Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Centraal Kantoor Arbeidsinspectie
Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie

KINDEROPVANGAFSPRAKEN IN CAO'S

Een aanvulling op het onderzoek "Arbeid en zorg in CAO's 2000".

maart 2003 A. van den Ameele


KINDEROPVANGREGELINGEN

P. Feenstra L. Junger M.J.M. Schaeps

INHOUDSOPGAVE BLZ.


1 INLEIDING 1




2 AANVULLEND ONDERZOEK 2




3 DE METHODIEK 3

4 ONDERZOEKSRESULTATEN 4
4.1 Kinderopvangregelingen in de 125 grotere CAO's 4 4.2 Kinderopvang in 185 kleinere CAO's 5 4.3 Totaalbeeld van de 310 onderzochte CAO's 6


5 CONCLUSIE 8
5.1 Resultaten samengevat 8 5.2 Resultaten vertaald naar de totale populatie werknemers onder CAO 9 5.3 Ontwikkelingen in de tijd 9

BIJLAGEN


1 Steekproefverantwoording i
2 Enkele tabellen iii
3 Onderzochte CAO's v


KINDEROPVANGREGELINGEN


1 INLEIDING




Naast het in de afgelopen jaren door de Arbeidsinspectie uitgevoerde onderzoek met betrekking tot afspraken in het kader van arbeid en zorg, bestaat er momenteel behoefte aan nadere informatie over het aantal CAO's met afspraken over kinderopvang en over het aantal werknemers waarop deze afspraken betrekking hebben.

De uitvoering van dit onderzoek heeft consequenties voor de gewoonlijk door de Arbeidsinspectie gehanteerde onderzoeksmethode. In deze nota wordt eerst ingegaan op de aanleiding van het onderzoek en de gehanteerde methodiek waarna de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd.


1


KINDEROPVANGREGELINGEN


2 AANVULLEND ONDERZOEK




In 2001 is in het kader van het onderzoek Arbeid en zorg in CAO's 2000, een inventarisatie gemaakt van het aantal CAO's met daarin afspraken over kinderopvang.

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de door de Arbeidsinspectie gehanteerde standaardsteekproef. Deze standaardsteekproef, bestaande uit 125 grotere CAO's in de markt-, de zorg- en de overheidssector, omvat alle bedrijfstak-CAO's met 10.000 of meer werknemers en alle ondernemings-CAO's met 3.000 of meer werknemers. Onder deze CAO's valt circa 87% van het totaalaantal werknemers onder een CAO.

Uit het onderzoek Arbeid en zorg in CAO's 2000 blijkt dat in 69 CAO's centrale afspraken zijn vastgelegd en in 16 CAO's afspraken zijn opgenomen die op decentraal niveau nader konden worden ingevuld.

Met het oog op de voorbereiding voor de Wet basisvoorziening kinderopvang (Wbk) bestaat er op korte termijn behoefte aan aanvullende informatie naast het in bovengenoemd onderzoek geschetste beeld.

Door naast het onderzoek onder de 125 grotere CAO's een aanvullend onderzoek onder kleinere CAO's uit te voeren wordt beoogd een representatief beeld te schetsen van de mate waarin werknemers onder een CAO gebruik kunnen maken van kinderopvang.

De vraagstelling van het onderzoek is gegeven de voorbereidingstermijn van de Wbk beperkt gehouden. Er wordt nagegaan in hoeveel CAO's afspraken zijn gemaakt en op welke groepen kinderen deze afspraken van toepassing zijn. Concreet moeten de volgende vragen worden beantwoord:

· is er een centrale dan wel decentrale afspraak over kinderopvang opgenomen? · op welke leeftijdscategorieën hebben de afspraken betrekking?

Op deze manier wordt een completer beeld geschetst van de mate waarin kinderopvang toegankelijk is voor werknemers onder een CAO.


