Zeehondencreche Pieterburen

Zeehondentelling in Waddenzee: laagste sinds jaren

Pieterburen, 28 mei 2003 - Bij de eerste observatievlucht van dit seizoen telden medewerkers van de Zeehondencrèche Pieterburen en de Universiteit van Wageningen, afdeling dierecologie, niet meer dan
1.200 gewone zeehonden op het Wad. Dit aantal is beduidend lager dan de 3.800 gewone zeehonden die vorig jaar in dezelfde periode bij een dergelijke vlucht werden waargenomen.

"Het valt ons erg tegen", zegt Lenie 't Hart, directeur van de Zeehondencrèche Pieterburen. "De meldingen van onze veldwaarnemers waren al verontrustend. Vorig jaar was natuurlijk een rampjaar met de virusuitbraak die resulteerde in 2.500 geregistreerde dode zeehonden. Je hoopt toch dat meer dieren het virus hebben overleefd, maar dit geeft een heel ander beeld."

Jaarlijks wordt door medewerkers van de Zeehondencrèche over de gehele breedte van de Waddenzee een aantal observatievluchten uitgevoerd. Dit gebeurt met speciale high-speed videoapparatuur en volgens een vaste methodiek waarbij tijdens laag water alleen daadwerkelijk waargenomen dieren worden geregistreerd. Naast de dieren die op zandbanken en in het water worden waargenomen is altijd een percentage dat niet zichtbaar is en dat in uiteindelijke statistieken moet worden meegenomen.

Crèchemedewerker Karst van der Meulen: "De omstandigheden waren deze week uitzonderlijk gunstig. We hadden de eerste zonnige dag na een periode van bewolking. Zeehonden hebben zonlicht nodig voor het verharen en benutten daarvoor iedere gelegenheid. Het is dan ook niet aannemelijk dat grote groepen onder water aan het foerageren waren. En dankzij die zon hadden we een goed overzicht over de zandbanken, waardoor we de zeehonden en hun pasgeboren jongen al van ver konden zien liggen. Onze registratie, die ieder jaar een paar keer onder vergelijkbare omstandigheden herhaald wordt, geeft een goed beeld van de huidige situatie."

Naast de in totaal 1.200 waargenomen gewone zeehonden is ook een groep van ongeveer 250 grijze zeehonden geregistreerd, die vooral op de permanent droge zandplaten tussen Vlieland en Terschelling leven. Het zijn deze dieren die zichtbaar zijn vanaf de veerboten.

Een observatievlucht is een momentopname. Het aantal zeehonden in de Waddenzee wisselt met de seizoenen. In de winter leven veel zeehonden in de Noordzee om te foerageren. In het voorjaar komen ze terug naar de zandbanken van de Waddenzee. De vrouwtjes om te zonnebaden, jongen te werpen en te zogen. De mannetjes om de zandbanken te benutten voor hun zonnebad (de verhaarperiode begint in juli) en omdat de paartijd direct na het beëindigen van de zoogtijd begint. In juli en augustus zou het aantal zeehonden maximaal moeten zijn. De Zeehondencrèche zal dit jaar nog een aantal observatievluchten uitvoeren, om de ontwikkelingen in de populatie zo nauwkeurig mogelijk te volgen.