Ministerie van Buitenlandse Zaken
28 mei 2003
Kamerbrief over Irak dd 28 mei 2003
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Noord-Afrika en
Midden-Oosten
Afdeling Golfstaten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
28 mei 2003
Behandeld
DAM/GO
Kenmerk
DAM-265/03
Telefoon
070 348 4266
Blad
1/5
Fax
070 348 6639
Bijlage(n)
Resolutie 1483
E-Mail
Jorden.splinter@minbuza.nl
Betreft
Irak
Graag informeren wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie
en conform het verzoek van 25 maart 2003 van de voorzitter van de
vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, over de recente
ontwikkelingen in Irak, waarbij wordt ingegaan op politieke en
humanitaire aspecten en de wederopbouw van Irak. Bijgevoegd is
resolutie 1483, die op 22 mei jl. door de Veiligheidsraad van de
Verenigde Naties werd aanvaard.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Politiek
De internationale discussie over Irak spitste zich de laatste weken
toe op de onderhandelingen over de ontwerp Veiligheidsraadresolutie
die door de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Spanje werd
gecirculeerd. Deze onderhandelings-fase werd gekenmerkt door een
constructieve houding van alle betrokkenen en het besef dat verdere
internationale verdeeldheid niet zou bijdragen aan het welzijn van de
Iraakse bevolking en de wederopbouw van Irak. Nederland heeft zich
tijdens deze onderhandelingsfase ingezet voor een centrale rol van de
Verenigde Naties bij de wederopbouw van Irak en een VN-afzegening voor
een internationale stabilisatiemacht.
Op 22 mei jl. werd de resolutie in stemming gebracht en unaniem
aangenomen als resolutie 1483 (bijgevoegd). Veertien landen stemden
voor, Syrië nam niet deel aan de stemming, naar eigen zeggen wegens
tijdgebrek om de resolutie voldoende te bestuderen. In de resolutie
worden de bijzondere bevoegdheden, verantwoordelijkheden en
verplichtingen van de bezettingsmachten (VS en VK, die omschreven
worden als `de Autoriteit') erkend. De Autoriteit wordt opgeroepen het
welzijn van het Irakese volk te bevorderen door effectief bestuur van
het grondgebied, in het bijzonder door herstel van veiligheid en
stabiliteit en het scheppen van voorwaarden waardoor het Irakese volk
in vrijheid de eigen politieke toekomst kan bepalen. Hiertoe zal een
`Iraqi interim administration' (IIA) worden opgericht, die in
samenwerking met de Autoriteit en de VN de weg vrij moet maken voor
een nieuw representatief Iraaks bestuur.
De resolutie verzoekt de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties,
Kofi Annan, een Speciale Vertegenwoordiger voor Irak te benoemen. Naar
alle waarschijnlijkheid zal de SGVN dinsdag 27 mei a.s. de Braziliaan
Sergio Vieira de Mello, die eerder betrokken was bij de wederopbouw
van Kosovo en Oost-Timor, als Speciale Vertegenwoordiger voor Irak
benoemen. Hij blijft tegelijkertijd zijn huidige functie als Hoge
Commissaris voor de Mensenrechten vervullen. De benoeming geldt voor
vier maanden. De Mello dient in coördinatie met de Autoriteit taken te
vervullen op het gebied van onder meer humanitaire hulp,
reconstructie, het bevorderen van mensenrechten en justitiële
hervorming. Daarnaast werkt hij mee aan het totstandkomingsproces van
een internationaal erkende Iraakse regering. De taken van de
Vertegenwoordiger brengen een zwaardere rol van de VN met zich mee dan
in de eerder gecirculeerde ontwerpresolutie was voorzien.
Andere relevante elementen in de resolutie zijn het afschaffen van sancties voor niet-militaire goederen; het uitfaseren in zes maanden van het Olie voor Voedsel-programma; de herbevestiging van de ontwapeningsplicht van Irak en de intentie tot herziening van de mandaten van UNMOVIC en IAEA; de oprichting van een `Development Fund for Iraq' waarin alle olieopbrengsten worden gestort en dat wordt beheerd door de Centrale Bank van Irak onder supervisie van de Autoriteit en een International Advisory and Monitoring Board (met VN, IMF, Wereldbank en het Arab Fund), en waarvan de uitgaven worden afgestemd met de IIA; de bevriezing van de tegoeden van het oude regime en overmaking daarvan naar dit fonds; teruggave van gestolen Irakese cultuurgoederen; immuniteit van Irakese olie(produkten) en opbrengsten daarvan voor juridische claims tot eind 2007 teneinde herstructurering van Iraakse schulden te faciliteren; een oproep aan de internationale financiële instellingen voor assistentie bij wederopbouw; een aanmoediging aan het adres van de Autoriteit om regelmatig tussentijds te informeren over de voortgang van de werkzaamheden onder de resolutie; en tenslotte de afspraak dat de Veiligheidsraad binnen 12 maanden opnieuw bijeen zal komen om te spreken over de implementatie van de resolutie.
Mede als gevolg van intensieve Nederlandse contacten met leden van de
Veiligheidsraad bevat de resolutie bepalingen over (al dan niet
militaire) bijdragen van lidstaten aan de stabiliteit en veiligheid in
Irak. Zo wordt in de preambule van de resolutie de bereidheid van
lidstaten verwelkomd "bij te dragen aan de stabiliteit en veiligheid
in Irak door het ter beschikking stellen van personeel, materieel en
andere middelen onder de Autoriteit". De resolutie stipuleert dat
landen die een dergelijke bijdrage leveren niet worden aangemerkt als
bezettende mogendheid. Tevens wordt een beroep gedaan op alle
lidstaten en betrokken organisaties om het volk van Irak bij te staan
bij de wederopbouw van het land, de hervorming van instanties en het
creëren van stabiliteit en veiligheid in overeenstemming met de
resolutie.