2



KINDEROPVANGREGELINGEN


3 DE METHODIEK

Het nu uitgevoerde onderzoek1 vult het eerder geschetste beeld met betrekking tot het voorkomen van afspraken over kinderopvang in een deel van de 125 grotere CAO's aan met:

· de resultaten van een onderzoek in de overige grotere CAO's waarin tijdens het vorige onderzoek nog geen afspraken over kinderopvang werden aangetroffen, én · de resultaten van een onderzoek onder 185 kleinere CAO's, geselecteerd uit het bestand van de bij de Arbeidsinspectie aangemelde CAO's, excl. de grotere CAO's.

In het onderzoek Arbeid en zorg in CAO's 2000 zijn in 68% van de CAO's centrale dan wel decentrale afspraken over kinderopvang aangetroffen. Voor het onderzoek in deze rapportage wordt ervan uitgegaan dat deze afspraken worden gecontinueerd.

In aanvulling op deze gegevens is onderzocht of inmiddels ook in de overige grotere CAO's door partijen afspraken over kinderopvang zijn gemaakt. De verwachting is dat het aantal CAO met kinderopvangafspraken is gestegen gegeven het feit dat in 9% van de onderzochte CAO's in het in 2000 uitgevoerde onderzoek intentionele afspraken waren opgenomen.

Het is aannemelijk dat afspraken over kinderopvang relatief meer voorkomen in de grotere CAO's. Dit is dan ook de reden om een aanvullend onderzoek uit te voeren waarin ook de kleinere CAO's zijn opgenomen. Uit het bestand van bij de Arbeidsinspectie aangemelde CAO's (excl. de 125 grotere CAO's) is een gestratificeerde steekproef van 185 CAO's getrokken2. Binnen de verschillende strata zijn aselect deelsteekproeven getrokken. Dit vormt de basis voor het schetsen van een representatief beeld van de mate waarin afspraken over kinderopvang zijn vastgelegd in CAO's.

Op deze manier kan het beeld met betrekking tot het voorkomen van afspraken over kinderopvang en het aantal werknemers dat gebruik kan maken van een regeling voor kinderopvang, zoals dat op basis van het onderzoek onder de 125 grotere CAO's is geschetst, worden aangevuld.


1 Het onderzoek is gebaseerd op de ultimo 2002 bij de Arbeidsinspectie aangemelde CAO's. Als gevolg van het tijdsverloop tussen het bereiken van een principeakkoord én de aanmelding van de CAO-tekst bij de Arbeidsinspectie is het mogelijk dat voor het onderzoek niet de meest recente CAO-tekst ter beschikking stond. In dergelijk geval is ervan uitgegaan dat bestaande afspraken worden gecontinueerd.
2 Zie voor een nadere toelichting op de steekproef de Bijlagen.
3


KINDEROPVANGREGELINGEN


4 ONDERZOEKSRESULTATEN




In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van de in CAO's voorkomende kinderopvangregelingen. Hierbij wordt uitgegaan van de bevindingen zoals deze, met betrekking tot kinderopvang, zijn vastgelegd in het rapport Arbeid en zorg in CAO's 2000, aangevuld met de bevindingen uit onderhavig onderzoek.

Gerapporteerd wordt over het aantal CAO's met afspraken over kinderopvang, het percentage werknemers dat toegang heeft tot kinderopvang en de leeftijdscategorie waarop de regeling van toepassing. Verder wordt een uitsplitsing naar economische sector gemaakt.

4.1 Kinderopvangregelingen in de 125 grotere CAO's

Op basis van het aanvullend onderzoek dat is uitgevoerd onder de 125 grotere CAO's blijkt dat er sinds 2000 sprake is van een toename van het aantal CAO's met afspraken over kinderopvang. In 85% van de 125 grotere CAO's worden afspraken over kinderopvang aangetroffen: in 70% van de CAO's zijn centrale afspraken en in 14% van de CAO's zijn decentrale afspraken opgenomen3. Deze afspraken hebben betrekking op 80% van de werknemers die vallen onder de 125 grotere CAO's. Daarnaast zijn in 2% van de 125 grotere CAO's intentionele afspraken aangetroffen. In het geval van intentionele afspraken spreken partijen af dat onderzoek zal worden verricht naar de mogelijkheden en wenselijkheid van kinderopvang.

