Rechtbank Amsterdam
Prejudiciële vragen betreffende enkele aspecten van (verplichte)
volksverzekeringen.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 28-05-2003
De rechtbank Amsterdam heeft bij tussenuitspraak in de zaak van een in
het buitenland woonachtige WAO-gerechtigde een aantal prejudiciële
vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
(het Hof) betreffende de uitleg van EG verordening 1408/71.
Voor 1 januari 2000 waren in het buitenland woonachtige personen die
een Nederlandse WAO-uitkering genoten van tenminste 35% van het
minimumloon ontvingen verplicht verzekerd voor (onder andere) de
Nederlandse volksverzekeringen AOW, Anw en AKW en enkele
werknemersverzekeringen. Met ingang van 1 januari 2000 is aan de
verplichte verzekering voor de genoemde volksverzekeringen een einde
gekomen, omdat daaraan de eis is verbonden dat verzekerden in
Nederland woonachtig zijn. Voor betrokkenen bestaat de mogelijkheid
zich vrijwillig te verzekeren. De overige verplichte verzekeringen
zijn niet beëindigd.
EG Verordering 1408/71 bevat conflictregels die dienen te worden
toegepast in de onderhavige zaak. Ingevolge jurisprudentie van het Hof
blijkt dat een postactieve die laatstelijk werkzaam was in een
lidstaat en zijn woonplaats na beëindiging van zijn werkzaamheden
heeft verplaatst naar een andere lidstaat, onderworpen blijft aan de
wetgeving van de eerste lidstaat indien hij bij vertrek onder
tenminste één tak van (sociale) verzekeringen viel.
Mede op grond van deze vaststelling heeft de rechtbank de volgende
vragen geformuleerd.
1. Verzet artikel 13, lid 2, onder f van Vo 1408/71 zich tegen een
wettelijke regeling van een lidstaat, volgens welke een persoon die
iedere beroepswerkzaamheid op zijn grondgebied heeft stopgezet,
slechts op grond van die regeling verzekerd blijft indien hij aldaar
zijn woonplaats behoudt, terwijl die persoon ingevolge de wetgeving
van deze lidstaat voor bepaalde andere takken van sociale zekerheid
verplicht verzekerd blijft ongeacht zijn woonplaats?
2. Is het voor de beantwoording van de eerste vraag van belang dat
ingevolge de wettelijke regeling van deze lidstaat ten behoeve van
deze persoon de mogelijkheid bestaat van vrijwillige verzekering voor
een aantal takken van sociale zekerheid, zonder dat deze vrijwillige
verzekering is gebonden aan de voorwaarde dat hij in die lidstaat zijn
woonplaats behoudt?
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, wordt subsidiair
de volgende vraag voorgelegd:
3. Moet in een situatie als hiervoor beschreven artikel 39 EG zo
worden uitgelegd, dat daarmee onverenigbaar is de vervanging van een
verplichte verzekering door een vrijwillige verzekering, indien de
beëindiging van de verplichte verzekering haar oorzaak vindt in de
introductie van een wooneis?
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AF9277
Zie het origineel
http://www.rechtspraak.nl/act...id=11956&i=5&ti=3