Partij van de Arbeid

Den Haag, 28 mei 2003

Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de staatssecretaris van SZW over beschuldigingen van fraude in de ID-regeling


1.


Kan het RIF-onderzoek als een representatief onderzoek gezien worden? Klopt het dat het onderzoek zich richtte op een niet-representatieve groep van 2,6 % van alle ID-werknemers in Amsterdam?*


2.


Wat was de specifieke aanleiding voor het onderzoek? Klopt het dat de selectie voor het onderzoek is gemaakt op basis van vermoeden van fraude?


3.

Wie is verantwoordelijk voor de controle of een kandidaat minimaal 1 jaar is ingeschreven als werkzoekende? Is dat NW werk, de sociale dienst of het CWI? Kunt U bevestigen dat hierbij fouten zijn gemaakt?


4.

Is het ID-ers, anders dan andere werknemers, verboden om als uitzendkracht buiten de uren van hun aanstelling bij te verdienen, zoals het onderzoek vermeldt?


5.

Klopt het dat detachering bij andere organisaties weliswaar verboden is in de regering, maar in de periode van het onderzoek door het Ministerie werd gedoogd, en sinds 1 januari jongstleden zelfs is toegestaan om doorstroom te bevorderen?


6.

Kunt U aangeven hoeveel mensen in het ID-bestand van NW werk in Amsterdam de afgelopen jaren zijn uitgestroomd en niet in de bijstand zijn teruggekeerd? Hoe verhouden deze gegevens zich tot andere gemeenten?


7.

In hoeverre deelt U de mening van NV Werk dat het RIF-onderzoek onterechte beschuldigingen bevat? Wat is uw oordeel over de kwaliteit van het onderzoek, en hoe verklaart U het verschil in interpretatie tussen het RIF-onderzoek en NW Werk?

Parool van 27 mei 2003