Van de CAO's met daarin afspraken over kinderopvang wordt in 67% van de CAO's aangegeven op welke doelgroep de regeling voor kinderopvang van toepassing is: in 30% van deze CAO's is de regeling van toepassing op kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar, in 68% van deze CAO's is de regeling van toepassing op 0-12 jarigen en in 3% van de CAO's is de regeling van toepassing op kinderen van 0-8 jaar4.

In de overige CAO's is niet aangegeven op welke leeftijdscategorie de kinderopvangregeling betrekking heeft5. In deze gevallen wordt alleen aangegeven dat voor de opvang van kinderen financiële middelen ter beschikking worden gesteld, dat een bepaald aantal kindplaatsen voor de opvang van kinderen wordt ingekocht dan wel dat de uitvoering van de regeling kinderopvang wordt uitbesteed aan bijvoorbeeld de Stichting Uitvoering Kinderopvangregeling (SUK) te Utrecht.

3 Als gevolg van de afronding tellen de afzonderlijke percentages niet op tot 85%. 4 Door afronding tellen de percentages niet op tot 100%.
5 In die gevallen waarin leeftijdscategorieën niet expliciet in de kinderopvangregeling worden genoemd, wordt de regeling in samenspraak met de uitvoerende instanties nader uitgewerkt. 4


KINDEROPVANGREGELINGEN

In onderstaande tabel is aangegeven in hoeveel procent van de CAO's afspraken (centraal, decentraal, intentioneel) met betrekking tot kinderopvang zijn aangetroffen, uitgesplitst naar economische sector.
Tabel 1 Percentage grotere CAO's met kinderopvangafspraken, uitgesplitst naar economische sector6.
totaal economische sector centraal decentraal totaal intentioneel nee landbouw 75 75 25 100% industrie 84 12 96 4 100% bouw 100 100 100% handel en horeca 80 7 87 13 100% transport en communicatie 47 29 77 24 100% zakelijke dienstverlening 61 17 78 6 17 100% overige dienstverlening 60 20 80 8 12 100% totaal 70% 14% 85%7 2% 13% 100%

In de sector transport en communicatie worden relatief weinig CAO's met centrale en relatief veel CAO's met decentrale afspraken over kinderopvang aangetroffen. In deze sector gaat het in 47% van de CAO's om centrale afspraken. In de overige sectoren ligt het percentage CAO's met centrale afspraken boven de 60%.

4.2 Kinderopvangafspraken in 185 kleinere CAO's

Uit het onderzoek onder 185 middels een steekproef geselecteerde kleinere CAO's blijkt dat in 40% van de onderzochte CAO's afspraken over kinderopvang zijn aangetroffen. In deze CAO's gaat het, op één CAO na, om centrale afspraken. Deze afspraken hebben betrekking op 51% van de werknemers. In 6% van de CAO's zijn verder nog intentionele afspraken aangetroffen. In onderstaande tabel zijn de afspraken over kinderopvang, uitgesplitst naar werknemersklasse, samengevat.

Tabel 2 Percentage kleinere CAO's met kinderopvangafspraken, uitgesplitst naar grootteklasse8.
totaal werknemersklasse centraal decentraal totaal intentioneel nee 2000 werkn. 54 4 58 7 36 100%


6 Als gevolg van de afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100%. Een overeenkomstige tabel met absolute aantallen is in de bijlagen opgenomen (tabel 4.1).
7 idem noot 3

8 idem noot 6. Een overeenkomstige tabel met absolute aantallen is in de bijlagen opgenomen (tabel 4.2).

---


KINDEROPVANGREGELINGEN

totaal 39% 1% 40% 6% 54% 100%

CAO's met afspraken over kinderopvang komen relatief weinig voor in de klasse tot 100 werknemers: 17% van de onderzochte CAO's bevat kinderopvangafspraken. Het percentage CAO's waarin afspraken over kinderopvang zijn opgenomen neemt toe naarmate het aantal werknemers waarop de CAO van toepassing is toeneemt. In de klasse 100-200 werknemers is het percentage CAO's met afspraken 25%, in de klasse 200-500 werknemers is het percentage 50%, in de klasse 500-2000 werknemers 59% en in de klasse boven 2000 werknemers wordt in 58% van de CAO's afspraken over kinderopvang aangetroffen.

