KNMG

Registratie etnische afkomst van patiënten - niet gepubliceerd

Mogen of moeten gegevens over de etnische afkomst van patiënten standaard geregistreerd worden in het patiëntendossier? En mogen deze vervolgens in niet-herleidbare vorm voor onderzoeksdoeleinden aan de landelijke registratie worden verstrekt? Deze onderwerpen stonden de afgelopen tijd regelmatig ter discussie in de media. De juridische afdeling van de KNMG zocht het voor u uit.

Borst voor standaardregistratie etnische afkomst

Tijdens haar speech op het KNMG congres in maart jl. pleitte (inmiddels demissionair) minister Borst ervoor dat GGZ-instellingen maar ook overige zorgsectoren standaard de etnische herkomst in het patientendossier registreren.

Wettelijke eisen
Afgezien van het gezondheidsbevorderende belang van de registratie, reist de vraag wat de wettelijke eisen zijn bij het registreren van de privacygevoelige gegevens? Bij deze vraagstelling, maken we het volgende onderscheid:
1. Standaard registratie van de etnische herkomst in de patiëntendossiers door GGZ-instellingen. Dit zijn tot de persoon herleidbare gegevens.
2. Verstrekking van gegevens over etnische herkomst aan de landelijke registratie. GGZ-instellingen ontdoen de gegevens zelf van herleidbaarheid voordat ze de gegevens aan de landelijke registratie verstrekken.

De Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) stelt heldere eisen aan het mogen registreren van gegevens over de etnische afkomst; de WBP noemt het 'ras' in artikel 18. De eisen luiden als volgt.

Gegevens over ras/etniciteit mogen uitsluitend worden vastgelegd:
a. met het oog op de identificatie van de patiënt en dan alleen als dit voor dat doel onvermijdelijk is, of
b. met het doel personen van een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toe te kennen teneinde feitelijke ongelijkheden op te heffen of te verminderen indien;

* 1e, dit voor dat doel noodzakelijk is en
* 2e, de gegevens slechts betrekking hebben op het geboorteland van de patiënt, van zijn ouders of grootouders, op grond waarvan op objectieve wijze vastgesteld kan worden of iemand tot een minderheidsgroep behoort en
* 3e, de patiënt tegen die vastlegging geen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.

Ingevolge de WBP zullen de GGZ-instellingen tenminste aan deze voorwaarden moeten voldoen voordat deze gegevens standaard geregistreerd mogen worden in individuele patiëntendossiers. Dit betekent dus ook dat het doel van de vastlegging van dit gegeven in het dossier 'kenbaar' moet zijn bij de patiënt. De hulpverlener of de instelling moet deze informatie tijdig en dus in ieder geval vóór vastlegging mondeling of schriftelijk aan de patiënt geven. Wat betreft de verstrekking aan de landelijke registratie moeten vaststaan dat de hulpverlener of de instelling zélf zorgdraagt voor het ontdoen van de herleidbaarheid aan de privacy gevoelige gegevens.

Conclusie
Uitsluitend onder strikte wettelijke voorwaarden mogen gegevens over etnische herkomst in patiëntendossiers worden vastgelegd en in die gevallen kan dat dan ook in herleidbare vorm plaatsvinden. Per geval moet worden bekeken of ook aan die wettelijke eisen wordt voldaan. Meestal zal het dan gaan om de eisen zoals gesteld in artikel 18 onder b. (zie hierboven). In tegenstelling tot hetgeen de minister voorstaat kan volgens de letter van de wet van een standaardregistratie geen sprake zijn.
Het verstrekken van gegevens over etnische afkomst in niet-herleidbare vorm aan de landelijke registratie vormt geen probleem. De herleidbaarheid van de gegevens moeten echter vooraf door de instelling die de gegevens vastgelegd, worden weggenomen en niet pas als de gegevens al door de landelijke registratie zijn ontvangen.

Meer informatie?
Mw. mr. R.M.S. Doppegieter, beleidsmedewerker Gezondheidsrecht, e-mail: r.doppegieter@fed.knmg.nl

Artseninfolijn, (030) 282 33 22, e-mail: artseninfolijn@fed.knmg.nl