Nationale Bank van België

Perscommuniqué
Brussel, 28 mei 2003

Jaarverslag 2002 van het Rentenfonds


1. Voorwoord


Voor het Rentenfonds was 2002 een overgangsjaar met de trapsgewijze uitvoering van de door de Minister van Financiën ingezette hervormingen, die hieronder uitvoeriger worden toegelicht. Deze gelegenheid werd aangegrepen om de structuur van het jaarverslag grondig te herzien. Voortaan is de inhoud meer toegespitst op de statutaire opdrachten van het Fonds, te weten de regulering van de beursmarkt in renten en de organisatie van en het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de OLO's, strips en schatkistcertificaten.

In het kader van het e-government schikt het Fonds een bestand aan te leggen van personen en instellingen die belangstellen in zijn activiteiten. Zij zullen automatisch via e-mail bepaalde informatie toegestuurd krijgen, zoals het jaarverslag en de rondschrijvens van het Fonds.


2. Secundaire markten van de overheidsfondsen

Het op de beursmarkt in renten verhandelde volume liep gevoelig terug van 418,1 miljoen in 2001 tot 361,3 miljoen in 2002. Deze afname is, enerzijds, te wijten aan de daling van de obligatierendementen waardoor belastingvrije beleggingen zoals spaarboekjes beter in de markt lagen. Anderzijds, hebben de financiële instellingen extra kosten aangerekend voor de behandeling van materiële effecten wat een rem heeft gezet op de beurstransacties in staatsbons, die vooral in materiële vorm worden aangehouden.

Afgezien van de door het effectenvereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België geregistreerde sell/buybacktransacties, nam het aan het Rentenfonds meegedeelde volume van de buitenbeurs afgesloten aankopen/verkopen in OLO's toe van 602,5 miljard in 2001 tot 618,8 miljard. Het reële volume van de aankopen/verkopen in schatkistcertificaten steeg van 222,2 miljard in 2001 tot 228,7 miljard. De omzet in strips bleef beperkt.

Een groeiend deel van de handel verloopt elektronisch. De elektronische interdealersystemen, die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de handel tussen marktmakers, namen 40 pct. van het reële volume van de aankopen/verkopen in OLO's voor hun rekening, vergeleken met 33 pct. in 2001, en voor de schatkistcertificaten steeg het overeenstemmende cijfer van 23 pct. in 2001 tot 33 pct. Inmiddels maken ook elektronische multidealersystemen, die professionele cliënten de gelegenheid bieden zich in verbinding te stellen met marktmakers, hun opgang. Aldus verhandelde TradeWeb niet minder dan 32 miljard in OLO's in 2002 terwijl BondVision, een spin-off van MTS, een bescheidener 2,4 miljard optekende.


3. Toezicht en regelgeving

De wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, waarvan de meeste bepalingen op 1 juni 2003 in werking zullen treden, schaft het huidige eerste- en tweedelijnstoezicht af. Het Rentenfonds, als organisator van de gereglementeerde markt van de OLO's, strips en schatkistcertificaten, wordt erkend als marktonderneming. Het zal voor zijn markt de marktregels opstellen, de lidmaatschapsvoorwaarden bepalen, de transparantie verzorgen, de regels en procedures bepalen voor de rapportering en bekendmaking van transacties, toezicht houden op al deze regels en de overtreding ervan bestraffen. De Commissie voor het Bank- en



Financiewezen (CBF) wordt aangewezen als enige controle-instantie die waakt over de naleving van de reporting-, de gedragsregels en van de regels inzake marktmisbruik. Krachtens een nieuw koninklijk besluit, zal het Rentenfonds op zijn markt dit toezicht blijven uitoefenen voor rekening van de CBF, maar eventuele overtredingen zullen door de CBF worden gesanctioneerd. De voormelde wet heft eveneens de bevoegdheid van het Fonds op inzake het toezicht op de instellingen die gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld bijhouden voor derden waardoor de CBF alleen bevoegd wordt voor dit toezicht. De datum van inwerkingtreding van het bewuste artikel is nog niet bepaald.

In het kader van het toezicht op de naleving door de bemiddelaars van de regels en verplichtingen met betrekking tot de markt, stelde het Comité van het Rentenfonds in één geval een praktijk vast die de integriteit van de markt in gevaar had kunnen brengen. Bij een enquête heeft het Rentenfonds geconstateerd dat een buitenlandse primary dealer met een buitenlandse tegenpartij twee transacties had afgesloten zonder economische reden. Naar aanleiding daarvan heeft het Fonds de marktactiviteiten van alle primary dealers over een ruimere periode aan een grondige analyse onderworpen. Dit onderzoek wees uit dat dezelfde primary dealer met een andere buitenlandse primary dealer, over enkele dagen gespreid, tientallen transacties voor een totaal bedrag van meer dan 800 miljoen had afgesloten zonder economische verantwoording. Nadat beide primary dealers door het Comité werden terechtgewezen, hebben ze de nodige maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Tevens werd de Minister van Financiën geïnformeerd dat de activiteitscijfers van de betrokken primary dealers overschat waren. Voorts heeft het Comité een onderzoek naar mogelijke kringloopoperaties ingesteld en een dossier geopend inzake een mogelijke marktmanipulatie. Na analyse bleek dat er geen onregelmatigheden konden worden vastgesteld.

Als toezichthouder op de instellingen die erkend zijn voor het bijhouden van rekeningen van gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld, heeft het Comité verscheidene overtredingen vastgesteld die aanleiding gaven tot aanmaningen.


4. Jaarrekening van het Rentenfonds

De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is van eind 2001 tot eind 2002 met 26,7 miljoen gestegen tot 216,5 miljoen.

De renteresultaten op de portefeuille bedroegen 9,5 miljoen. De transactieresultaten droegen ten belope van
1,5 miljoen bij tot de winst. Na aftrek van 2,4 miljoen aan financieringskosten, kwam het totale financiële resultaat uit op 8,6 miljoen, tegen 8,5 miljoen in het voorgaande jaar.

Ten gevolge van de stijging van de beurskoersen van het ene jaareinde tot het andere kon het resterende gedeelte van de waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen, dat eind 2001 nog 0,1 miljoen bedroeg, worden teruggenomen en toegevoegd aan de winst. Rekening houdend met de bedrijfskosten van 1,9 miljoen, sloot het boekjaar af met een te bestemmen nettowinst van 6,8 miljoen, tegen 7,3 miljoen een jaar voordien. Krachtens de statutaire verdelingsregels werd 2,1 miljoen bij de reserve gevoegd en werd het saldo, namelijk 4,7 miljoen, aan de Schatkist gestort.

NBB - Perscommuniqué