In 62% van de CAO's, met daarin afspraken over kinderopvang, is aangegeven op welke doelgroep de kinderopvangregeling van toepassing. In 48% van deze CAO's is de regeling van toepassing op kinderen van 0-4 jaar en in 52% is de regeling van toepassing op 0-12 jarigen.

In onderstaande tabel is voor de 185 kleinere CAO's de verdeling van CAO's mét (centraal, decentraal, intentioneel) en zónder kinderopvangafspraken weergegeven, uitgesplitst naar economische sector.

Tabel 3 Percentage kleinere CAO's met kinderopvangafspraken, uitgesplitst naar economische sector9.
totaal economische sector centraal decentraal totaal intentioneel nee landbouw (n=1) 100 100 100% industrie (n=74) 42 1 43 7 50 100% bouw (n=1) 100 100% handel en horeca (n=23) 48 48 4 48 100% transport en communicatie (n=35) 23 23 3 74 100% zakelijke dienstverlening(n=23) 48 48 52 100% overige dienstverlening (n=28) 39 39 18 43 100% totaa
l (n=185) 39% 1% 40% 6% 54% 100%

In de sectoren industrie, handel en horeca, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening varieert het aantal CAO's met afspraken tussen de 39 en 48%. In de transportsector ligt dit percentage beduidend lager. In 23% van de CAO's is een afspraak over kinderopvang aangetroffen. De sectoren landbouw en bouw zijn slechts met één CAO in de steekproef vertegenwoordigd.

4.3 Totaalbeeld van de 310 onderzochte CAO's


9 Een overeenkomstige tabel met absolute aantallen is in de bijlagen opgenomen (tabel 4.3).
6


KINDEROPVANGREGELINGEN

In totaal is 32% van de bij de Arbeidsinspectie aangemelde CAO's in het onderzoek betrokken. Deze CAO's zijn van toepassing op 90% van het totaalaantal werknemers onder CAO.

In deze paragraaf wordt een totaaloverzicht gegeven van de CAO's met daarin centrale, decentrale en intentionele afspraken over kinderopvang. In onderstaande tabel is aangegeven in hoeveel procent van de CAO's centrale, decentrale en intentionele afspraken over kinderopvang zijn vastgelegd.

Tabel 4 Percentage CAO's met en zonder afspraken, uitgesplitst naar werknemersklasse10. totaal werknemersklasse centraal decentraal totaal intentioneel nee 2000 werkn. 67 12 8011 3 17 100% totaal 52% 6% 58% 5% 37% 100%

In totaal zijn in 58% van de onderzochte CAO's afspraken over kinderopvang aangetroffen: 52% van de CAO's bevat een centrale afspraak en in 6% van de CAO's zijn decentrale afspraken gemaakt. Naarmate het aantal werknemers dat onder een CAO valt toeneemt, neemt ook het percentage CAO's met kinderopvangafspraken toe.

Verder zijn de partijen in 5% van de CAO's intentionele afspraken overeengekomen.

In 65% van de CAO's, met daarin centrale of decentrale afspraken over kinderopvang, is vastgelegd welke kinderen in aanmerking komen voor de opvangregeling: in 37% is de regeling van toepassing op kinderen van 0-4 jaar en in 62% is de regeling van toepassing op 0-12 jarigen. Daarnaast is in 2% van de CAO's een kinderopvangregeling voor kinderen van 0-8 jaar aangetroffen12.

10 Een overeenkomstige tabel met absolute aantallen is in de bijlagen opgenomen (tabel 4.4). 11 Het totaalcijfer ligt als gevolg van afronding iets hoger dan de som van de afzonderlijk gepresenteerde percentages voor centrale en decentrale afspraken. 12 Als gevolg van de afronding tellen de afzonderlijke percentages niet op tot 100%.
7


KINDEROPVANGREGELINGEN


8


KINDEROPVANGREGELINGEN

5 CONCLUSIE

De resultaten van het steekproefonderzoek onderschrijven de veronderstelling dat afspraken over kinderopvang relatief meer worden aangetroffen in de grotere CAO's. Werden in 2000 nog in 68% van de grotere CAO's afspraken over kinderopvang aangetroffen in het in 2002 uitgevoerde onderzoek blijkt dat het aantal grotere CAO's met afspraken gestegen is tot 85%.

