Verbond van Verzekeraars

Vrijstelling van verplichte deelneming aan bedrijfstakpensioenfondsen

Kunnen werknemers vrijstelling krijgen van verplichte deelneming aan bedrijfstakpensioenfondsen vanwege onvoldoende beleggingsrendement van het pensioenfonds? Die vraag rees de afgelopen weken op naar aanleiding van enkele perspublicaties. Sinds 1 januari 2002 geldt inderdaad dat vrijstelling kan worden verkregen als een bedrijfstakpensioenfonds onvoldoende beleggingsrendement heeft behaald. Deze uitbreiding van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000) is mede dankzij de inspanningen van het Verbond totstandgekomen.

Uit recent gepubliceerde cijfers blijkt dat het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel en het Bedrijfspensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche onvoldoende hebben gepresteerd over de periode april 1998 tot en met 2002. Zij zijn gezakt voor de performancetoets. Volgens deze toets moet over een langere periode (die periode betrof nu april 1998 tot en met 2002) het beleggingsrendement worden berekend. Komt het rendement onder de in het Vrijstellingsbesluit opgenomen norm van 1,28, dan wordt op verzoek van een werkgever aan alle werknemers van die werkgever vrijstelling verleend.

Niet intrekken
Het bijzondere van de vrijstellingsmogelijkheid is dat het bedrijfstakpensioenfonds de vrijstelling niet kan intrekken als een jaar later weer een voldoende beleggingsperformance wordt gescoord. De vrijstelling kan wel worden ingetrokken door het fonds, als de werkgever in strijd handelt met de voorschriften die aan de vrijstelling zijn verbonden. Zo moeten er aan de pensioenregeling van de werkgever ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van het fonds.

Bondig, mei 2003