgedeeld in twee compartimenten : enerzijds de provincies Antwerpen en Limburg en anderzijds de rest van het grondgebied.

Het Ministerieel besluit van 26 mei 2003 tot wijziging van het Ministerieel besluit van 26 maart houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (klassieke vogelpest) heeft tot gevolg dat heel wat maatregelen worden versoepeld tot een niveau dat gold kort vóór het uitbreken van de ziekte in ons land. Voor wat het ganse Belgisch grondgebied betreft blijft enkel nog een reeks maatregelen van kracht, zo ondermeer :

. verzamelverbod pluimvee, uitgezonderd volgens de instructies van het FAVV ;
. pluimvee en broedeieren moeten rechtstreeks (1-1) worden vervoerd van één plaats van herkomst naar één plaats van bestemming ; . de toegang tot alle plaatsen in België waar pluimvee wordt gehouden, is verboden voor elk voertuig, elke persoon en alle materiaal die in Nederland of in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen in de 4 dagen voordien in contact zijn geweest met pluimvee of eieren van pluimvee of op een plaats zijn geweest waar pluimvee wordt gehouden ; . buiten de risicogebieden is de toegang tot pluimveehouderijen of andere plaatsen waar pluimvee wordt gehouden verboden voor elk voertuig en elke persoon die in een risicogebied in de 4 dagen voordien in contact zijn geweest met pluimvee of op een plaats zijn geweest waar pluimvee wordt gehouden ; . behoud verplichting bijhouden registers door vervoerders die op een plaats komen waar pluimvee wordt gehouden ; . behoud bezoekersregister in pluimveebedrijven.

Voor de provincies Antwerpen en Limburg geldt een bijzondere regeling.

Deze provincies worden door het ministerieel besluit van 26 mei 2003 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza, beschouwd als risicogebied en als één compartiment afgebakend waarin de volgende maatregelen van kracht zijn :

. Het verzenden van levend pluimvee en broedeieren naar andere lidstaten van de Europese Unie of naar derde landen is verboden. . Het vervoer van pluimvee en broedeieren is verboden, behalve volgens de voorschriften van het FAVV. . De afvoer van consumptie-eieren vanaf pluimveebedrijven en vanaf pakstations waar pluimvee aanwezig is, is verboden, behalve volgens de voorschriften van het FAVV. . Het vervoer van pluimveemest en gebruikt strooisel is verboden, behalve volgens de voorschriften van het FAVV. . Van elk vervoermiddel dat een bedrijf verlaat waar pluimvee wordt gehouden, moeten de wielen en de banden worden ontsmet met een door het FAVV toegelaten ontsmettingsmiddel.

In het pakket maatregelen werd nu eveneens het begrip herbevolkingsgebied toegevoegd. Dit is een gebied, waarvoor een specifieke, door het FAVV opgestelde procedure van kracht is in verband met het herbevolken van pluimveebedrijven.

Er worden 2 herbevolkingsgebieden afgebakend, deze behelzen enerzijds het Limburgs toezichtsgebied en anderzijds de 3 Antwerpse beschermingsgebieden. Dit zijn de gebieden die in het kader van de bestrijding van de vogelpest de voorbije weken werden ontruimd.

De procedure die zal gevolgd worden om finaal de herbevolking van deze 4 gebieden mogelijk te maken, bestaat voor ieder gebied uit de volgende stappen.


1. Verwijderen en vernietigen van mest en voeders van alle geïnfecteerde en preventief geruimde bedrijven :
- mest en voeder van geïnfecteerde bedrijven worden verbrand in een erkende verbrandingsinstallatie ;
- mest en voeder van preventief geruimde bedrijven worden dusdanig verwerkt in erkende verwerkingsinstallatie dat hun bioveiligheid gegarandeerd is.

2. Reinigen en ontsmetten van deze bedrijven in overeenstemming met de bepalingen van de Europese richtlijn.
3. Ten vroegste 5 dagen na het beëindigen van de reinigings- en ontsmettingswerkzaamheden op de geïnfecteerde bedrijven, wordt elk geïnfecteerd bedrijf bevolkt met verklikkerdieren. Daarbij wordt elke stal a rato van minimum 1% van de normale capaciteit bevolkt (voor de acht bedrijven bedraagt het in totaal ± 1.400 dieren).
4. Alle verklikkerdieren worden gedurende 21 dagen door het FAVV opgevolgd. In deze periode worden alle dode en zieke dieren aan een autopsie onderworpen, die wordt aangevuld met elk laboratoriumonderzoek nodig voor een sluitende diagnose.
5. Na 21 dagen worden alle verklikkerdieren gedood en vernietigd. Per bedrijf zal een representatief monster serologisch worden onderzocht op de aanwezigheid van het AI-virus.
6. Het betrokken gebied zal worden vrijgegeven voor commerciële herbevolking nadat alle resultaten van de onderzoeken op de verklikkerkippen uit dit gebied bekend en gunstig zijn.

Een aantal van deze stappen zijn reeds uitgevoerd (bv. de verwijdering van de mest en voeder uit de haarden) of worden momenteel uitgevoerd.

De maatregelen die van kracht zijn in een herbevolkingsgebied zijn deze van het compartiment aangevuld met :

. Alle pluimvee moet worden binnengehouden in de bedrijfsgebouwen. . De bedrijfsdierenarts moet éénmaal per week, met een interval van tenminste vier dagen, een periodieke bedrijfscontrole uitvoeren op alle bedrijven waar pluimvee aanwezig is.

In afwachting van een gunstiger statuut blijft in toepassing van de Europese richtlijn het toezichtsgebied Midden-Antwerpen behouden.

Call-centrum (voor de professionele pluimveehouders) in Brussel: 02-208.41.27
. weekdagen van 8u30 tot 17u00 . weekends en vrije dagen: 9u00 tot 16u30

Meldpunt voor het publiek: 0800-13.550