De Nederlandse regering verwelkomt het feit dat resolutie 1483 unaniem
is aangenomen en is verheugd dat brede bereidheid bestond om
overeenstemming binnen de Veiligheidsraad te bereiken. Deze snelle
overeenstemming is niet alleen in het belang van het Iraakse volk,
maar ook van de geloofwaardigheid van de Veiligheidsraad. Inhoudelijk
herkent Nederland in deze resolutie een groot aantal punten waarvoor
het zich sterk heeft gemaakt: de versterkte rol van de VN ten opzichte
van de gecirculeerde conceptresolutie; het beroep dat wordt gedaan op
de internationale financiële instellingen om in Irak activiteiten te
ontplooien; en de behandeling van de schuldenkwestie via de Club van
Parijs. Met die twee laatste punten komt de door Nederland bepleite
aanpak, die uitgaat van een financiële doorstart van Irak op basis van
een regeling voor de schulden en aansluitend leningen van de
Wereldbank om de wederopbouw te financieren, dichterbij. Tenslotte is
de resolutie in overeenstemming met het Nederlandse uitgangspunt dat
het overgangsbestuur gericht moet zijn op de geleidelijke overdracht
aan een representatief Iraaks bestuur en tegelijkertijd op
stabilisering van de huidige precaire situatie.
Ook de EU heeft bij monde van de Griekse voorzitter zijn tevredenheid
uitgesproken over de inhoud van de resolutie.
Militair
In de brief van 20 mei jl. (D2003001537) is de Kamer reeds
geïnformeerd over het besluit van het kabinet om de besluitvorming
over Nederlandse deelneming aan de stabilisatiemacht in Irak over te
laten aan het nieuwe kabinet.
Veiligheidssituatie
De veiligheidssituatie in Irak is nog niet stabiel. De situatie is in
het gehele land fragiel, maar er zijn duidelijke verschillen tussen de
regio's: in de zuidelijke en noordelijke provincies is de situatie
aanzienlijk beter dan in centraal Irak. De situatie in Bagdad en
omgeving is op dit moment het meest onzeker, zoals blijkt uit de
plunderingen, beschietingen en overvallen. Normalisering van het
dagelijks leven is het duidelijkst in Zuid-Irak dat thans wordt
gekenmerkt door een relatief goede veiligheidssituatie. Noord-Irak
lijkt rustig, ondanks enige spanning tussen Arabieren en Koerden. Er
moet echter rekening mee worden gehouden dat daar waar relatieve rust
bestaat de situatie onverwacht kan verslechteren.
De wijze waarop en het tempo waarin kan worden gezorgd voor het
herstel van centraal en lokaal gezag, en met name het herstellen van
basisvoorzieningen als water, elektriciteit en veiligheid, zullen van
grote invloed zijn op de houding van de lokale bevolking.
Ontevredenheid onder de lokale bevolking over het uitblijven of het
trage herstel van dergelijke basisvoorzieningen zal niet bevorderend
werken voor de rust in het gebied en de steun voor de aanwezigheid van
de stabilisatiemacht.
Humanitair/wederopbouw
In Irak zijn de condities op humanitair vlak nog steeds slecht.
Publieke basisvoorzieningen zijn gedeeltelijk buiten gebruik of
verkeren in zeer slechte staat. De voorzieningen moeten permanent
worden hersteld en beschermd om nieuwe plunderingen en vernielingen te
voorkomen. Naast herstel van orde en stabiliteit blijft toegang tot de
noodlijdende bevolking een belangrijk punt van zorg. De VN levert
hulpgoederen voornamelijk over de weg aan en organiseert humanitaire
missies om de huidige noden in kaart te brengen. Het herziene
`VN-appeal' wordt in juni verwacht. Daarin zal ook rekening worden
gehouden met de fondsen die uit het Olie voor Voedsel programma kunnen
worden ingezet voor humanitaire hulp. In de door de VN onderscheiden
vijf regio's hebben zich VN-coördinatieteams gevestigd. Het World Food
Programme verwacht dat het in juni kan beginnen met maandelijkse
distributie van voedselpakketen.
De Nederlandse Tijdelijk Zaakgelastigde in Bagdad is op zijn post
teruggekeerd en een door het ministerie uitgezonden missie heeft
vastgesteld welke maatregelen dienen te worden getroffen om er zeker
van te zijn dat de risico's die de medewerkers van de ambassade lopen
aanvaardbaar blijven. De staf wordt geleidelijk uitgebreid. De
ambassade dient binnenkort volledig operationeel te zijn. Thans kan
deze reeds een rol spelen voor het Nederlandse bedrijfsleven, dat
bestudeert waar het kan bijdragen aan de wederopbouw van Irak.
Verschillende Nederlandse bedrijven hebben zich ingeschreven om deel
te nemen aan de uitvoering van door USAID gefinancierde activiteiten
in Irak. Daarnaast zijn Nederlandse experts, onder meer op het gebied
van water, gezondheidszorg en onderwijs, voorgedragen bij de
Wereldbank, op verzoek van de organisatie zelf. Deze experts worden
mogelijk ingezet bij de inventarisatie in Irak van noodzakelijke
reconstructie activiteiten. Dit zal moeten leiden tot een
wederopbouwplan van de Bank.
Print Stuur door
Terug naar top