RAAD VAN STATE
Procespartijen positief over dienstverlening raad van state
De dienstverlening van de Raad van State krijgt van haar 'cliënten'
het rapportcijfer 7. Dat blijkt uit een groot tevredenheidsonderzoek
dat begin dit jaar gehouden is door het onafhankelijk onderzoeksbureau
Ergo onder 548 appellanten, gemachtigden (veelal advocaten),
belanghebbende derden en vertegenwoordigers van verwerende overheden
(meestal gemeenten). Uitgesplitst naar onderdelen scoren de
informatievoorziening tijdens het hele proces, het contact met
ambtenaren, de receptie en zaalbodes ruim voldoende. Ontevredenheid is
er vooral over de duur van de procedure en de (on)volledigheid van de
motivering van de uitspraak.
De Raad van State wil de dienstverlening verbeteren, zowel wat betreft
de werkwijze als de communicatie. Daarvoor zijn begin dit jaar de
partijen telefonisch ondervraagt die in 2002 bij minimaal één
rechtszaak betrokken waren. Het betreft dus alleen de ervaringen met
de Raad als bestuursrechter en niet als wetgevingsadviseur. Verder
werden alleen de mensen en instellingen die bij de kamers voor
Ruimtelijke Ordening, Milieu en Regulier Hoger Beroep een procedure
hadden lopen, benaderd.
Alle respondenten is gevraagd om een rapportcijfer te geven voor de
dienstverlening in het algemeen. Gemiddeld kreeg de Raad een 7. In
totaal gaf 11 procent de Raad een echte onvoldoende, zij gaven 5 of
lager. Opvallend hierbij is dat de appellanten een lager cijfer geven
dan de andere drie groepen. De onderzoekers hebben alle respondenten
gevraagd of zij hun zaak gewonnen of verloren hebben. Dit heeft
volgens de onderzoekers invloed op het rapportcijfer. Appellanten
hebben een hoger persoonlijke betrokkenheid bij de zaak en bij hen
speelt 'winst of verlies' sterker mee. Bij gemachtigden speelt dit
nauwelijks mee. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat
gemachtigden vooral advocaten zijn die zich het verliezen van een
zaak, beroepsmatig, minder aantrekken dan appellanten.
De duur van de procedure scoort van alle onderdelen het laagst,
gemiddeld een 5,9. Zowel de periode tussen het indienen van beroep en
de zitting als de periode tussen de zitting en de uitspraak mag
volgens veel respondenten korter zijn. Een pluspunt is dat sommige
respondenten die regelmatig een zaak hebben bij de Raad, positief
waren over de huidige doorlooptijden ten opzichte van enkele jaren
geleden.
De cijfers voor de informatievoorziening zijn vergelijkbaar met het
algemene rapportcijfer, een 7,1. Een goed scorend onderdeel dus,
waarbij de appellanten opnieuw een iets lager cijfer geven dan de
andere groepen, namelijk een 6,8. Zij hebben voornamelijk kritiek op
het gebrek aan inzicht in het verloop van de procedure en het
juridische taalgebruik. Hoewel het cijfer dat de appellanten geven
voor dit laatste aspect een 6,9 is en dus niet veel afwijkt van het
gemiddelde, gaven zij vooral bij de mondelinge toelichting aan dat ze
moeite hadden met het taalgebruik. De verwerende overheden en
gemachtigden hebben voornamelijk kritiek op het gebrek aan snelheid
waarmee stukken worden opgestuurd.
Uit het onderzoek blijkt dat het contact met de behandelende
ambtenaren goed is. Een gemiddelde van 7,3, waarbij de vriendelijkheid
(7,7) en de snelheid van het antwoord (7,5) een ruime voldoende
krijgen van de respondenten.
Het Amsterdamse onderzoekbureau Ergo voerde het onderzoek uit. In
totaal werden 724 personen en instellingen benaderd, waarvan 548
meededen, een respons van 85%, wat zeer hoog genoemd mag worden. De
respondenten waren redelijk evenwichtig verdeeld over de drie Kamers
van de Afdeling bestuursrechtspraak, waarbij wel de meeste
respondenten betrokken waren bij een zaak die liep bij Kamer 1
(Ruimtelijke Ordening). Alle respondenten werd uiteraard zorgvuldig
uitgelegd dat het om de dienstverlening gaat en niet om de
uitspraak.
noot voor de redactie,