5.1 Resultaten samengevat

Het onderzoek uitgevoerd op basis van de 125 grotere CAO's toont aan dat in 85% van de CAO's afspraken over kinderopvang zijn gemaakt. Deze CAO's zijn van toepassing op 80% van het totaalaantal werknemers dat valt onder deze 125 CAO's.

Uit het onderzoek onder de 185 kleinere CAO's blijkt dat in 40% van de onderzochte CAO's kinderopvangafspraken zijn opgenomen. Deze CAO's zijn van toepassing op ruim 51% van het totaalaantal werknemers dat valt onder deze 185 CAO's.

Voor het aanvullend onderzoek zijn in totaal 310 CAO's (125 +185 CAO's) onderzocht. In 180 van deze CAO's (58%) zijn afspraken over kinderopvang aangetroffen.

Tabel 6 Samenvatting van de resultaten van het onderzoek in de 125 grotere CAO's en de 185 kleinere CAO's: aantal en percentage CAO's met kinderopvangafspraken13. populatie aantal CAO's percentage 125 grotere CAO's 106 85% 185 kleinere CAO's 74 40% totaal 180 58%

Het aanvullen van de resultaten van het onderzoek onder de 125 grotere CAO's met de resultaten van het onderzoek onder 185 kleinere CAO's toont aan dat het percentage CAO's met een kinderopvangregeling daalt van 85 naar 58%. Dit onderschrijft de verwachting dat afspraken over kinderopvang relatief vaker voorkomen in de grotere CAO's.

In 65% van de 180 CAO's met daarin centrale of decentrale afspraken over kinderopvang is vastgelegd welke kinderen in aanmerking komen voor de opvangregeling: in 37% van de CAO's is de regeling van toepassing op kinderen van 0-4 jaar, in 2% op kinderen van 0-8 jaar en in 62% is de regeling van toepassing op 0-12 jarigen14.

5.2 Resultaten vertaald naar de totale populatie werknemers onder CAO

13 De in deze tabel genoemde percentages hebben alleen betrekking op de in CAO's voorkomende centrale en decentrale afspraken over kinderopvang.
14 idem noot 12

9


KINDEROPVANGREGELINGEN

Op basis van het onderzoek onder de 125 grotere CAO's is vastgesteld dat de in de CAO's gemaakte afspraken over kinderopvang van toepassing zijn op 80% van de werknemers. Deze groep CAO's is representatief voor de grotere CAO's in Nederland.

Uit het onderzoek onder de 185, op basis van een aselecte steekproef geselecteerde, kleinere CAO's blijkt dat de gemaakte afspraken over kinderopvang van toepassing zijn op 51% van de werknemers.

Op basis van de in deze rapportage besproken onderzoeksresultaten én het feit dat de resultaten als representatief mogen worden beschouwd voor de werknemers die vallen onder een CAO, kan worden geconcludeerd dat 76% van de werknemers onder een CAO gebruik kan maken van een centrale dan wel decentrale kinderopvangregeling.

5.3 Ontwikkelingen in de tijd

Om de cijfers van dit onderzoek in een goed perspectief te plaatsen worden in onderstaande tabellen de ontwikkelingen sinds 1990 in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat er sinds 1990 sprake is van een stijgende lijn.

Het totaalaantal afspraken (centrale en decentrale) over kinderopvang in de grotere CAO's is gestegen van 21% in 1990 naar 85% in 2002. In de jaren 1998, 1999 en 2000 is voor wat betreft de centrale afspraken sprake van een stabilisatie om vervolgens in 2002 weer te stijgen. Ook het aantal decentrale afspraken heeft zich eind jaren negentig gestabiliseerd om in 2000 en 2002 weer te stijgen.

Tabel 7 Ontwikkelingen met betrekking tot kinderopvang in de groep grotere CAO15. % CAO's % CAO's % CAO's % CAO's % CAO's % CAO's