Openbaar Ministerie

Almelo, 27 mei 2003

Geen onderzoek Rijksrecherche naar oud-leden Tolteam

Het Openbaar Ministerie heeft besloten dat er geen onderzoek door de Rijksrecherche zal worden ingesteld naar eventueel strafbaar gedrag van twee rechercheurs van de regiopolitie Twente, die tot medio 2001 betrokken waren bij het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede.

Om een onderzoek door de Rijksrecherche was verzocht door de korpschef van de politie regio Twente. Door het Openbaar Ministerie is besloten een eventueel onderzoek niet te laten plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de hoofdofficier van justitie in Almelo, maar omwille van de objectiviteit de plaatsvervangend hoofdofficier in Zutphen hiermee te belasten.
Deze heeft na kennisneming van de arresten van het Hof Arnhem d.d. 12 mei 2003, van de processen-verbaal van de terechtzitting en na enkele consultaties besloten dat een strafrechtelijk onderzoek door de Rijksrecherche niet opportuun is. Daarbij speelt tevens een rol dat bij een strafrechtelijk onderzoek met name geheimhouders en verdachten moeten worden benaderd, die zich op hun zwijgrecht kunnen beroepen. Dit bemoeilijkt aanzienlijk de kans op een succesvolle vervolging wegens schending van het ambtsgeheim.

Daarnaast hebben de twee rechercheurs zowel intern als extern kritiek geuit op het onderzoek en op leidinggevenden van het Tolteam en leden van het OM. Het Hof schrijft in het arrest d.d. 12 mei 2003 dat 'men kan betwijfelen of hun gezichtspunten wel steeds juist waren en of de door hen gewezen weg niet slechts een andere tunnel was, maar dat zij het gevaar van een te eenzijdige benadering signaleerden, moet hen toch als een verdienste worden aangerekend.'

Het Openbaar Ministerie constateert echter dat de wijze waarop de twee rechercheurs hun kritiek met name extern hebben geventileerd en de publiciteit hebben gezocht, zich niet verhoudt met de voor het handelen van een politiefunctionaris geldende normen. Het Openbaar Ministerie is van mening dat hier in beginsel en ten gronde sprake is van een ernstig attitude-probleem aan de zijde van de beide rechercheurs en heeft de korpschef in overweging gegeven te bewerkstelligen dat een intern onderzoek tegen de twee rechercheurs wordt ingesteld.