European Commission

IP/03/763

Brussel, 27 mei 2003

Orthopedische producten: groen licht Commissie voor overname Centerpulse door Smith & Nephew

De Europese Commissie heeft toestemming verleend voor de operatie waarbij het Britse Smith & Nephew plc de uitsluitende zeggenschap verwerft over zijn Zwitserse concurrent Centerpulse AG (het vroegere Sulzer Medica AG); beide ondernemingen vervaardigen orthopedische producten. De Commissie kwam tot de bevinding dat de fusieonderneming weliswaar Europees marktleider zal worden voor kunstheupen en -knieën, maar dat zij toch nog met voldoende concurrentiedruk van andere spelers op deze markt te maken zal krijgen.

Beide ondernemingen zijn wereldwijd actief in de sector orthopedische producten. De operatie heeft vooral effecten op de marktsegmenten heup- en knie-implantaten, waar er overlappingen zijn tussen de activiteiten van de ondernemingen.

Aansluitend bij de benadering die de Commissie volgde in de Johnson & Johnson / DePuy-zaak(1)
(zie IP/98/945 van 29 oktober 1998), hebben de uitkomsten van het marktonderzoek bevestigd dat heup- en knie-implantaten afzonderlijke productmarkten vormen omdat er aan de aanbodzijde onvoldoende substitutiemogelijkheden zijn. Het onderzoek bevestigde ook dat de betrokken geografische productmarkten nationaal blijven, als gevolg van aanzienlijke verschillen inzake marktaandelen, prijzen en terugbetalingsstelsels. Bovendien is ook lokale opleiding en ondersteuning voor ziekenhuizen en medisch personeel nodig.

Na de operatie zal de fusieonderneming de Europese marktleider worden voor heup- en knie-implantaten in een aantal landen: Nederland, Italië, Duitsland, België en Frankrijk. In deze landen is echter een aantal producenten aanwezig die voldoende groot zijn om met de producten van de fusieonderneming te kunnen concurreren op het punt van aanbod, technologische innovatie en betrouwbaarheid. Het betreft hier vooral de Amerikaanse ondernemingen Johnson & Johnson/DePuy, Zimmer en Stryker.

De Commissie stelde verder vast dat, ook al kan de fusieonderneming een ruim scala aan producten leveren, zij toch geen doorslaggevend concurrentievoordeel op haar rivalen verwerft. De verklaring daarvoor is dat voor ziekenhuizen kwaliteit en langetermijnresultaten (klinische bewijzen) de doorslag geven bij de selectie. Offerteproduces worden vaak voor individuele producten georganiseerd, en bovendien is het gebruikelijk te werken met twee leveranciers. Een en ander betekent dat het complementaire karakter van de fuserende partijen niet zal resulteren in een forse toename van de marktmacht op een van de getroffen markten, gezien zowel de aanwezigheid van een aantal spelers die een bevredigend alternatief kunnen aanbieden, als de inkooppatronen die kenmerkend zijn voor de vraag in deze sector.

(1)
Zaak nr. IV/M. 1286 Johnson & Johnson /DePuy.