Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
GRR. 2003/671
datum
27-05-2003

onderwerp
Consequentie vertraging reconstructieplannen
TRC 2003/4253

bijlagen

Geachte Voorzitter,

In uw brief van 15 mei jl. verzoekt u mij de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te informeren over de consequentie van de vertraging van de planvorming in relatie tot de wettelijke termijn.

De procedure voor het op- en vaststellen van het reconstructieplan is neergelegd in de Reconstructiewet. Daarin is als termijn van orde bepaald dat Gedeputeerde Staten het reconstructieplan in ontwerp opstellen binnen 9 maanden na inwerkingtreding van de Reconstructiewet (i.c. 1 april 2002). Vervolgens dienen Provinciale Staten het reconstructieplan binnen 8 weken vast te stellen waarna het plan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de ministers van LNV en VROM. Zoals ik u in mijn brief van 23 april jl. heb aangegeven overschrijdt de planning van de reconstructieprovincies de wettelijke termijn. Ook de achterliggende oorzaken van de vertraging heb ik in de brief aangegeven. Volgens de nieuwste opgave van de provincies schuift de planning, in het bijzonder van Brabant, opnieuw op in de tijd.

datum
27-05-2003

kenmerk
GRR. 2003/671

bijlage

Zoals gesteld is de termijn in de Reconstructiewet een termijn van orde. Dit heeft nog niet geleid tot specifieke consequenties. Bestuurlijk heb ik mijn ongenoegen over de vertraging geuit en bij de reconstructieprovincies aangedrongen op goede voortgang in de planvorming. Daarnaast heb ik benadrukt dat het uit oogpunt van programmering het enigszins in de pas lopen van de 12 reconstructieplannen gewenst is.
Wel heeft de vertraging er toe geleid dat we dit jaar, vooruitlopend op de afronding van de planvorming, starten met een urgentieprogramma.

Op deze wijze kunnen de meest urgente knelpunten in de reconstructiegebieden worden aangepakt. In 2004 kunnen, evenals voorafgaande jaren, projecten in uitvoering worden genomen die niet strijdig zijn met het realiseren van reconstructiedoelen.

Met het zicht op extra geld voor de reconstructie in het Regeerakkoord, de wens om ambities en middelen met elkaar in evenwicht te brengen en de vertraging in de planvorming, zal ik, in overleg met de staatssecretaris van VROM, met de provincies overleg voeren over de gewenste acties in de komende maanden.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman


---